Shanna verdwaalde in Canada: 'Zat ik dan: ruikend naar een berenhap'
Een solo-hike door Canada stond al jaren op de bucketlist van Shanna Bussink. Er was slecht weer voorspeld, maar hoe erg kon het zijn? Ze belandde in een sneeuwstorm en raakte de weg kwijt. Ze doet haar verhaal in &C's Zon, zee, zomerboek.
Verkleumd en gefrustreerd
'Na die gure, koude derde dag werd ik de volgende ochtend wakker met een compleet bevroren broek en schoenen. Mijn broek was keihard. Heel voorzichtig wrikte ik de stof los, hopend dat-ie niet zou breken. Mijn schoenen – letterlijk ijsklompen – wist ik half te ontdooien door mijn waterzakken te vullen met warm water en die er als kruiken in te doen. Het kostte me heel veel tijd. Net als het vinden van de weg. De enige kaart die ik had kunnen vinden, had een heel grove schaal. De afgelegen trail is weinig belopen, waardoor het pad niet makkelijk te vinden was, en door de steeds heftiger wordende sneeuw was het al helemaal lastig te zien. Alle kleuren om me heen waren weg. Het was net alsof ik in een zwart-witfilm liep. Zwarte bomen, witte grond, grijze lucht. Ik liep uren te dolen door natte en besneeuwde bosjes, en als ik eindelijk – helemaal blij – iets van een pad vond, bleek het vaak een dierspoor te zijn.
Lees ook: Tinette kapte met het geloof: Gods woord prediken, is dit het dan?'
Op een gegeven moment kwam ik bij een bergpas. De sneeuwstorm was in volle gang, ik kon niet meer zien waar de grond eindigde en de lucht begon. Een white-out noem je dat, ik kende het uit mijn theorieboeken. Nu kreeg ik een stoomcursus in de praktijk, en het was ongelooflijk beangstigend. Zo goed en zo kwaad als het ging probeerde ik rechtdoor te blijven lopen. Tot ik heel diep wegzakte in de sneeuw. De volgende stap nog eens. Dit gaat veel te steil naar beneden, dacht ik. Ik zag geen hand voor ogen, dus ik probeerde wegwijs te worden uit mijn kompas en gps-tracker. Ze gaven allebei iets anders aan, onbegrijpelijk. Op gevoel ben ik maar verder gelopen. Ik liep talloze rondjes op die bergpas, tot ik eindelijk ergens een boom zag: leven. Daar moest ik heen.
Uitgeput en met dooie vingers zette ik met pijn en moeite mijn kamp weer op. Het gevoel in mijn tenen was inmiddels verdwenen en ik was verkleumd tot op het bot. Na het eindeloze oversteken van een rivier, dagen in sneeuwstormen doorbrengen en het lange lopen door de besneeuwde bossen kreeg ik onderkoelingsverschijnselen: alle energie trok uit mijn lijf, ik at veel te weinig, werd vlak en wilde alleen nog maar in mijn slaapzak liggen.
Een dag eerder was mijn firesteel – zo'n stokje waar je vuur mee kunt maken – ook nog eens afgebroken. Ik had weliswaar een back-up, maar zat in een catch 22: vuur was een manier om mijn onderkoelingsverschijnselen in te perken, maar buiten stilzitten om dat vuur te maken zou mijn onderkoeling erger maken. De kans dat ik met mijn bevroren vingers een uur verkleumd en gefrustreerd vuur zou proberen te maken, zonder enig resultaat, was groot. Zeker aangezien al het hout nat en bevroren was. Het is niet onmogelijk, maar het kost veel tijd, geduld en geluk. Ik had de energie niet meer om dat gevecht aan te gaan. Dus koos ik voor de warmte van mijn slaapzak. Droog zouden mijn spullen in dit weer met een beetje vuur toch niet worden.
