Dagboek van een #nietzofitgirl #11: Flikflakkend de mist in
Tijdens het spinnen, bootcampen en yogaën gaat er nog weleens iets mis. Dat ingehouden scheetje weet tóch te ontsnappen of je slaat je buurvrouw een blauw oog. En dat acrobatische lesje klonk leuk, maar bleek in jouw geval een dodemansrit. Te gênant om op Instagram te plaatsen, maar niet om in ons Dagboek van een #nietzofitgirl te delen. 100% waargebeurd. Deze keer: voor Lise is een flikflak nooit meer een onschuldige flikflak.
Lise (22): 'Als jong meisje heb ik allerlei sporten uitgeprobeerd. Niet omdat ik zo van sporten hield, maar omdat ik snel op dingen was uitgekeken. Paardrijden vond ik te eng, voor atletiek was mijn conditie te slecht en tijdens hiphoples danste ik liever vrij rond dan een hele choreografie uit mijn hoofd te leren. Rond mijn achtste ontdekte ik dat ik turnen wél echt leuk vond. De lessen waren gezellig en ik vond het gaaf om gekke kunstjes te doen, ook al was het risico om je nek te breken door een foutje vrij groot. Gelukkig heb ik nooit fysieke schade opgelopen, maar voor mijn mentale gesteldheid is dat een ander verhaal.
Ik droomde ervan om net als professionele turn(st)ers flikflakkend over een mat te kunnen springen en te eindigen met een dubbele schroef. Het zag er altijd zo simpel uit, en ik stelde me voor dat dit echt een heerlijke kick zou geven. Alsof je kan vliegen, alle energie in je lichaam eruit kan gooien. En dan zou ik ook nog eens iedereen versteld laten staan. Ja, ik wilde dat. Is het ooit gelukt? Zeker weten niet, maar ik heb het wel geprobeerd.
Lees ook: Dagboek van een #nietzofitgirl #10: Apenkooien met volwassenen
Na een aantal jaren had ik al wat trucjes onder de knie. Niet dat de Olympische Spelen een optie waren, ik was al blij dat ik een handstand overslag durfde te doen. De tijd was aangebroken om de flikflak te leren. Als klein meisje had ik dit vaak geoefend met mijn zus in de tuin, maar toen was ik mij nog niet bewust van de gevaren en durfde ik alles aan. Inmiddels was ik ‘al’ elf jaar en was ik niet meer zo badass als voorheen. Ik vond het dus best spannend om dit in de turnles te proberen. Gelukkig zou de trainer mij helpen, dus veel kon er niet misgaan. Dacht ik...
Daar stond ik dan, op de groene mat met mijn rug naar de trainer. Hij zou met zijn hand mijn rug ondersteunen en vervolgens helpen om mijn benen in de lucht te krijgen. Ik zakte een klein beetje door mijn knieën, armen vooruit gestrekt, zette kracht met mijn benen en sprong achterover. En toen gebeurde het. Precies op het moment dat de trainer mijn benen omhoog hielp en ik ondersteboven stond, floepte ik een scheet eruit. Ja, recht in zijn gezicht. O mijn god, ik kon wel door de grond zakken! Met een rood hoofd kwam ik overeind en probeerde ik te doen alsof er niks was gebeurd, hopende dat hij dan zou denken dat het geluid ergens anders vandaan kwam. En ooh wat hoopte ik dat het niet zou gaan stinken, want dan wist hij sowieso wat er zojuist was gebeurd.
Lees ook: Dagboek van een #nietzofitgirl #9: Boksen met mannen
Sinds dat moment heb ik de trainer zoveel mogelijk ontweken en heb ik hem nauwelijks meer durven aankijken. Zelfs nu nog als ik hem (ruim tien jaar later) tegenkom in de supermarkt, voel ik mijn hoofd rood worden en word ik overvallen door intense schaamte. Never forget.’
Je leest elke woensdagavond een nieuwe editie van Dagboek van een #nietzofitgirl.