Thomas: 'Ik signeerde mijn eerste boek met een kleutertekst'
Thomas van der Meer (1986) drinkt zijn koffie zwart, is team koriander en woont aan de rand van het bos. Met zijn debuutroman Welkom bij de club hoopt hij zijn nieuwe badkamer te financieren. Verder studeert hij verpleegkunde en is-ie transgender, maar daar merk je verder niks van.
Al mijn successen gaan gepaard met een loserachtige ervaring. Dat ontdekte ik toen ik door mijn dagboek scrolde. Nou ja, het is eigenlijk geen dagboek: het zijn notities over mijn belevenissen. Iedereen adviseerde me om dat te doen, notities maken. Anders vergeet je het misschien, zeiden ze. ‘Dit is je eerste boek, dit maak je maar één keer mee.’
Mijn belevenissen verzamelde ik in struggles van een debutant.docx. Het patroon is niet te missen: telkens als er iets goeds gebeurt, gebeurt er daarna iets debiels.
Bijvoorbeeld.
Lees ook: Thomas: 'Ik wilde 40 kilo op zijn tenen laten stuiteren'
Ik tekende mijn contract bij de uitgeverij en toen kreeg ik een bos rozen. Het regende die middag keihard. Ik liep terug naar het station met mijn regenjas aan, maar de bloemen werden nat. Ze waren in zwart papier gewikkeld en dat begon af te geven. In de trein ontdekte ik dat mijn hand zwart was, maar ik realiseerde me niet dat ik over mijn gezicht had gewreven.
Op het station haalde ik mijn fiets uit de stalling. Terwijl ik als een roetveegpiet door de stad fietste, dacht ik: tsjonge, nu ben ik een echte schrijver!
Ik deed vervolgens boodschappen in de supermarkt en daarna kocht ik ook nog ergens een vaas voor de rozen. En niemand die er iets van zei.
In de maanden daarna ging ik aan de slag met de redacteur, die krabbelde dingen in de kantlijn, zoals: ‘waarom staat dit hier?’, ‘wie zegt dit?’, ‘wat bedoel je hiermee?’. Toen de redacteur tevreden was, werd het boek voor de zekerheid door nog iemand gelezen en daarna door nog iemand en daarna door nog iemand.
Na een halfjaar was het klaar. Ik bedoel echt helemaal klaar. Vers van de drukker was er een doos vol exemplaren van mijn boek op de uitgeverij bezorgd. Ik hield het boek in mijn handen. Mijn uitgever en de redacteur stonden er glunderend naast.
Dit was het moment waarop het universum kalibreerde en een correctie maakte in de vorm van Anton Dautzenberg, die opeens om de hoek kwam. Ik had hem al eens gezien op een borrel en toen durfde ik niet met hem te praten. Mijn uitgever gaf hem een exemplaar uit de doos.
‘Nu je hier toch zit, kun je hem mooi even signeren,’ zei Anton Dautzenberg, en hij legde het boek voor me op tafel met een pen ernaast.
‘Maar ik weet helemaal niet hoe dat moet!’ zei ik. Als je een boek signeert, moet je er namelijk iets leuks in schrijven en ik wist niets leuks. ‘Wat schrijf jij als je signeert?’
‘Gewoon,’ zei hij, en hij haalde zijn schouders op. ‘Iets vreselijks.’
‘Op welke pagina moet het eigenlijk?’
Lees ook: Thomas: 'De stagiair riep: BEN JIJ TRANSGENDER?'
‘Pagina 63.’
‘Op de titelpagina,’ mompelde de uitgever.
‘Maar er zijn twee pagina’s met de titel erop,’ zei ik.
Anton Dautzenberg legde het boek voor me open op de juiste pagina. ‘Eerst de datum opschrijven,’ zei hij, ‘en dan de plaats.’
Daarna moest ik iets leuks schrijven. Ik schreef ‘voor Anton, van Thomas,’ en gaf hem het boek terug. Hij wierp een blik op mijn kleutertekst en keek me daarna taxerend aan. Toen gaf hij me een bemoedigend klopje op mijn schouder.
Lees hier meer columns van Thomas.