Kimberley werd verkracht door een collega: 'Ik beet in zijn schouder'
Verkrachters zijn vreemden die je de bosjes insleuren, dacht Kimberley Mac-Intosch altijd. Totdat ze verkracht werd door haar eigen collega. Lange tijd gaf ze zichzelf daar de schuld van, maar nu niet meer. In &C's septembernummer 'Nu of nooit' legt ze uit wat er gebeurde.
Kimberley (27): 'Als meisje leer je om voorzichtig te zijn, niet alleen door het donker naar huis te fietsen of in een steegje te lopen. Je bent bang voor de vreemde verkrachter die jou de bosjes insleurt. Maar ik werd verkracht door iemand die ik kende en vertrouwde. Dat kwam totaal niet overeen met het beeld van een verkrachter dat ik in mijn hoofd had, dus dat maakte het verwarrend. En daardoor vond ik lange tijd dat ik het mezelf had aangedaan. Ik voelde me vies en dom en gaf mezelf de schuld.
Lees ook: Shanna verdwaalde in Canada: 'Zat ik dan: ruikend naar een berenhap'
Het gebeurde op mijn derde werkdag bij mijn nieuwe werkgever. De dader had ik daar al eens eerder aan het werk gezien. Ik vond hem relaxed en gezellig, maar we hadden geen bijzondere klik. Die avond sloten we samen de zaak af. Zijn scooter was stuk en ik bood hem een lift aan in mijn auto. 'Ik breng je wel even!' riep ik vrolijk. In de auto waren we gezellig aan het praten over ons werk. 'Kom je nog even binnen wat drinken?' vroeg hij. We waren nog midden in ons gesprek, dus ik dacht: ach, dat kan wel even. Druk kletsend liep ik zijn trap op. Ik zat op de bank en hij schonk een wijntje voor me in. We waren nog steeds aan het praten over ons nieuwe team op het werk toen mijn collega een tweede wijntje in schonk. 'Hierna moet ik gaan,' zei ik nog. Tijdens het drinken van dat tweede glas werd ik plots duizelig. Gek, vond ik. Zo laag was mijn alcoholtolerantie helemaal niet. Ik gooide het erop dat ik moe was van het werk en niet goed had gegeten. Ik probeerde de duizeligheid te negeren en verder te praten, maar toen merkte ik dat ik met dubbele tong sprak.
Vanaf dat moment werd alles wazig. Ik weet nog dat ik naar de wc ben gegaan en dat ik amper meer kon lopen. En dat de dader mij optilde en als een lappenpop op zijn bed gooide. Toen wist ik dat ik in gevaar was. Ik vermoed dat ik gedrogeerd ben met GHB. Mijn armen en benen kon ik niet meer bewegen. Ik wilde hem slaan, maar mijn arm ging heel langzaam omhoog. Sneller, dacht ik. Maar dat lukte niet. Ik leek wel verlamd.
Voor mijn gevoel heb ik wel gevochten, maar het was alsof ik in een droom zat. Zo eentje waarin je lichaam heel traag en zwaar is en niet doet wat je wil. Ik schreeuwde naar hem, dat lukte nog wel. 'Niet doen!' riep ik. En dat ik naar huis wilde. Ook ging ik excuses verzinnen. Dat ik me niet geschoren had en dat ik ongesteld was – wat ook echt zo was. Mijn collega luisterde niet. Hij trok mijn trui uit en scheurde mijn panty kapot. 'Je wil dit zelf, je vindt het lekker,' zei hij. Ik weet nog dat hij op me lag en me penetreerde. En dat dat heel veel pijn deed. Ik was in paniek en beet hem in zijn schouder. Zijn vieze whisky-adem sloeg in mijn gezicht. Hij had lelijke gordijnen die net te kort waren, stom genoeg bleef ik daarnaar kijken. Daarna verloor ik het bewustzijn.'
Net CSI
'De volgende ochtend werd ik naakt wakker in zijn bed, naast hem. Ik schrok me rot. Het leek wel een CSI-aflevering met al dat menstruatiebloed op zijn witte beddengoed. Snel sprong ik het bed uit. Hij sliep nog of deed alsof-ie sliep. Mijn trui lag in de gang, de inhoud van mijn tas lag verspreid in de woonkamer. Mijn onderbroek kon ik niet vinden, die heeft hij waarschijnlijk nog steeds. Half ontbloot rende ik de deur uit. Op de stoep kwam ik een meisje tegen dat boodschappen bezorgde bij de buren. Geschrokken keek ze me aan. Snel rende ik naar mijn auto. Terwijl ik wegreed, belde ik een vriendin. Ik bleef maar herhalen dat ik eraan kwam en dat ze thuis moest blijven.
Lees ook: Tinette kapte met het geloof: 'Gods woord prediken, is dit het dan?'
In haar gang begon ik als een klein kind te huilen. Ik kon alleen maar zeggen dat het niet goed ging met me. Toen ben ik me gaan douchen. In verband met de dadersporen had ik dat natuurlijk niet moeten doen, achteraf ben ik daar nog boos op mezelf over geweest. Maar ik voelde me vreselijk en ben zonder na te denken gaan douchen. Ik moest 'hem' van me af spoelen. Ruim een uur lang zat ik op de grond onder de douchestraal, terwijl ik het water vermengd met bloed door het putje zag verdwijnen. Daarna gaf mijn vriendin me een kalmeringstabletje en ben ik gaan slapen. Na drie uur werd ik wakker en toen pas kon ik de woorden vinden. 'Volgens mij ben ik verkracht,' zei ik tegen haar. Opnieuw begon ik heel hard te huilen. Ze was in shock en vroeg me waar het was gebeurd en door wie. Langzaam kwam het verhaal eruit, maar tegelijk schoot ik in de ontkenning. Verkrachting gebeurde alleen op tv, mij zou dat niet overkomen. En als iemand mij aanviel, zou ik terugvechten. Dat dacht ik altijd. Daarom kon ik niet geloven dat het mij écht gebeurd was.
Ik had een lunchafspraak met mijn tante, daar ben ik gewoon naartoe gegaan. Ik ben oké en ik ben sterk, dacht ik. Mijn tante zag meteen dat er iets niet goed was: ik zat er als een zombie bij en reageerde nergens op. Ze vroeg wat er met me aan de hand was. Ik zei: 'Er is gisteravond iets gebeurd met mij wat ik niet snap. Volgens mij ben ik verkracht.' Ze sloeg dicht en schoot meteen in een regelmodus. Mijn tante rekende af, we liepen naar haar auto en daar belden we de politie. 'Ik wil aangifte doen van verkrachting,' zei ik. Ik had verwacht dat ik naar het bureau moest komen, maar de rechercheurs kwamen meteen naar mij toe.'
Of Kimberley's verkrachter gepakt werd? Dat lees je in het volledige interview in &C's septembernummer 'Nu of nooit', te bestellen in &C Webshop.