De Samenwoonmonologen #23: De was
Wendy woont sinds kort samen met haar vriend. En dat levert verhalen op. In De Samenwoonmonologen deelt ze elke week de meest frustrerende (en vooruit: soms ook de gezellige) aspecten van het samenwonen. Want zo’n vent in huis: het is effe wennen. Deze keer: de was doen.
Wat ik totaal heb onderschat aan samenwonen is De Was. Met hoofdletters ja. Ik verkeerde namelijk in de veronderstelling dat het wasgoed van twee personen twee keer zo veel was is als het wasgoed van één persoon. Om onverklaarbare redenen blijkt dat niet helemaal zo te werken. De was van twee personen is niet twee keer zo veel was. Het is om precies te zijn zeventien keer zo veel was.
Die shit houdt niet op. Nooit.
Op welke willekeurige dag van de week je ons huis ook binnenvalt: er staat altijd midden in de kamer een wasrek geparkeerd. Helemaal volgehangen met witte, zwarte, gekleurde of fijne was. Of met sportwas. Die heb ik namelijk sinds mijn vriend bij me woont. Vroeger knikkerde ik m’n yogalegging gewoon tussen de sokken, strings en T-shirts, maar dat mag niet meer. Sportkleding verdient schijnbaar z’n eigen was.
Lees ook: De Samenwoonmonologen #22: ‘Ziek’ zijn
Waarom er altijd was uithangt? Steengoede vraag, leuk dat je ‘m stelt, dat is namelijk precies wat ik me ook afvraag. We zijn namelijk de trotse eigenaren van een wasdroger. Of nou ja, ‘we’. Ík ben de trotse eigenaar van een wasdroger. Die heb ik al jaren, en die stouw ik altijd helemaal vol met was die droog moet. Daar is zo’n ding voor. Mijn vriend had geen wasdroger voordat hij bij me kwam wonen. Ik dacht dat hij het wel zou kunnen waarderen: een machine die ervoor zorgt dat je niet al je was door het hele huis heen hoeft te hangen.
Maar wat denk je? Vriendlief heeft een aversie tegen wasdrogers.
Als het aan hem ligt, gaat geen van zijn kledingstukken in de wasdroger. Of nou ja, zijn sokken mogen erin. En de handdoeken. That’s about it. Truien? Nee, geen optie, dan krimpen de mouwen, en hij heeft het al zo moeilijk met het vinden van truien waarvan de mouwen niet net onder zijn ellebogen eindigen. Sportkleren? Nee, sportkleren zijn gemaakt van supermagische turbostof die ervoor zorgt dat je sneller rent/fietst/beweegt, en die magie verbreek je zodra je zo’n sportshirt in de wasdroger gooit. Ondergoed? Nee, ben je gek ofzo, dan rekt die elastieken band uit!
Lees ook: De Samenwoonmonologen #21: Fastfood
Ik weet wat je denkt. Dan koopt vriendlief over een tijdje toch gewoon nieuwe onderbroeken? Exact mijn gedachte, dankjewel, we zitten lekker op één lijn. We hebben verdomme een apparaat in huis dat één zeer cruciale vierkante meter oppervlakte in beslag neemt, met als enige taak: kleren drogen. Waarom zouden we daar dan niet optimaal gebruik van maken?! In de gebruiksaanwijzing staat dat ’ie zelfs een speciale modus heeft voor delicate stoffen. Als ik mijn zijden jurkje erin stop, dan kunnen zijn fokking onderbroeken heus ook wel een droogsessie doorstaan.
Maar mijn vriend is onvermurwbaar. En dus sta ik regelmatig zijn sportkleren, onderbroeken of sokken (want: te weinig was om de wasdroger voor aan te zetten) uit te hangen over het wasrek. Hij doet het ook vaak zelf hoor. Maar dan kijk ik er vervolgens wel tegenaan, en dat is ook irritant. Soms, heel soms, als hij de hele dag niet thuis is, stop ik al zijn kleren toch in de droger na het wassen. Heeft ’ie nog nooit iets van gemerkt. En over een paar maanden is het Sinterklaas. Krijgt ’ie gewoon nieuwe onderbroeken.
Meer Samenwoonmonologen lezen? Dat kan hier.