De Samenwoonmonologen #30: Scheetjes laten
Wendy woont sinds kort samen met haar vriend. En dat levert verhalen op. In De Samenwoonmonologen deelt ze elke week de meest frustrerende (en vooruit: soms ook de gezellige) aspecten van het samenwonen. Want zo’n vent in huis: het is effe wennen. Deze keer: scheetjes laten.
Laten we het even hebben over een onderwerp waar misschien in het algemeen wel te weinig over wordt gesproken: scheetjes. Ook wel darmgassen, ruften, windjes of scheten genoemd. Het maakt mij niet uit welk zelfstandig naamwoord je gebruikt en of je er een verkleinwoord(je) van maakt of niet – je wéét waar ik het over heb. En ik kan je vertellen dat het bestaan van dit natuurlijke ontluchtingsmechanisme ineens een ding wordt als je gaat samenwonen.
Als je samenwoont zijn er windtechnisch namelijk een aantal mogelijkheden. Laat me ze voor je uiteenzetten. Optie 1: Jullie houden stoïcijns de illusie in stand dat jullie op wonderbaarlijke wijze allebei door god gezegend zijn met een darmsysteem waarin gassen zich niet ophopen. Jullie laten ze niet vliegen. Nooit. Al zit je met de ergste darmkrampen allertijden naast je partner op de bank: Je. Houdt. ’M. Binnen. Best ingewikkeld, maar ook nobel.
Want waarom zou je je lief moedwillig willen confronteren met intense geuren zonder bloemige ondertoon?
Lees ook: De Samenwoonmonologen #29: Pakketjes verstoppen
Optie 2 (en dit is de andere kant van het spectrum): Jullie ruften er in elkaars nabijheid vrolijk op los. Niets menselijks is jullie vreemd, en de stoelgang moet niet belemmerd worden, toch? Als er eentje de vrijheid zoekt, dan geef je daaraan toe. Je bent immers thuis: als je hier al krampachtig moet gaan doen, dan wordt het leven wel heel ingewikkeld. Nee, romantisch is het niet, maar hé: wie zegt eigenlijk dat het altijd allemaal romantisch moet zijn?
De grootte van de scheet is daarbij naar mijn mening van belang. Net zoals je in kledingstukken een matensysteem hebt, bestaat er denk ik ook een schaal van flatulentie. De XS is het minischeetje – ruikt niet, klinkt niet, rechterbil omhoog en door met je leven. Daar maakt niemand zich druk om. Een M’etje is er eentje die ofwel te horen, ofwel te ruiken is – en waar in een Optie 2-relatie blijkbaar niemand van opkijkt. Bij een XXL-wind vertrekt ieders gezicht en rennen mensen soms van schrik de kamer uit.
Ik denk niet dat je die laatste variant binnen een relatie moet willen normaliseren.
Lees ook: De Samenwoonmonologen #28: Borreltijd
Zelf zit ik dan ook klem in Optie 3: een situatie waarin vrees ik velen met mij verkeren. In deze samenwoonconstructie probeer je namelijk Optie 1 na te streven omdat je Optie 2 niet zo sexy vindt, maar helaas trekken je darmen zich weinig aan van jouw persoonlijke voorkeuren. Veelal kun je de scheetjessituatie redden door even snel naar het toilet te lopen. Soms gaat dat alleen mis. Je bent ook maar een mens.
Pfffrrt.
*Twee ietwat ongemakkelijke blikken*
(Of erger nog: geen ‘pfffrrt’, maar wel de geur.)
Als je besloten hebt dat er geen ruimte voor scheetjes is in jullie samenwonende leven, en er dient er zich tóch eentje aan, heb je een crisissituatie. Hoe ga je om met iets dat volgens de spelregels niet bestaat? Stug negeren en doen alsof er niets gebeurd is klinkt als een goed advies, maar in geval van een XXL-wind is dat wat lastig. Mijn oplossing? Gewoon beschuldigend naar de kat wijzen. Tot dusverre kom ik ermee weg. Optie 3 FTW.
Meer Samenwoonmonologen lezen? Dat kan hier.