Dagboek van een #nietzofitgirl #10: Apenkooien met volwassenen
Tijdens het spinnen, bootcampen en yogaën gaat er nog weleens iets mis. Dat ingehouden scheetje weet tóch te ontsnappen of je slaat je buurvrouw een blauw oog. En dat acrobatische lesje klonk leuk, maar bleek in jouw geval een dodemansrit. Te gênant om op Instagram te plaatsen, maar niet om in ons Dagboek van een #nietzofitgirl te delen. 100% waargebeurd. Deze keer: apenkooien met volwassenen doet Yfke toch iets te veel aan vroeger denken.
Yfke (31): ‘Ik heb zo’n sportabonnement waarmee je bij honderden sportscholen in de stad kunt sporten. Een te gekke uitvinding vind ik, want ik vind sporten leuk maar tegelijk geen enkele sport zó leuk dat ik het drie keer per week wil doen. Dus zo zit ik de ene dag op de yogamat, sta ik de andere dag op een bokszak te beuken, ben ik fan geworden van essentrics (Google kan dat beter uitleggen dan ik) en doe ik af en toe een lesje krachttraining of bodyshape.
Lees ook: Dagboek van een #nietzofitgirl #9: Boksles met mannen
Met een vriendin had ik afgesproken om eens iets nieuws te proberen: apenkooien. Zoals vroeger op school, in een gymzaal met toestellen en touwen, maar dan met wildvreemde volwassenen. Ik had van verschillende kanten lyrische verhalen gehoord, en het leek me wel geinig: een spel spelen en tegelijk calorieën verbranden. In de rij voor de gymzaal bleek al dat het fenomeen vooral hipster-millennials trekt. De meesten leken een hele groep vrienden meegenomen te hebben en waren elkaar nu al aan het opjutten. Ineens was ik héél blij dat ik niet alleen gekomen was.
In de gymzaal was een heel parcours gebouwd met kasten, matten, bankjes, klimrekken en springplanken. Terwijl de groep zich op de klimrekken installeerde, legde een enthousiaste sportleraar de spelregels uit. ‘Zolang je op de toestellen blijft, ben je veilig, maar de grond is lava.’ O ja, flashback naar de basisschool. We begonnen met een warming-up: tikkertje. Er werden 5 tikkers aangewezen, de rest kreeg een gekleurd lint om als ‘staart’ uit je gymbroekje te hangen. Aan de tikkers de taak om zoveel mogelijk linten uit broekjes te trekken.
Ik begin me lichtelijk ongemakkelijk te voelen bij de kinderlijke speelsheid. Ik ben 31, ga ik nou serieus tíkkertje spelen met een lint uit mijn broek? Als het startschot klinkt, beginnen de dertig deelnemers als gekken door de zaal te rennen. Ik blijf een beetje vertwijfeld dralen achter het klimrek. Wanneer ik een tikker op me af zie rennen, zet ik het toch maar op een draf. Binnen no time word ik aan de kant gebeukt door iemand die zichzelf in veiligheid probeert te brengen. Ik beland in de lava en word verbannen naar het ‘afvallersvierkant’. Oh well. Ik kijk toe hoe de andere deelnemers manisch door de gymzaal achter elkaar aan rennen en gillen wanneer ze iemand te pakken hebben. Na 5 minuten is het spelletje voorbij en slaat iedereen elkaar hijgend en lachend op de schouders. Ondertussen heb ik het gevoel dat ik in banana split ben beland ben.
Het volgende spel: trefbal. Als je iemand raakt, is diegene af. En zodra je een bal in handen hebt, mag je niet meer bewegen. En de gekste spelregel van allemaal: als je iemand optilt, is diegene óók af. Eh, moet dit zo intiem? Ik heb niet bepaald smetvrees, maar body-on-body-contact met een onbekende tijdens het sporten hoeft voor mij niet per se. Twee minuten in het spel realiseer ik me waarom ik ook alweer geen balsport beoefen. Balgevoel: nul komma nul. Zelfs met een doelwit op twee meter afstand, presteer ik het om te missen. Ineens voel ik iemand achter me. Voor ik me kan omdraaien, word ik van de grond gelicht door een zwetende beer in doorweekte witte tanktop. Ik slaak een gil van afgunst, maar de beer is al doorgerend. Ik druip af naar het afvallershonk, het enige voordeel van deze ongewenste intimiteit.
Lees ook: Dagboek van een #nietzofitgirl #8: Glow-in-the-dark-dansles
Na afloop van het spel barst de groep los in applaus en luid gejoel. Ik heb het gevoel dat ik in een sekte ben beland. De rest van het uur probeerde ik me zo onopvallend mogelijk onder de klimrekken te verschuilen en laat ik me halfslachtig tikken. Eén ding is duidelijk: dit was eens, maar nooit weer.’
Je leest elke woensdagavond een nieuwe editie van Dagboek van een #nietzofitgirl.