Luna (31): 'Ik had Lotte in de auto laten zitten'
Het moment waarop je knalrood kleurt, je buik samentrekt en je niet meer weet waar je moet kijken. Het overkwam Luna (31) toen ze haar baby vergat mee te nemen uit de auto.
Luna (31): ‘Achteraf denk ik dat ik gewoon heel erg moest wennen aan het moederschap en alles wat daarbij komt kijken; het duurde even voordat ik routine had. En ik was diep in gedachten verzonken. Maar dat is natuurlijk geen excuus voor wat ik heb gedaan.
Lees ook: 'Als ik nu ga, ben ik voor eeuwig de 'shit-girl''
Het was zomer. Ik had een vrije dag en was net met Lotte bij mijn lievelingstante geweest. Lotte was al vijf maanden en ik wilde haar graag laten zien. Omdat mijn tante ernstig ziek was, kon ze zelf niet langskomen. Ik had het veel eerder moeten doen, maar op de dagen dat ik niet werkte, vond ik het al een wonder als ik voor het einde van de middag gedoucht had.
Mechanisch klikte ik de Maxi-Cosi op de achterbank vast om naar huis te gaan. Ik moest echt vaker naar mijn tante toe, dit zou toch niet de laatste keer zijn dat ik haar had gezien? Ik maakte me zorgen.
Onderweg stopte bij het winkelcentrum om boodschappen te doen. Dan hoefde ik er straks niet opnieuw uit, want met een baby is alles een volksverhuizing. In de supermarkt gooide ik gedachteloos slenterend de spullen in mijn karretje. Jezus, wat waren die luiers toch duur. Wat was m’n leven veranderd met Lotte, maar wat was ik daar blij mee. Na bijna een halfjaar slapeloze nachten hingen de wallen zo ongeveer op m’n knieën, maar het was het waard. Nadat ik had afgerekend, moest ik alleen nog Nutrilon halen bij de servicedesk. De kassière zette het op de balie en ik reikte in mijn tas voor m’n portemonnee. Ik voelde een speen. Speen. Baby. Een soort vuurbal in mijn buik, kortsluiting in mijn hoofd. Ik had Lotte in de auto laten zitten. Ik liet de kar en de Nutrilon staan en rende naar buiten, het parkeerterrein op. O god, o god, o god, laat haar niet gekidnapt zijn, dacht ik steeds, terwijl het angstzweet over mijn rug liep. Ik was volgens mij wel twintig minuten in die supermarkt geweest. Ik zag een groepje mensen bij mijn auto staan. Een van hen stond gebogen voor het achterraam, iemand anders stond te bellen. Ik wurmde me ertussen om het portier open te doen. ‘Laat maar, ze is er al,’ hoorde ik de beller zeggen. Hij klonk woest. Lotte krijste als een speenvarken. Haar haartjes waren kletsnat van het zweet. Het was iets van 24 graden buiten, en ik had niet eens een raampje opengezet. ‘Stil maar, schatje, stil maar,’ herhaalde ik wel dertig keer terwijl ik haar dicht tegen me aandrukte.
Toen ze eindelijk stopte met huilen, hoorde ik de stemmen om me heen ineens. Althans, flarden van wat ze zeiden. ‘Belachelijk’ en ‘schandalig’ en ‘politie’. Ik weet niet eens meer wat ik terug mompelde, ik wist alleen dat ik me nog nooit zo diep en intens had geschaamd als op dat moment.
Ik wilde niets liever dan weg daar, maar ik moest even tot mezelf komen. En ik wilde mijn kind vasthouden. Nooit meer loslaten. Ik liep terug naar de supermarkt, waar mijn overvolle kar verlaten op me stond te wachten. Bij elke stap voelde ik priemende ogen in mijn natte rug. Inwendig smeekte ik dat niet iemand alsnog mijn kenteken had opgeschreven en de Kinderbescherming op me af zou sturen.’
Ook een verhaal over het moment waarop je door de grond kon zakken? Mail het naar magazine@andcmedia.nl