Ik begreep dat ik in een precaire situatie zat: ik had een back-upplan nodig. Via een satelliettelefoon stuurde ik Jennifer een berichtje: 'Hey! Eerstegraads onderkoeling. Ik ben op Cairn Pass. Kun je me vertellen of het weer beter wordt vanaf maandag? En is er ook een reddingsoptie vanaf Southesk?' Op mijn gps-tracker zit een sos-knop, voor als je een been breekt of in een andere acute levensbedreigende situatie bent beland. Ik twijfelde: wanneer is het ernstig genoeg? Ik was niet in direct levensgevaar. Hoeveel tenen ben je bereid op te offeren voordat je op die knop drukt? Zo'n sos-actie is niet niks: er wordt een heel medisch team opgetrommeld en ze komen je met een helikopter zoeken. Dat loopt al snel in de tienduizenden euro's. Het was niet dat ik bang was om op te geven, dat ik mezelf zwak vond, of zo. Ik twijfelde gewoon écht of dit een situatie was waarin je op die knop mocht drukken. Ik deed het niet.'
Uitgeput
'De volgende dag overwoog ik een dag in mijn slaapzak te blijven liggen. Even uitrusten, hield ik mezelf voor. Maar ik wist ook dat dat het begin zou zijn van een apathische fase. En de tijd drong, ik had geen spelingsdagen meer over. Dus ging ik door. Tent afbouwen, bear bag halen, broek en schoenen ontdooien, spullen inpakken, weer die 25 kilo op mijn rug hijsen en lopen. Stap voor stap. Ondanks alle pech waren er ook momenten dat ik écht genoot van de hike. Van de uitgestrektheid van Canada, de natuur, het alleen-zijn. Je bent met niks anders bezig dan wat daar op dat moment gebeurt. De rest van de wereld bestaat niet, dat voelt heel vrij. Hoe verder ik de berg afdaalde, hoe beter het weer ook werd.
En toen gebeurde het. Ik zette mijn tent op en terwijl ik vooroverboog om mijn slaapspullen in de tent te leggen, hoorde ik plotseling: psssshhhht. Het duurde even voor ik doorhad wat dit was: de safetyclip van mijn berenspray was losgeraakt en door het vooroverbuigen in de tent spoot ik dat spul over mezelf, de tent en mijn slaapspullen. Berenspray is een soort pepperspray: het prikt, dus als je het in het gezicht van een beer spuit, rent hij weg. Maar dat spul ruikt kruidig, dus als je het over jezelf of je spullen sprayt, komen beren juist op je af omdat het weleens eten zou kunnen zijn.
Lees ook: Kathleens baby overleed na een auto-ongeluk: 'Zijn hoofd was geraakt'
Daar zat ik dan. In de middle of nowhere, onderkoeld en ruikend naar een smakelijke berenhap. Er was wel een rivier, maar mijn spullen wassen had geen zin: je krijgt die geur er moeilijk uit. Bovendien zou dan alles nat en koud zijn, en onmogelijk te drogen. Ik dacht: is dit dan het moment dat je die sos-knop indrukt? Het was nog steeds niet acuut, ik was nog steeds niet aan het doodgaan. Wat zouden ze zeggen? 'Welcome to bear country madam, this is how we roll.'
Ik besloot dat er niets anders opzat dan tussen het slapen door wakker te worden en geluid te maken. 'Hey bear!' 'Go bear!' riep ik als een soort mantra. Naast me lagen mijn survivalmes en de overgebleven berenspray. Ik oefende hoe ik die snel kon pakken als er een beer zou komen. Ondanks alles lukte het me nog aardig om tussendoor te slapen, maar ik was wel uitgeput. Eén nacht doorhalen was me gelukt, maar ik moest nog zeker vijf dagen overleven voor ik bij de bewoonde wereld zou komen. Dus bleef ik hetzelfde doen: waakslapen, geluid maken, waakslapen. En doorwandelen.'
Hoe Shanna uiteindelijk thuiskwam? Dat lees je in het volledige interview in &C's 'Zon, zee, zomerboek', dat nog maar even in de winkels ligt. Je kunt 'm ook bestellen in &C Webshop.