Dagboek van een #nietzofitgirl #1: Trampolinetrauma
Nieuwe online rubriek! Tijdens het spinnen, bootcampen en yogaën gaat er nog weleens iets mis. Dat ingehouden scheetje weet tóch te ontsnappen of je slaat je buurvrouw een blauw oog. En dat acrobatische lesje klonk leuk, maar bleek in jouw geval een dodemansrit. Té gênant om op Instagram te plaatsen, maar niet om in ons Dagboek van een #nietzofitgirl te delen. 100% waargebeurd. Deze keer: Charlotte loopt een trampolinetrauma op.
Charlotte (28): ‘Jumping fitness. Ik weet niet wat me bezielde de dag dat ik me daarvoor inschreef, maar ik appte mijn sportvriendinnetje: ‘Lachen! Dat gaan we doen!’. Een uur lang springen op een trampoline en ook nog eens 2000 calorieën verbranden: te mooi om waar te zijn toch? Nou, dat is het ook, als je geen geboren turnster bent tenminste. En dat ben ik dus niet. Rechtop met beide benen op de grond kan ik mijn balans nog net bewaren, maar mijn lijf is gewoon niet gemaakt voor acrobatische stunts.
Lees ook: Baby aan boord #11: Bootcamp voor zwangeren
Het was inmiddels vrijdag, dé dag. Ik was doodop van mijn drukke werkweek, maar had ook zin in mijn avondje sporten. En onder het mom van ‘je moet alles een keer geprobeerd hebben’, ging ik op weg naar jumping fitness. Ik kwam binnen in een ruimte vol trampolines die door kleine tussenstukken met elkaar verbonden waren. Het was één grote verende vloer, het leek wel een speelparadijs. Zelfs de muren waren bedekt met trampolines, zodat je jezelf al rennend tegen de muur kon lanceren.
De les begon met een warming-up en een uitleg van het parcours. Dit gaat goed komen, dacht ik. Tot we een ‘speelkwartiertje’ kregen. Met trillende knieën stond ik bovenop een hoge trampoline, met voor mijn neus een grote bak gevuld met schuimblokken. ‘Niet bang zijn, je komt hoe dan ook zacht terecht!’, probeerde de instructrice me moed in te praten. ‘Spring van de trampoline en tijger daarna door de schuimblokken naar de overkant.’ Ehm, sorry? Terwijl mijn mededeelnemers allemaal joelden van geluk, wilde ik me het liefste onder de trampoline verstoppen.
Op dit soort momenten wens ik dat ik iets minder angst en een iets langer en gracieuzer lijf had. Maar nee, ik moet het doen met mijn 1 meter 64 en stevige bovenbenen. Ik bleef treuzelend heen en weer wippen op de trampoline. ‘Je moet zo ver mogelijk springen, want dan hoef je nog maar een klein stukje te tijgeren’, ging de instructrice onvermoeibaar door. Ik zuchtte diep, deed een schietgebedje, nam een aanloop zette af. Op de rode rand. Waar met koeienletters op staat: NIET OP DE RODE RAND SPRINGEN.
Toen ik mijn dichtgeknepen ogen weer open deed, stelde ik vast dat de overkant nog mijlenver van me verwijderd was. En dat ik tot overmaat van ramp niet met mijn benen vooruit - zoals normále mensen - maar met mijn hoofd naar beneden in de schuimblokken ben beland. Ik had mezelf head first in de bak gelanceerd. Terwijl ik boven van onder probeer te onderscheiden, zie ik mijn vriendin op de grond liggen. Niet vanwege een mislukte sprong, nee, ze was door haar hoeven gezakt van het lachen. Ik heb haar nog nooit zó zien gieren. ‘Één tena-lady graag!’, hoorde ik haar uitroepen. ‘Dit is leuker dan die hele les!’ En bedankt.
Ik ga dus nooit meer naar jumping fitness. Behalve als ik iemand moet opvrolijken. Want daarvoor is het uitermate geschikt.’
Vanaf nu lees je elke woensdagavond een nieuwe editie van Dagboek van een #nietzofitgirl.