De Samenwoonmonologen #34: Snoep in huis
Wendy woont sinds kort samen met haar vriend. En dat levert verhalen op. In De Samenwoonmonologen deelt ze elke week de meest frustrerende (en vooruit: soms ook de gezellige) aspecten van het samenwonen. Want zo’n vent in huis: het is effe wennen. Deze keer: snoep in huis.
Ik ben gek op snoepen. Altijd al geweest. Mijn ouders hadden vroeger thuis een snoeppot, en daar kon ik alleen bij door op het aanrecht te klimmen en m’n lichaam in een onmogelijke bocht te wringen om het kastje open te krijgen. Het is een wonder hoeveel snoep ik daaruit heb weten te krijgen zonder van het aanrecht te donderen. Dat had overigens een wonderlijk tafereel opgeleverd: ik met een kapotte hersenpan op de plavuizen met een dropje in m’n mond.
Maar goed. Snoep dus. Het maakt me niet zoveel uit of het zoet of zout is – ik snaai het allemaal. Cashewnoten, kabelspekkies, roze koeken, salmiaklolly’s, groene kikkers, caramelfudge, pepsels, honingdrop, (krijg je al trek?), macarons, Croky Bolognese-chips, biggetjes, tumtum en Autodrop: ik werk het maar wat graag naar binnen. Maar toegegeven: er zijn een paar absolute toppers. Haribo Kindermix en zoute popcorn staan bovenaan de favorietenlijst. En chocola.
Iedere willekeurige variant op chocola, om heel eerlijk te zijn.
Lees ook: De Samenwoonmonologen #33: Licht uit
Toen ik op mezelf ging wonen, was ik intens gelukkig dat ik niet meer op het aanrecht hoefde te klimmen, maar gewoon, hartstikke volwassen, al het lekkers binnen handbereik kon houden. Dat was zowel voor m’n tanden als m’n lichaam misschien niet het allerbeste idee, maar soit. Inmiddels kan ik mezelf wat beter bedwingen. Alleen is er nu een nieuwe beer op de weg. Mijn vriend.
Als je alleen woont, is al het snoep voor jou. Als je samenwoont, is al het snoep voor jullie samen. En dat kan twee kanten op: óf hij vreet de Nibbits op voordat jij je hand ook maar naar de zak hebt kunnen uitsteken. Óf hij klaagt hardop dat je ‘te veel snoept’. Bij mij thuis is dat laatste aan de hand. Als ik net een gesuikerde perzik in m’n mond steek, en ik hoor hem aan komen lopen, voel ik dezelfde paniek in m’n lijf als toen ik vroeger de traptreden hoorde kraken terwijl ik op het aanrecht stond.
Lees ook: De Samenwoonmonologen #32: Lengte doet er wel toe
Natuurlijk heeft hij een punt. Ik snoep ook te veel. En als hij kritisch vraagt waarom ik niet gewoon een appel of een banaan pak, heb ik daar ook geen goed antwoord op. Appels en bananen vind ik namelijk óók hartstikke lekker. Maar ik kan de weerleiding van dingen-die-niet-aan-een-boom-groeien blijkbaar niet weerstaan. En dan voel ik me slecht, en zit ik met een schuldgevoel. Door hem.
Máár! Mocht jij ook met iemand samenwonen die je met dit soort gemene vragen probeert gezonder te laten leven (wat echt heel nobel is, alleen niet altijd waar je als mens zin in hebt), dan heb ik de oplossing voor je. Koop een zak M&M’s. Want mijn vriend houdt zogenaamd niet van chocola of snoep, tót ik een zak M&M’s in huis haal. Niemand kan die krengen weerstaan. Natuurlijk krijg je als je smalend zit toe te kijken hoe hij de M&M’s verorbert te horen dat je ‘die dingen ook niet moet kopen’.
Maar dan moet je gewoon maar denken: tuurlijk lieverd. Neem nog een handje.
Meer Samenwoonmonologen lezen? Dat kan hier.