Dagboek van een #nietzofitgirl: Jezelf een bloedneus yogaën
Tijdens het spinnen, bootcampen en yogaën gaat er nog weleens iets mis. Dat ingehouden scheetje weet tóch te ontsnappen of je slaat je buurvrouw een blauw oog. En dat acrobatische lesje klonk leuk, maar bleek in jouw geval een dodemansrit. Te gênant om op Instagram te plaatsen, maar niet om in ons Dagboek van een #nietzofitgirl te delen. 100% waargebeurd. Deze keer: Nienke gaat naar yoga om aan haar lenigheid te werken.
Nienke (27): 'Na een bezoek aan de fysiotherapeut die mijn lenigheid vergeleek met een lantaarnpaal, besloot ik mezelf toch iedere week naar yogales te bewegen. Niet echt iets wat ik leuk vond, maar dat vind ik oud worden met een bochel ook niet. Ik zag het maar een beetje als tandenpoetsen. Je hebt er nooit zin in, maar als je naar het rotte gebit van oom Kees kijkt weet je weer even waar je het voor doet.
Als je zo stijf als een plank bent is yoga niet ontspannend, maar vooral confronterend. Tel daar twintig paar stinkende voeten en een schreeuwende yogalerares bij op en je vraagt je even af hoe erg het daadwerkelijk is om met een bochel door het leven te gaan.
Lees ook: Dagboek van een #nietzofitgirl 15: Betrapt op roddelen
Met een deel van de les had ik duidelijk minder moeite, en dat was de savasana: de lijkenhouding. Er is namelijk helemaal niets mis met tien minuten pitten op een yogamat, maar daarvoor moet je wel eerst even een uur lang scheetjes inhouden en je in allerlei moeilijke poses wringen. Zoals de Bakasana, ook wel de kraamvogel-pose genoemd. Deze pose begin je hurkend als een soort kikker, waarna je je knieën tegen je armen klemt en je achterwerk langzaam in de lucht gooit, net als je voeten.
Geen onmogelijke pose voor fitgirls met getrainde biceps, maar wel een onmogelijke pose voor slappelingen die topzwaar zijn. Dat bleek wel toen ik op aandringen van de yogalerares met mijn voeten het luchtledige moest gaan verkennen in plaats van gehurkt aan de grond genageld te staan.
Terwijl mijn armen nog natrilden van de HIIT-training die ik voor de yogales had afgetikt, probeerde ik de orders van de yogalerares op te volgen en mijn kikkerhouding te verruilen voor een atletische kraamvogel-pose. Tevergeefs, want toen ik mijn billen fier de lucht in stak en mijn voeten van de grond liftte, stortte ik als een aalscholver ten aarde. Face down, ass up zeg maar. En het was geen zachte landing.
Lees ook: Dagboek van een #nietzofitgirl #14: In de spagaat
Het yogablok dat dient als steun voor stijve debielen prijkte nog voor mijn matje toen mijn neus zich met een rotgang door het foam boorde. Als een verslagen kraamvogel lag ik op de grond, met mijn armen nog vastgeklemd tussen mijn benen. De faceplant was ook de rest van de yogagroep niet ontgaan, want iedereen hield zijn adem in. Een beetje duizelig probeerde ik mezelf uit de knoop te halen, terwijl mijn buurman met een bleek gezicht mij op de ravage wees: 'Je eh, bloedt. Best wel erg'.
Gelukkig was ik niet ongesteld, anders had ik waarschijnlijk direct naar mijn kruis gekeken. Maar het bloed op mijn spierwitte T-shirt verraadde dat het ergens anders vandaan kwam. Ik had een bloedneus, een hele behoorlijke die niet wilde stoppen. De tranen – die maar bleven vloeien als gevolg van de klap – wilden dat ook niet, waardoor ik me de grootste yogapussy van het universum voelde. Met een dikke prop bebloed papier en een stel panda-ogen heb ik de yogastudio verlaten. Het was mijn laatste les ooit. Liever een bochel op mijn rug, dan een deuk in mijn eigenwaarde.'