De Samenwoonmonologen #9: Betrapt
Wendy woont sinds kort samen met haar vriend. En dat levert verhalen op. In De Samenwoonmonologen deelt ze elke week de meest frustrerende (en vooruit: soms ook de gezellige) aspecten van het samenwonen. Want zo’n vent in huis: het is effe wennen. Deze keer: rustig je ding kunnen doen. Of niet.
Jarenlang liep ik ongegeneerd naakt door de gang van mijn huis. Het was mijn dagelijkse avondwandeling van twaalf stappen - van de wasmand naar de douche. Zonder rechte schouders, zonder ingehouden buik, zonder na te denken over de putjes in mijn billen. Niemand kon me zien, dus het maakte niet uit hoe ik eruitzag. Soms, als de muziek aan stond, deed ik er een dansje bij. Kon mij het schelen.
Pas nu realiseer ik me wat een ongekende vrijheid dat was. Want sinds mijn vriend bij me woont, wil ik mijn best doen. Als ik naakt door de gang loop, probeer ik op mijn Quasimodo-houding te letten en houd ik mijn buik in. Op onzekere dagen doe ik mijn badjas aan, zodat ik zeker weet dat hij geen vernietigend oordeel kan vellen over mijn billen. Ik kan me niet herinneren wanneer ik er voor het laatst een dansje bij deed.
Lees ook: De Samenwoonmonologen #8: Inruimen van de vaatwasser
Er zijn nog meer dingen die ik ineens ingewikkeld vind. Vroeger, in het pre-samenwoontijdperk, kon ik rustig drie kwartier opgevouwen op mijn bed zitten, met op vijf centimeter afstand van mijn gezicht een vergrotende spiegel. Grondig bestudeerde ik dan iedere porie, ieder vlekje en iedere wenkbrauwhaar. Moest er iets uitgeknepen worden? Kapot worden gekrabbeld? Worden geëpileerd? Met pincet binnen handbereik, tikten de minuten geruisloos voorbij.
Nu niet meer. Nu schiet ik recht overeind als mijn vriend zich drie deuren verderop in de woonkamer ook maar zoveel als verroert. Het lijkt me een nachtmerrie als hij ineens in de deuropening opduikt, terwijl ik net op bijna chirurgische wijze een minieme pukkel of nog onzichtbare wenkbrauwhaar tot bloedens toe te grazen neem. Niet omdat hij er geen begrip voor zou hebben dat ik nogal extreme eisen aan mijn huid stel hoor. Maar wel omdat ik hem graag in de veronderstelling laat dat ik gewoon perfect ben.
Lees ook: De Samenwoonmonologen #7: De (gezamenlijke) bankrekening
Binnen die context vind ik douchen tegenwoordig ook ingewikkeld. Het is ongekend lief dat hij zich zó op zijn gemak bij me voelt, dat hij denkt dat hij gewoon de badkamer in kan lopen om een tandenstoker te pakken terwijl ik net onder de douche sta. Hij weet alleen niet dat het mijn allergrootste angst is dat hij een keer binnenloopt terwijl ik mezelf net voorzien heb van een goeie laag scheerschuim op plekken waarvan hij denkt dat ze van nature glad zijn.
Als ik geen hartaanval zou krijgen, zou ik sterven van schaamte.
Of ik zou doodbloeden omdat ik van schrik het scheermes niet meer onder controle heb.
Sommige dingen moet je niet met elkaar willen delen. Mensen die een nummer 2 doen in een badkamer-met-toilet waarin de liefde van hun leven zich op dat moment ook bevindt, zijn naar mijn idee hard onderweg naar het einde van hun relatie. Een aantal handelingen kun je beter uitsluitend solo verrichten. Vanaf nu doe ik dus gewoon de deur op slot als ik ga douchen - hoe vijandig dat ook mag lijken. Kan ik in ieder geval gewoon weer stressvrij scheren. En, ook heel prettig, naakt een dansje doen.
Meer Samenwoonmonologen lezen? Dat kan hier.