Thomas: 'Hij testte positief op corona, dagen later was het gebeurd'
Thomas van der Meer (1986) drinkt zijn koffie zwart, is team koriander en woont aan de rand van het bos. Met zijn debuutroman Welkom bij de club hoopt hij zijn nieuwe badkamer te financieren. Verder studeert hij verpleegkunde en is-ie transgender, maar daar merk je verder niks van.
De allereerste hoestbui van mevrouw Pitstra weet ik nog precies. Daarna schoot ze in de lach omdat ik haar zo geschokt aankeek. 'Ik ga niet dood hoor,' zei ze. Inmiddels weet ze dat niet meer zo zeker.
'Wat verwacht jij nog van het leven?' vroeg ze een paar weken eerder. We zaten in de tuin. Toevallig zat ik me net af te vragen wat ik nog verwachtte van háár leven. Ik schatte zo in dat ze onder normale omstandigheden nog wel een paar jaar meekon. Maar zou ze corona kunnen overleven? Twijfelgeval. Verderop beende meneer Van der Wielen door de tuin. Die zou het in elk geval wel overleven, dacht ik. Laatst stond hij in de keuken een pak hagelslag in zijn mond leeg te gieten. Toen ik er iets van zei, pakte hij me op en zette me de keuken uit. Hij was heel groot en sterk. Wás, ja. Hij testte positief op corona en binnen enkele dagen was het gebeurd.
Lees ook: Thomas: 'Ik keek naar zijn mond en dacht: die ga ik never zoenen'
'Denkt u dat dit nog goedkomt?' vroegen zijn zoon en dochter aan zijn bed.
'Nee,' zei ik. 'Het spijt me.'
Bijna de hele afdeling bleek besmet. Hoe kan dat? vragen politici zich af. In het nieuws over corona is de aandacht verschoven van de intensive care naar de verpleeghuizen, omdat de besmettingen en sterfgevallen daar razendsnel oplopen. Hoe kan zo'n hele afdeling in no time besmet zijn? Om daarachter te komen, hoef je maar heel even in een verpleeghuis te komen kijken.
Neem vijf willekeurige minuten van mijn werkdag. Dan kun je zien dat ik tijdens het opmaken van de bedden het kunstgebit vind van meneer Mackenbach, onder het kussen van een heel andere bewoner. Wanneer ik het terugbreng, zie ik dat er in de beker op zijn wastafel potloden zitten. Zijn tandenborstel is nergens te vinden. Meneer Mackenbach zelf ligt trouwens in het bed van zijn buurvrouw, die dat overstuur bij mij komt melden. Verderop in de gang schuifelt mevrouw Kieft. Ze heeft haar incontinentiemateriaal uitgetrokken en nu loopt er urine langs haar been. Intussen heeft meneer Berendse op de vloer in de woonkamer een drol gedraaid.
'Dat lucht op!' zegt hij monter.
'Nou super,' antwoord ik.
Stem op ons: &C is met Chantal in Behandeling genomineerd voor een Online Televizier-Ster
Mevrouw Pitstra is mijn favoriet. Het is vast onprofessioneel om een favoriet te hebben, maar ik ben ook maar een mens. Eerst dacht ik dat ik het niet kon hebben als ze zou overlijden aan het virus. Inmiddels heb ik besloten dat ik het best kan hebben, want het gaat nu eenmaal gebeuren. Vandaag is ze te ziek om nog uit bed te komen. Ze praat tegen me met een dunne stem.
'Ik ben al… Hoe oud ben ik?'
'Drieënnegentig.'
'Ik denk dat de Heere Jezus op mij wacht,' zegt ze. 'Al heb ik het eigenlijk niet verdiend.'
'Niet?'
'Ik heb gezondigd.'
'Vertel.'
Mevrouw Pitstra schiet zachtjes in de lach. 'Ik ben gewoon geen keurig mens.'
'Keurige mensen zijn afschuwelijk,' zeg ik.
Deze column verscheen eerder in april 2020. Lees hier meer columns van Thomas.