Thomas: 'Straks mag ik haar bed niet meer aanraken'
Thomas van der Meer (1986) drinkt zijn koffie zwart, is team koriander en woont aan de rand van het bos. Met zijn debuutroman Welkom bij de club hoopt hij zijn nieuwe badkamer te financieren. Verder studeert hij verpleegkunde en is-ie transgender, maar daar merk je verder niks van.
'Heb jij een vriendin?' vroeg mevrouw Pitstra (93) op mijn eerste werkdag in het verpleeghuis, een paar maanden geleden. Ze zat in haar stoel toe te kijken hoe ik haar bed opmaakte.
'Nee,' zei ik.
'Hoe kan dat nou? Je bent zo'n dotje.'
Ik zei maar niet dat ik homo ben. Mevrouw Pitstra is hartstikke christelijk, ik dacht: straks mag ik haar bed niet meer aanraken. Het zou niet de eerste keer zijn dat me zoiets overkwam.
In de kantine vroeg een collega of ik homo of hetero ben. 'Dat vroegen wij ons namelijk af,' zei ze.
Lees ook: Thomas: 'Ik heb ontdekt dat bejaarden ook seks hebben'
'Homo,' zei ik.
Ze stootte de collega naast haar aan. 'Zie je wel! Ik zei het toch.'
Ze vertelde dat ze hadden getwijfeld, omdat ik te zacht was voor een hetero en te slonzig voor een homo. Ze zei niet letterlijk 'te slonzig'. Ze zei: 'Je doet je haar niet en zo.'
Met de H van homo en de T van transgender hoor ik tweehonderd procent bij LHBT. Te zacht voor een hetero en te slonzig voor een homo zijn vooroordelen, en vooroordelen hoor ik best vaak. Maar gelukkig is er bijna nooit iemand die zegt: ik keur homoseksualiteit af. Of: ik vind het verkeerd dat je van geslacht bent veranderd. Alleen godsdienstige mensen zeggen zulke dingen.
Ik weet niet zeker of ik tegen godsdienst ben. Ik weet wel dat er meestal niet veel goeds van komt, maar ik kan me niet voorstellen dat een kortzichtige gelovige heel ruimdenkend zou zijn geweest zonder godsdienst. Godsdienst is uiteindelijk wat je er zelf van maakt.
Gisteren zat mevrouw Pitstra huilend op de rand van haar bed, omdat ze zich niet meer kon herinneren wanneer haar ouders waren overleden en of ze afscheid van hen had genomen. 'En ik wil zo graag even naar huis,' snikte ze, 'maar ik denk dat ik hier moet blijven. Woon ik hier?'
Lees ook: Thomas: 'Alle bewoners die besmet waren, zijn beter of dood'
We praatten een tijdje over haar leven en haar familie en toen ging het wel weer.
'Alles komt uiteindelijk goed,' zei ze. 'De Heer leidt mij de weg.'
'Ja,' zei ik.
'Geloof jij dat ook?'
'Ik weet het niet.'
'Ben jij anders opgevoed? Gingen je ouders niet naar de kerk?'
Ik vertelde dat we katholiek waren, totdat de paus een reeks uitspraken deed die mijn moeder niet bevielen. Toen schreef ze ons hele gezin uit.
'O, dat is heel goed,' zei mevrouw Pitstra. Ze snoot haar neus. 'Je moet altijd kritisch blijven en je eigen gang gaan.'
Ik denk dat ik tegen mevrouw Pitstra wel gewoon had kunnen zeggen dat ik homo ben.
Thomas is even met zomervakantie. Deze column verscheen eerder op 2 juni 2020. Lees hier meer columns van Thomas.