Gaia (deel 7): The day after
Stewardes Gaia (29) heeft samen met haar beste vriendinnen en collega's een droomleven. Ze reist de wereld rond en leert zichzelf te wapenen tegen haar dominante vader en pleasende moeder. Een 'serveerster in de lucht' noemen haar ouders haar, maar zelf weet ze wel beter. Het leven in de lucht als vrijgezel bevalt haar prima.
Gianluca is nog steeds erg lekker. En wild. Maar met de stress ben ik een beetje klaar. Altijd is hij gehaast, altijd heeft hij het over zijn werk voor de multinational. Ik raak er bijna zelf gestrest van, en dat kan toch niet de bedoeling zijn.
Lees ook: Gaia (deel 6): Fight after flight
Vanuit mijn hotelbed hier in Entebbe kijk ik hoe hij zijn spullen bij elkaar zoekt. Sleutels van zijn huurauto, zijn laptoptas. Vanavond vliegt hij door naar Nairobi. En ik naar Amsterdam. Hij kust me gedag en verdwijnt door de buitendeur. Mijn kamer is weer heerlijk rustig. Dag Gianluca. Misschien tot snel, maar misschien ook niet.
Ik douche uitgebreid en spring in mijn uniform. Voordat ik me buiten de beschermende atmosfeer van de airco waag, besproei ik mezelf met een litertje DEET. Niet dat het helpt. Zodra ik met mijn koffer door de donkere binnentuin van het hotel loop, word ik aangevallen door een leger aan muggen. