Dagboek van een #nietzofitgirl #9: Boksen met mannen
Tijdens het spinnen, bootcampen en yogaën gaat er nog weleens iets mis. Dat ingehouden scheetje weet tóch te ontsnappen of je slaat je buurvrouw een blauw oog. En dat acrobatische lesje klonk leuk, maar bleek in jouw geval een dodemansrit. Te gênant om op Instagram te plaatsen, maar niet om in ons Dagboek van een #nietzofitgirl te delen. 100% waargebeurd. Deze keer: de boksles met mannen is íets te hoog gegrepen voor Maartje.
Maartje (31): ‘Ik heb geen aangeboren talent voor sport. Ik heb er talloze geprobeerd, maar haakte altijd binnen een paar jaar af. Als je na vier jaar turnen nog geen radslag kunt en na jaren tennisles nog geen service over het net krijgt, moet je eerlijk zijn tegen jezelf: dit is niet mijn sport.
Lees ook: Dagboek van een #nietzofitgirl #8: Glow-in-the-dark-dansles
De laatste jaren deed ik maar van alles wat: beetje hardlopen, beetje yoga, beetje barre-lessen. Op een gegeven moment stelde een collega voor om samen te gaan boksen. Waarom niet, dacht ik. Misschien wel goed om naast die redelijk softe sporten – laten we eerlijk zijn – eens écht kapot te gaan. En een beetje op een zak rammen, dat kan toch iedereen? Misschien zou ik dan eindelijk die kipfilets onder mijn armen en dat laagje Tony’s Chocolonely op mijn buik eraf trainen.
We begonnen veilig met lesjes kickboksen voor dames. We trainden niet op een zak, maar op elkaar, wat voor de nodige hilariteit zorgde. Maar overall ging het ons best lekker af, dat boksen. We schaften handschoenen, beenbeschermers en bandage aan en gingen zowaar niet één, maar twee keer per week naar de boksschool om op elkaar in te hakken.
Intussen had mijn vriend het boksen ook opgevat. Met een clubje vrienden ging hij natuurlijk wél naar de hardcore zaktrainingen. Toen zij op een dag met een oneven aantal waren, vroeg hij me mee. Na vier maanden boksen durfde ik het wel aan. ‘Maar dan wil ik wel jou als partner’, zei ik. Wel vond ik het enigszins gênant om zijn vrienden zwetend en zonder make-up onder ogen te komen, maar dit zou ik wel compenseren met mijn badass boksskills.
De les begon met een warming-up, maar dat was het understatement van de eeuw. Burpees, jump squats en V-ups wisselden elkaar op hoog tempo af. Ik probeerde te smokkelen waar ik kon, maar zodra ik mijn knieën tijdens het opdrukken op de grond liet rusten, bulderde de leraar ‘KNIEËN VAN DE VLOER!’ Na tien minuten was ik kapót, en toen was de les nog niet eens begonnen.
Mijn vriend loodste me naar een bokszak, pal naast zijn vier vrienden. Zo onopvallend mogelijk probeerde ik het zweet van mijn voorhoofd te wissen. Tegen mijn vriend gebaarde ik dat hij moest beginnen, zodat ik nog een beetje op adem kon komen. We moesten twee minuten vrij boksen op de zak. Mijn vriend ging als een dolle stier tekeer, zijn vrienden net zo. Vervolgens was het mijn beurt. Twee minuten, dat moet toch lukken? Ik probeerde mijn innerlijke Rocky Balboa aan te wenden, terwijl mijn vriend me aanspoorde. ‘Harder! Kom op! Alles geven!’
Ik wilde niet falen dus ik gaf alles wat ik had. Na 2 minuten beuken mocht ik wisselen, finally. Mijn hart bonkte als een malle in mijn keel en ik had een hoofd als een tomaat. Ik keek op de klok: we waren een kwartier bezig. En de les zou een uur duren. Hoe de fuck ga ik dit overleven, vroeg ik me af. Het laatste wat ik wilde, was afgaan voor de ogen van deze jongens.
Lees ook: Dagboek van een #nietzofitgirl #7: Sportgroepje spoorloos
De volgende paar rondjes deed ik extra mijn best om het tempo bij te houden. Maar de 2 minuten leken steeds langer te duren, ik kwam steeds moeilijker op adem en mijn armen begonnen als spaghetti aan te voelen. Ik keek nogmaals naar de klok. 25 minuten, nog niet eens halverwege. Terwijl mijn vriend op de zak beukte, voelde ik alle bloed wegtrekken uit mijn hoofd. De oerkreten om me heen klonken ineens gedempt, alsof ik watten in mijn oren had. Zwarte vlekken dansten voor mijn ogen. Als ik niet nú ga zitten, val ik zometeen flauw, besefte ik. Ik hurkte op de grond en leunde tegen de muur achter me. ‘Gaat het?’, vroeg een van de vrienden naast me. Ik probeerde te lachen maar wilde het liefst door de grond zakken. Toen het weer mijn beurt was, keek mijn vriend me vragend aan. Ik schudde van nee. Ik kon niet meer. Deze les was out of my league.
Met het schaamrood op de kaken ben ik de les uitgelopen en linea recta naar huis gegaan. Met mijn vriend ga ik tegenwoordig alleen nog boksen zonder zijn entourage, dan heb ik íets minder prestatiedrang. Doseren, dat is inmiddels mijn toverwoord.’
Je leest elke woensdagavond een nieuwe editie van Dagboek van een #nietzofitgirl.