Floor heeft een postpartum angststoornis: 'Ik verwachtte een burn-out'
Floor Schmeitz (39) was dolblij met haar pasgeboren dochter. Dat ze steeds angstiger werd, bagatelliseerde ze. Pas na ruim drie jaar kwam de diagnose: een postpartum angststoornis en een milde depressie.
Floor: 'Terwijl ik zat te wachten bij de dokter, verwachtte ik eigenlijk de diagnose burn-out. Die krijgt iedereen, dus nu zal ik wel aan de beurt zijn, dacht ik. Toen de dokter even later constateerde dat ik een postpartum angststoornis had in combinatie met een milde depressie, was ik stomverbaasd. Depressief? Dat zijn toch mensen met zelfmoordneigingen? Die somber in een hoekje zitten? Daar herkende ik mezelf niet in. En postpartum? Mijn dochter was op dat moment al drie. Eigenlijk ging het al jaren niet goed met me, maar ik had moeite dat te erkennen. Nu nog, als ik eerlijk ben. Als je me vijf jaar geleden had verteld dat ik nu dagelijks pillen zou slikken, had ik je voor gek verklaard. Dat gebeurt anderen, mij niet, dacht ik. Ik kom daar zelf wel uit. Schouders eronder, dagje rust en misschien een keer gaan sporten, dan gaat het wel over.'
Lees ook: Roze wolk na de bevalling… Waar dan?
En toen ging het mis
'De eerste maanden na de geboorte was er geen vuiltje aan de lucht. Ik was dolgelukkig met Lois. En ja, het moederschap was soms zwaar, maar dat had ik ook wel verwacht. Het viel me eigenlijk nog best mee. Toen ik drie maanden na de geboorte weer aan het werk ging, zag ik daar niet tegenop. Ik was ambitieus en had een goede baan als directeur communicatie bij een groot technologiebedrijf – die wilde ik graag behouden. Minder gaan werken kwam niet eens in me op. Een carrière en moeder zijn, dat zou prima samengaan. Op mijn eerste dag na mijn verlof vloog ik meteen naar Londen voor zaken. De heenweg ging prima, maar op de terugweg ging het mis. Terwijl ik op het vliegveld zat te wachten, kreeg ik iets wat ik alleen maar kan omschrijven als een paniekaanval. Ik werd overspoeld met angst. Elke vezel in mijn lichaam zei: ga niet dat vliegtuig in. Terwijl ik dat al tig keer zonder problemen gedaan had. Ik wil niet, ik ga niet, ik doe het niet, maalde op volle vaart door mijn hoofd. Ik kon me niet voorstellen dat ik níét zou neerstorten. Hoe moest dat dan met mijn dochter? Die kon niet zonder mij. Voorovergebogen zat ik daar, bij de gate, in mijn handtas te puffen. Niemand keek op of om natuurlijk, want het was vrijdagmiddag op London City Airport, waar het wemelt van de bankiers die op hun telefoon zitten te kijken. Ik belde mijn man, die me probeerde te kalmeren. Met veel pijn en moeite heb ik mezelf uiteindelijk het vliegtuig in gekregen. Het is maar drie kwartier, je bent er zo, anders krijg je gedoe met werk, vertelde ik mezelf.
Lees ook: Verplicht kijkvoer: de docu 'I am Maris' gaat over mentale gezondheid
Eenmaal in de lucht voelde ik me oké, maar die vlucht was het begin van een enorme vliegangst. Die werd door veel mensen – mezelf incluis – gebagatelliseerd: hoeveel mensen hebben wel niet last van vliegangst? Eenmaal thuis kreeg ik tabletten voorgeschreven door de huisarts, en dat was dat. Maar niet veel later begon ik ook treinen en metro's eng te vinden. Eigenlijk alle vormen van vervoer waarbij ik zelf niet reed, waarbij ik niet de controle had. Ik begon me ongemakkelijk te voelen bij groepen mensen, iets wat ik daarvoor nooit had. Toen ik zeven maanden zwanger was, stond ik nog drie dagen op Pinkpop in de menigte feest te vieren met mijn dikke buik. Een jaar later kreeg ik bijna een paniekaanval voordat ik überhaupt binnen was. We stonden in de rij, tussen drommen op elkaar gepakte mensen, waar ik heel paniekerig van werd. Ik voelde druk op mijn borst, werd kortademig en verplaatste mijn gewicht steeds van mijn ene naar mijn andere been. Er flitsten allerlei horrorscenario's door mijn hoofd: wat als iemand in paniek raakt en iedereen in beweging komt, waar moet ik dan heen? Waar is de dichtstbijzijnde uitgang? Natuurlijk is het slim om op noodsituaties voorbereid te zijn, maar er is een verschil tussen voorbereid zijn en tot op het compulsieve af bedenken wat er allemaal kan gebeuren. En dat is wat ik deed.'
Lees ook: Katelijne (42) deed 2 zelfmoordpogingen: 'Ik stond uren bij het spoor'
Niks aan de hand, hoor
'Ik ontwikkelde ook een enorme angst voor terrorisme, mede door de aanslagen in Parijs. Van alle berichtgeving kreeg ik veel stress, dus ging ik het nieuws vermijden. Alles wat met rampspoed te maken had – ongelukken, hongersnood, alles met kinderen – trok ik niet. In een café aan de straatkant zitten durfde ik niet meer. Dan stelde ik me voor dat er een terrorist schietend naar binnen zou rennen. Nu ik medicijnen heb is dat minder, maar nog steeds kies ik nooit een plek vooraan in een café of restaurant, maar in het midden. Mijn dochter hield ik het liefst heel dicht bij me. 's Nachts lag ze naast me in een wiegje, zodat ik kon horen of ze wel ademhaalde. Als mijn man weg was voor werk, sliep ik nachtenlang niet, uit angst voor inbrekers. Ook al wist ik rationeel dat de kans nihil was, slapen kon ik niet. Ik was een kei in het afzwakken van mijn angsten tegenover anderen. Als mijn man belde, gaf ik wel toe dat ik slecht geslapen had, maar zei ik niet dat ik de hele nacht rechtop in bed had gezeten. Ik vroeg hem om het nieuws uit te zetten, maar vertelde niet dat ik de rest van de avond buikpijn had. Als mensen vroegen hoe het met me ging, zei ik: 'Goed, ik moet wennen aan het moeder-zijn.' Dat maakte ik mezelf ook wijs. Bagatelliseren, ik kon het als de beste, en mijn omgeving ook. Gevoelig voor nieuws? Hormonen. Niet kunnen slapen? Je moet gewoon wennen. Bang als je man niet thuis is? Is iedereen. Angst voor terrorisme? Hebben we allemaal. Ik dacht dat het normaal was, maar op een gegeven moment durfde ik bijna niet meer de deur uit. Is dat normaal?'
Benieuwd naar het hele verhaal van Floor? Je leest het nu in &C 'Vrienden voor het leven (of voor even)' en op Blendle. Wil je geen &C meer missen en profiteren van leuke extra’s, word dan abonnee.