Thomas: 'Ik heb poep aan mijn vinger'
Thomas van der Meer (1986) drinkt zijn koffie zwart, is team koriander en woont aan de rand van het bos. Met zijn debuutroman Welkom bij de club hoopt hij zijn nieuwe badkamer te financieren. Verder studeert hij verpleegkunde en is-ie transgender, maar daar merk je verder niks van.
Mevrouw Coumans (84) zit in haar leunstoel met haar wijsvinger omhoog.
'Heeft u een vraag?'
'Nee,' zegt ze. 'Ik heb poep aan mijn vinger.'
Lees ook: Thomas: 'Ik wist niet dat je zó lang aan je piemel kon sjorren'
Op de wc probeerde ze haar achterwerk af te vegen en dat ging niet helemaal goed. Ze praat er achteloos over en zonder gêne, alsof die bruine vinger de normaalste zaak van de wereld is. Misschien is ze eraan gewend geraakt al haar intieme dingen te delen, want ze is al heel lang afhankelijk van hulp bij het wassen en op de wc. Of het is decorumverlies. Je decorum is je fatsoen. Bij bepaalde ziektebeelden, bijvoorbeeld alzheimer, kun je je manieren verliezen: mensen met dementie weten op een gegeven moment niet meer hoe het hoort.
Veel mensen die ik verzorg, hebben hulp nodig om op de wc te komen. Als ik ze heb geholpen, zeg ik: 'Nu geef ik u even een momentje.' Dat zeg ik vooral voor de vorm, want terwijl ik het zeg, hoor ik het al lopen. Het kan die mensen niets schelen dat ik ernaast sta. Gelukkig maar, want het zou mijn werk een stuk minder leuk maken als iedereen zich de hele tijd zat te schamen.
Nadat ik mevrouw Coumans heb geholpen met wassen en aankleden, vraag ik of ik haar met de rolstoel naar de eetzaal zal brengen.
'Dat mag,' zegt ze. Ze kijkt naar haar tas die aan de leuning van de rolstoel hangt. 'Als je maar van mijn portemonnee afblijft.'
'Wat denkt u wel niet?' mopper ik.
Lees ook: Thomas: 'Ik was elf toen ik voor het laatst had gezwommen'
Een paar kamers verderop ligt mevrouw Vermeulen (86) te sterven. Ze ziet helemaal geel. Je kunt geel worden als je te veel bilirubine in je bloed hebt, dat is een giftig afvalstofje. Het komt vrij als je lichaam oude bloedcellen opruimt en daarna poep je het uit, maar niet als je lever en galwegen niet goed werken, zoals die van mevrouw Vermeulen.
Mensen met geelzucht heb ik wel vaker gezien, maar nog nooit zo geel als mevrouw Vermeulen. Ik buig me over haar bed om haar eens goed te bekijken. Ze is geler dan een gele regenjas. Ze geeft zowat licht, zo geel. Ze fluoresceert als een markeerstift.
Aan de wand naast haar bed hangen foto's van haar familie, vooral van haar kleindochters. De ene kleindochter is model en de andere zit in het leger. In een hoge rang, aan de strepen op de schouders van haar uniform te zien. Mevrouw Vermeulen heeft vaak glunderend naar die foto's gewezen. Nu staat er een hele club familie rond haar bed: broer, zussen, kinderen en de kleindochters.
'Wat fijn dat uw familie er is.'
Ze haalt haar schouders op. 'Wat heb ik eraan?' bromt ze.
Mevrouw Vermeulen heeft haar decorum aan de wilgen gehangen en dat snap ik wel. Ze ligt hier maar de hele dag in bed, te wachten op haar dood. Suf van de medicatie. Aan de andere kant denk ik: great, mevrouw Vermeulen. Zo gaat u de geschiedenis in.
Deze column verscheen eerder in september 2020. Lees hier meer columns van Thomas.