Thomas: 'Inmiddels schaam ik me voor mijn gedachte'
Thomas van der Meer (1986) drinkt zijn koffie zwart, is team koriander en woont aan de rand van het bos. Met zijn debuutroman Welkom bij de club hoopt hij zijn nieuwe badkamer te financieren. Verder studeert hij verpleegkunde en is-ie transgender, maar daar merk je verder niks van.
'Ga jij naar een Black Lives Matter-demonstratie?' vroeg mijn buurman. Hij keek naar mijn zwarte shirt en gerafelde korte broek.
'Nee,' zei ik. 'Dit is gewoon mode.'
Lees ook: Thomas: 'Ze is de drol in de wasbak aan het prakken met een vork'
Hij wilde toch graag even vertellen wat hij van de demonstraties vindt, namelijk: verspilde moeite. 'Je moet gewoon het goede voorbeeld geven,' zei hij, 'dan gaat racisme vanzelf voorbij.'
Buurman bedoelde niet dat hij of ik het goede voorbeeld moet geven. Nee, zwarte mensen moeten het goede voorbeeld geven. Deze theorie is door een heleboel mensen uitgedokterd, want telkens als ik een gesprek opvang over de racismekwestie, is er iemand bij die zoiets zegt. 'Die demonstranten plunderen winkels en vernielen standbeelden,' hoorde ik een collega zeggen in de pauze. 'Maar als je wil dat mensen naar je luisteren, moet je juist het goede voorbeeld geven.'
Het goede voorbeeld. Gaven zwarte mensen het goede voorbeeld nog niet, dan? En wat is het goede voorbeeld precies?
In de Volkskrant vertelt hockeyer Terrance Pieters dat hij vaak staande werd gehouden of gefouilleerd, wanneer hij na trainingen en wedstrijd op zijn scooter naar huis reed. 'Ik deed superbeleefd als ik werd aangehouden door de politie, terwijl ik van binnen kookte van woede omdat ik wist waarom. Maar ik wilde hun vooroordeel niet bevestigen. Geforceerd vermeed ik de stereotypen, het was aanpassen om geaccepteerd te worden.'
Terrance Pieters gaf het goede voorbeeld en daar stak de politie natuurlijk niets van op. Uit onderzoek blijkt dat veel agenten etnisch profileren volstrekt normaal vinden. Maar ik begrijp Terrance wel: ik ben er zelf ook ingetrapt.
Lees ook: Thomas: 'Alzheimer heeft een enorm gat in haar geheugen geslagen'
Ik dacht dat ik moest laten zien dat ik precies hetzelfde was als mensen die niet transgender waren. Op die manier zouden vooroordelen over transgenders vanzelf verdwijnen, dacht ik. Het was mijn taak om te voldoen aan de norm; ik moest uitblinken in normaal zijn. Soms zag ik op straat iemand lopen die voldeed aan het freaky transgenderstereotype. Iemand met een baard en een jurk aan, bijvoorbeeld. Dan dacht ik: doe alsjeblieft normaal. Jij maakt het moeilijker voor mij. Inmiddels schaam ik me voor die gedachte.
'Ik zie jou niet als een transgender,' zeiden sommige mensen tegen mij. Natuurlijk is het fijn dat mensen niet de hele tijd in hun hoofd hebben dat ik ooit van geslacht ben veranderd, maar eigenlijk is die opmerking geen compliment. Veel te vaak worden verschillen tussen mensen gezien als een gebrek. En als je met je transgender- of migratieachtergrond wél aan de norm voldoet, word je gezien als een uitzondering op de regel.
Weg met het goede voorbeeld. Trek die standbeelden van hun sokkel, dan verandert er misschien eens wat.
Lees hier meer columns van Thomas.