Tim: 'Poep jij weleens op je werk? Dit is wat mij overkwam...'
Programmamaker Tim den Besten (31) is een Rotterdammer in Amsterdam met een fascinatie voor quinoakutten en Yolanthe. Hij maakte onder andere het programma Super Stream Me, schreef het boek Zou er wifi in de hemel zijn? en produceerde elke maand een column voor &C. Zijn programma Honderd dagen voor de klas is vanavond te zien op NPO3 om 21.00 uur.
Dus ik zat lekker te poepen op mijn werk bij de VPRO in Hilversum. In het gebouw zijn eigenlijk best veel toiletten, maar als ik moet poepen, ga ik altijd naar een en dezelfde wc. Noem het mijn vaste adresje. Mijn stampot. Plassen doe ik soms wel ergens anders: op welke wc ik dat doe, besluit ik soms pas op het allerlaatste moment, zo hou ik de relatie met mezelf spannend en sexy. Het zal wel instinct zijn dat ik poepen daar juist altijd graag op dezelfde pot doe.
Lees ook: Tim: 'Of ik een hartaanval heb? Nee joh, ik zit gewoon op mijn mobiel'
De uitverkorene is de meest linker wc van de toiletunit op de tweede etage, vlak bij de redactie van de VPRO Gids: niet omdat ik iets tegen die redactie of print in het algemeen heb hoor, het is in de loop der jaren gewoon zo gegroeid, natuurlijke selectie (en er zit ook een koffieapparaat om de hoek, dus twee vliegen in één klap, snap je). Situatieschets: het is een rij van drie wc’s. De middelste heeft me nooit getrokken en de rechter is het verst weg van de ingang van de unit, dus qua lui is dat sowieso nooit in me opgekomen. De muren van alle toiletten zijn geverfd in een soort koud blauw-grijzige kleur, en er zit ook boven elke pot een luchtverfrisser aan de muur, die om de zo veel tijd automatisch een geurtje spuit. (Als je lang zit te poepen maak je dat – pak ’m beet – ongeveer drie keer mee, waarna collega’s je tijdens de lunch vragen of je soms een nieuw geurtje hebt gekocht, waarna je dan het grapje kunt maken: ‘Ja dit is mijn nieuwe eau de toilet.’)
Maar goed, ik zat daar dus te poepen, niks aan de hand. Nou ja, er was natuurlijk wel iets aan de hand, want ik zat te poepen. En ik had de avond daarvoor gekaasfonduud. En bruine bonen gegeten. En KFC (Ring of fire). Dus er was heel veel aan de hand. Het was een situatie. Ik zal je de details besparen, maarik denk dat er bevallingen zijn geweest die makkelijker waren. (Het was niet gek geweest als ik na deze drol geboortekaartjes had verstuurd. Beschuit met muisjes. Enzovoort.)
Ik denk dat ik er zeker dertig minuten heb gezeten, en dan zit ik altijd lekker te scrollen op mijn telefoon. Dus ik las ondertussen over de nieuwe liefde van Ernst (van Bobbie en de rest), de exclusieve bonte servieslijn van Lil’ Kleine, en de nieuwe yoghurt die niet van yoghurt is gemaakt maar van oud karton. En toen was ik klaar.
Lees ook: Tim: 'Ik ben nu véél te opgefokt, ja!'
Ik zal er niet omheen draaien, het was gewoon best wel heftig. Daar kon de automatische geurverspreider niet tegenop spuiten, als je begrijpt wat ik bedoel. Dus ik mijn broek omhoog hijsen en me ondertussen heel erg schamen en me afvragen hoe zoiets uit mij kan komen. Ik klik het slot open om naar buiten te gaan, duw de deur open, loop naar de wasbak om mijn handen te wassen (in onschuld) en zie dan tot mijn grote schrik mijn baas de wc-unit binnenlopen, in een ferme ruk ‘mijn’ wc-deur opentrekken en naar binnen gaan. Ik hoor de ‘klik’ van het slot dat dichtgaat terwijl ik mezelf aankijk in de spiegel, mijn handen onder het sop.
‘Jezus, Tim! De tering!’ klonk er uit mijn wc.
Ik sprintte weg, belde 112 voor mijn baas en vroeg aan mijn collega’s waarom het eigenlijk zo erg is als iemand net na jou de wc in gaat, waarop iemand antwoordde: ‘Omdat iemand dan je ziel heeft geroken.’
Ik meldde me de rest van de week ziek.
Deze column verscheen eerder in magazine &C 2, 2019. Lees hier meer columns van Tim den Besten.