Thomas: 'Dit is de meestgestelde vraag aan transgenders'
Thomas van der Meer (1986) drinkt zijn koffie zwart, is team koriander en woont aan de rand van het bos. Met zijn debuutroman Welkom bij de club hoopt hij zijn nieuwe badkamer te financieren. Verder studeert hij verpleegkunde en is-ie transgender, maar daar merk je verder niks van.
Na een lezing op een LHBT-evenement stond ik aan de bar met een groep andere transgenderjongens. 'Ik weet nog steeds niet wat ik moet zeggen als iemand vraagt of ik geopereerd ben,' zei een van hen. Dat is de meestgestelde vraag aan transgenders.
'Je kunt toch uitleggen dat je er liever niet over praat omdat het zo persoonlijk is?' vroeg ik.
Hij vertelde dat hij de vraag weleens omdraaide om duidelijk te maken dat die ongepast was: hij vroeg de vrager eerst iets te vertellen over zijn eigen geslachtsdelen. 'Maar sommige mensen geven dan gewoon antwoord,' zei hij.
Lees ook: Thomas: 'Mannen verkopen meer boeken dan vrouwen'
'Ik vraag altijd geld,' zei een andere jongen. 'Als iemand vraagt of ik ben geopereerd, zeg ik: je mag wel even kijken, maar dan moet je betalen. Vijfhonderd euro, dan haakt iedereen af,' zei hij. 'En zo niet, ook prima. Dat is makkelijk verdiend.'
Heel vaak gaan de gesprekken die ik op zulke evenementen heb over taal: hoe reageer je op bepaalde vragen, hoe leg je dingen uit, welke woorden gebruik je wel en welke juist niet?
Daar moest ik tijdens de kerstbrunch aan denken. Ik zat zo ver mogelijk bij neef Peter vandaan, want die was verkouden en telkens als hij zijn neus ophaalde liet hij zijn snot ratelen in zijn keel. Zo belandde ik aan de andere kant van de kamer naast tante Sylvia. Tante Sylvia begon meteen een verhaal te vertellen over iemand die ze kende die transgender was.
Samen met oom Sietse en de kinderen ging ze op visite bij een echtpaar waarmee ze bevriend waren. Het echtpaar had twee zonen: Tim en Jasper. Maar die middag waren er een zoon en een dochter: Tim en Jasmijn. Er werd met geen woord over gesproken, maar tante Sylvia begreep dat Jasper in Jasmijn was veranderd. Ze was heel mooi geworden. Goed gelukt, zoals dat heet.
Lees ook: Thomas: 'Een bord terugsturen in een restaurant? Zou ik nóóit doen'
'Wat is Jasmijn een mooi meisje,' zei tantes zoontje toen ze aan het eind van de dag in de auto naar huis reden.
'Jasmijn is eigenlijk een jongen,' had ze geantwoord. 'Jasmijn is Jásper!'
Ik legde mijn bestek neer om even goed na te denken. Door te stellen dat Jasmijn eigenlijk een jongen is, zegt tante dat Jasper doet alsof hij Jasmijn is en dat ik doe alsof ik Thomas ben. Wij zijn nep. Misschien bedoelde tante het niet zo. Ik ken mensen die andere dingen zeggen dan ze bedoelen omdat ze te subtiel praten, misschien kiest zij haar woorden juist te grof. En als ik al niet weet hoe ik de dingen moet noemen, hoe moet zij het dan weten? Haar verhaal had ik in elk geval veel leuker gevonden als ze tegen haar zoon had gezegd: Ja, Jasmijn is een mooi meisje. Maar dat zei ze niet. Ze zei: Jasmijn is eigenlijk een jongen.
Lees hier meer columns van Thomas.