Lian kreeg een ongeluk in Thailand: 'Ik lag halfnaakt op straat'
Nu in het fijne, foute zomerboek van &C: Zeven jaar geleden vertrok Lian Maldegem voor een rondreis naar Thailand. Haar droomvakantie veranderde al snel in een nachtmerrie toen ze beide voeten verbrijzelde.
Lian (30): ‘Er zat die rampzalige avond een engeltje op mijn schouder, geen twijfel mogelijk. Al gauw besefte ik dat het ook heel anders had kunnen aflopen. Ik zat onder de blauwe plekken door de stang in de koker die mijn val had gebroken. Maar ik had ook mijn nek of rug kunnen breken, dan had ik het misschien niet kunnen navertellen. Ik ben blij dat ik op mijn voeten terechtkwam, die daardoor de klap opvingen. Vanaf de derde verdieping van het hotel viel ik zeker negen meter naar beneden. Met een dreun landde ik op de stoep. Daar werd ik pas wakker. Het was een stapavond, dus het was druk op straat. Er stonden allemaal mensen om me heen, die me stuk voor stuk gek aankeken. Logisch, als er ineens een halfnaakt meisje in nachtjapon naar beneden komt vallen. Ik probeerde op te staan, maar viel meteen weer om. Op dat moment kreeg ik een black-out.’
Lees ook: Wendy werd gestalkt: 'Hij zei: ik ga je dochter even lekker verwennen'
Gek gedrag
'Het begon juist als een mazzeltje. Ik studeerde communicatie en media en kreeg een vrijstelling van twee maanden omdat ik sommige vakken al tijdens mijn eerdere studie maatschappelijk werk had gevolgd. Ik besloot die vrije weken goed te benutten door op reis te gaan. In m’n eentje, want al mijn vriendinnen moesten gewoon naar school. Het werd Thailand: goedkoop, mooi en makkelijk te bereizen met openbaar vervoer. Ik vond het een uitdaging om alleen op reis te gaan en wilde graag leuke mensen ontmoeten en mooie dingen zien. In drie weken tijd wilde ik een rondje door het zuiden maken. Beginnen in Bangkok en dan langs de kust - Koh Samui en Koh Phi Phi - weer terug naar Bangkok. Mijn eerste bestemming na Bangkok was het eiland Ko Chang. Daar ontmoette ik Nienke, een andere Nederlandse backpacker. Het klikte tussen ons. Samen gingen we terug naar Bangkok om vanuit daar verder te reizen. Om kosten te besparen boekten we één hotelkamer. Die avond gingen we stappen. We maakten ons zorgvuldig op, trokken iets leuks aan en gingen richting Khao San Road, dé straat voor backpackers, vol cafés. We belandden in een kroeg waar we meteen aan de mixdrankjes gingen: wodka-Red Bull. Pas veel later hoorde ik dat je dit drankje nooit in Thailand moet drinken. De wodka is vaak zelfgestookt en veel sterker dan we in Nederland gewend zijn - hier zou het niet eens verkocht mogen worden. En ook de Red Bull schijnt daar vier keer sterker te zijn dan in Europa. We zaten met een groep locals en andere, voornamelijk mannelijke, backpackers aan een grote tafel te drinken. Om en om haalden we drankjes voor elkaar. Ik weet nog dat ik dacht: eigenlijk is het best link voor ons om als twee jonge, blonde meisjes met wildvreemden te gaan drinken, in het buitenland nog wel. Moest ik dat wel doen?'
'Die gedachte drukte ik snel weer weg. De mixdrankjes bleven komen. Ik had drie glazen op toen ik niet lekker werd. Ineens was ik heel moe. Later begreep ik van Nienke dat ik me gek gedroeg, heel druk en amicaal. Daarvan kan ik me niks meer herinneren. Ik zei tegen Nienke dat ik alvast naar het hostel ging omdat ik zo moe was. In m’n eentje ging ik naar het hostel. Van die wandeling weet ik echt helemaal niks meer. Ik trok mijn nachthemd aan en ging in bed liggen. Wanneer en waarom ik vervolgens opstond, is me nog altijd een raadsel. Later heb ik gereconstrueerd hoe het die bizarre nacht allemaal is gegaan. Ik ben uit bed gegaan, de gang op gelopen en een etage omhoog gegaan. Op de gang van de derde etage stond een hek met een groot vierkant gat van een meter breed erin. Hieraan zat een koker vast die helemaal naar beneden liep en werd gebruikt om de vuile was naar beneden te gooien. Of ik nou dronken was, gedrogeerd of gewoon slaapwandelde, is nog steeds een mysterie. Feit is dat ik in dat gat van het hek ben gevallen, de koker in. Eén flits van mijn val herinner ik me nog. Ik zat vast in de metalen koker. Een grote stang brak het eerste deel van mijn val. Boven me zag ik een hek, maar daar kon ik niet meer naartoe. En meters onder me zag ik de grond. Waarschijnlijk heb ik me toen laten vallen, zo van: dáár moet ik naartoe. Ik maakte een metersdiepe rotsmak naar beneden.’
Nieuwsgierig geworden naar het hele verhaal van Lian? Lees het in het fijne, foute zomerboek, dat nu in de winkels ligt. Of lees het verhaal hier op Blendle.