De Samenwoonmonologen #3: Botsende ochtendrituelen
Wendy woont sinds kort samen met haar vriend. En dat levert verhalen op. In De Samenwoonmonologen deelt ze elke week de meest frustrerende (en vooruit: soms ook de gezellige) aspecten van het samenwonen. Want zo’n vent in huis: het is effe wennen. Deze keer: hoe laat je twee verschillende ochtendrituelen elkaar niet in de weg zitten?
In de ochtend ben ik niet op mijn best, en dat is een understatement. Ik vind wakker worden vreselijk. De enige manier waarop het me lukt is door direct uit bed te springen als de wekker gaat en op de automatische piloot een ochtendritueel af te draaien. Toen ik me realiseerde dat samenwonen inhoudt dat je iedere dag wakker wordt naast iemand met een geheel eigen ochtendritueel, voorzag ik problemen.
We hebben namelijk maar één douche. En we hebben eigenlijk ook maar net genoeg kamers om mijn ochtendhumeur een beetje de ruimte te geven. Een ochtendactieplan leek me dan ook noodzakelijk. Want mijn automatische piloot moet in de ochtend vooral geen turbulentie tegenkomen in de vorm van iemand die aan het douchen is op het moment dat ik wil douchen, of in de vorm van iemand die het aanrecht nodig heeft terwijl ik het aanrecht nodig heb.
Lees ook: De Samenwoonmonologen #1: Wat mag blijven?
Mijn ochtendschema is op zich vrij simpel. Stap 1) Ontbijten. Stap 2) Douchen. Stap 3) Aankleden. Stap 4) Opmaken. Stap 5) Spullen bij elkaar rapen en vertrekken. Bij mijn vriend ontbreekt stap 4, en stap 1 en 2 doorloopt hij in omgekeerde volgorde. Je zou zeggen: ideaal. Terwijl de een doucht, ontbijt de ander, en andersom. Maar toen we dat probeerden, ontstond een issue. Hij bleef namelijk stiekem nét iets langer liggen dan ik vanwege het ontbreken van stap 4.
Gevolg: turbulentie. Hij stond in de douche terwijl ik wilde douchen.
Zoveel tegenslag in het eerste kwartier van mijn ochtend: daar kom ik de rest van de dag niet meer overheen. Ja, dat is een slechte eigenschap. Maar hé, die heb jij vast ook. Je vindt me wellicht weer wat sympathieker als ik je vertel dat ik in eerste instantie geprobeerd heb de situatie met een van mijn goede eigenschappen – alles zelf oplossen, zonder hulp van buitenaf – recht te trekken.
Lees ook: De Samenwoonmonologen #2: Het contract
Dat hield in dat ik mijn wekker iets eerder zette. Zo kon hij gewoon wat langer blijven liggen, en had ik al gedoucht voordat hij überhaupt twee benen naast het bed gezet had. Er deed zich alleen een kleine complicatie voor. Na een paar dagen werd ik zo godsgruwelijk chagrijnig van dat knettervroege opstaan, dat we moesten besluiten dat het voor ons allebei (en vooral voor onze relatie) beter was als dit niet ons nieuwe ochtendritueel zou worden.
Dus nu heb ik toestemming om hem liefdevol het bed uit te sjorren als hij zich ’s ochtends nog een keertje om probeert te draaien. Onze automatische piloten zijn daarna verder helemaal op elkaar afgestemd. Geen turbulentie, geen botsingen in de keuken, en heel belangrijk: geen confrontatie in douche. Want die ruimte is écht te klein om mijn ochtendhumeur in tegen te komen.
Meer Samenwoonmonologen lezen? Dat kan hier.