Tamara heeft alopecia: 'Over mijn hele hoofd zaten kale plekken'
Op haar elfde werd Tamara Frans (35) kaal. Zo, uit het niets. Ze bleek alopecia te hebben, een haarziekte die haar leven tot op de dag van vandaag beheerst. In &C's aprilnummer doet ze haar verhaal.
'Als kind had ik altijd lang, vol, krullend haar. Net als mijn zussen, echt prachtig. Tot ik me op een ochtend klaarmaakte voor school. Ik stond mijn haar te doen voor de spiegel toen ik het zag: een kale plek, zo groot als een bonk. Zo’n grote knikker op de plek waar oude mannen een inham krijgen. In paniek riep ik mijn moeder en zussen erbij. Samen keken we verder. Over mijn hele hoofd bleken grote, kale plekken te zitten, sommige liepen in elkaar over, achter was er zelfs een hele strook weg. Waar het haar was gebleven? Geen idee. Op mijn bed en kussen lag niets.'
Lees ook: Joëlles baby leefde maar 2 uur: 'Voor m'n gevoel had ik haar vermoord'
'Ik was in paniek en wilde niet meer naar school. Huilend smeekte ik mijn moeder of ik thuis mocht blijven. Ik moest natuurlijk wel naar school. Met haarbanden, hoofddoeken en petjes bedekte ik de boel. Ik was er continu mee bezig. Buiten mijn moeder, broer en zussen vertelde ik het niemand. Ik was altijd al het buitenbeentje. We hadden het thuis niet breed: mijn moeder had geen geld voor schoolboeken, vaak kregen we zelfs geen eten mee naar school. Mijn vader had mijn moeder met ons vieren achtergelaten. Ze stond er alleen voor. Buitenshuis schaamde ik me altijd omdat ik anders was. Met de jongens kon ik het vaak wel vinden, maar door de meisjes werd ik gepest. Om mijn huidskleur en moedervlek: 'Je moet je gezicht afvegen, er zit chocopasta op,' zeiden ze dan. Het laatste wat ik daar nog bij kon hebben was een hoofd vol kale plekken. Stel je voor dat ze me daar óók nog op konden pakken. Zodra de pauzebel ging, liep ik zo snel mogelijk naar de wc om me daar te verstoppen. Ik was zo bang dat iemand die kale plekken zou zien, dat ik alleen maar wilde verdwijnen, onzichtbaar zijn.'
'Ondertussen sleepte mijn moeder me van de ene arts naar de andere. We werden doorverwezen naar haarklinieken, maar verder dan de diagnose alopecia areata – pleksgewijze kaalheid – kwamen ze niet. Het is een auto-immuunziekte, maar wat de oorzaak kon zijn, of het ooit zou stoppen en of ze iets voor me konden doen, wisten ze niet. Er was, en is, nog weinig over bekend. Mij geruststellen of doorverwijzen naar een psycholoog deden ze ook niet. De enige oplossing die ze boden was een haartransplantatie, maar die konden we niet betalen. Sowieso kon mijn moeder het heen en weer reizen naar al die klinieken en artsen na een tijdje niet meer betalen, dus moest ik er maar gewoon mee dealen.'
Je lijkt wel ziek
'Ondanks mijn onzekerheid en verstopdrang maakte ik op school twee vriendinnen. Ik kwam bij ze over de vloer en we hadden het gezellig. Op een gegeven moment durfde ik ze in vertrouwen te nemen en te vertellen over mijn haarziekte. Ik heb ze nooit laten zien hoe het eruitzag, maar ze reageerden relaxt. Het zou ons geheim blijven. Dat pact bleek van korte duur. Het moment dat een van de populairste jongens van de school mij verkering vroeg, veranderde alles. Wat moest zo'n stoere derdeklasser nou met zo'n lelijke eersteklasser? Dat vroeg ik mezelf niet alleen af, maar die 'vriendinnen' ook. Een van hen dreigde iedereen te vertellen dat ik kale plekken had en stookte die jongen tegen me op: 'Wat doe je met Tamara? Zij heeft helemaal geen mooi haar.'
Lees ook: Sara werd ontvoerd door haar vader: 'We zouden naar Disneyland gaan'
'Het zorgde ervoor dat ik nóg verder in mijn schulp kroop en nóg meer op mijn hoede was. Thuis werd ik bovendien steeds jaloerser. Mijn zussen hadden nog wel hun mooie, lange, volle krullen. Als zij hun haar van de ene naar de andere kant zwiepten, of even hun hand erdoorheen haalden, dacht ik dat ze het expres deden: om mij te sarren met dat wat ik niet meer had. Onzin natuurlijk, achteraf vertelde mijn zusje dat ze juist vaak een staart in deed als ze bij mij was, zodat ik er niet mee geconfronteerd zou worden. Toch heb ik er nog steeds last van, als ik niet lekker in mijn vel zit vooral. Inmiddels kan ik er gewoon over praten, maar destijds zat die onzekerheid zo diep, dat-ie voor veel ruzie en spanning zorgde. Door alles wat er speelde, voelde ik me nergens veilig. Ik werd er zo verdrietig van, dat ik op een gegeven moment mijn eigen haar uit mijn hoofd begon te trekken. Zo klaar was ik ermee dat dat haar altijd een issue was.'
Hoe Tamara uiteindelijk leerde omgaan met haar haarziekte, lees je in het hele interview in &C's aprilnummer 'Huisje, boompje, beestje?'. Je kunt 'm hier bestellen in de &C webshop.