De Samenwoonmonologen #21: Fastfood
Wendy woont sinds kort samen met haar vriend. En dat levert verhalen op. In De Samenwoonmonologen deelt ze elke week de meest frustrerende (en vooruit: soms ook de gezellige) aspecten van het samenwonen. Want zo’n vent in huis: het is effe wennen. Deze keer: als jij een voorliefde hebt voor fastfood. Maar hij niet.
Ik ben dol op eten dat je eigenlijk niet naar binnen zou moeten werken. Mijn gezonde verstand laat het volledig afweten als het gaat om ongezond voedsel. Vette, vieze, gefrituurde en door het Voedingscentrum (en #fitgirls) strikt afgeraden voedingswaren: ik ga er nogal lekker op. Stel me een voordeelmenu van Restaurant de Gouden Bogen in het vooruitzicht en ik doe alles voor je.
Nou ja, bijna alles.
Ik weet natuurlijk dondersgoed dat je van fastfood alleen een korte kick krijgt, om er vervolgens de rest van de avond een schuldgevoel aan over te houden. (En weer honger te hebben.) Maar ik kan het niet weerstaan. Van de gefrituurde hapjes van de Kipkolonel tot de kringelfrietjes van de Burgerkoning: ik zou willen dat ik er nee tegen kon zeggen, maar ik Kan. Het. Niet. Het is niet zo dat ik wekelijks zo’n maaltijd nuttig – maar zeker één keer in de maand slaan de cravings toe. En daar móét ik dan aan toegeven.
Lees ook: De Samenwoonmonologen #20: Samen niets doen
En zo geschiedde het dat ik aan het begin van onze samenwoonsituatie op een willekeurige vrijdagavond tussen neus en lippen door aan mijn vriend voorstelde om even kapsalon te gaan halen bij de snackbar om de hoek. Een bak vol vettigheid met saus eroverheen – naar mijn idee is dat de ideale hap om het weekend mee in te luiden. Alleen bleek vriendlief daar een beetje anders over te denken.
‘Gat-ver-dam-me.’
Ineens realiseerde ik me dat het ongezondste dat ik hem ooit had zien eten een kaassoufflé was. En dat was om half vijf ’s ochtends, terwijl zowel zijn hersenen als ruggengraat in alcohol dobberden. En verdomd: had ik niet laatst nog opgeschept dat het zo fijn was dat hij nog nooit de fout had gemaakt om me voor een ‘romantische date’ mee te nemen naar een fastfoodketen? Ik had op basis daarvan alleen niet helemaal de conclusie getrokken dat ál het ongezonde eten uit den boze was. Maar dat bleek helaas wel zo te zijn.
Lees ook: De Samenwoonmonologen #19: Tandenpoetsen
Mijn vriend houdt niet van ongezond. Je maakt hem niet gelukkig met een hamburgermenu-met-cola-en-fritessaus, en blijkbaar ook niet met een aluminium-bakje-patat-vlees-kaas. En dat betekent voor mij: een groot probleem. Nou ja, eigenlijk is het natuurlijk een zegen dat zijn afkeer ervoor zorgt dat ik me niet meer zo ongegeneerd op fastfood kan storten. Maar het is ook een gemis. Ik <3 fastfood.
Om schaamteloos aan mijn guilty pleasure toe te kunnen geven, sla ik nu dus toe op de avonden dat mijn vriend niet thuis is. Dan bestel of haal ik ter compensatie een dubbele portie ongezonde zooi. En om eerlijk te zijn smaakt dat nu zo mogelijk nóg lekkerder, omdat ik niet alleen schijt heb aan mijn eigen geweten, maar ook aan de kritische blik van mijn afwezige vriend die ik op de een of andere manier toch in mijn nek voel branden.
Daarna zet ik alle ramen open, en ren ik met het bewijsmateriaal naar de containers verderop in de straat.
Ja, het is jammer dat het schuldgevoel achteraf ook intenser voelt.
Meer Samenwoonmonologen lezen? Dat kan hier.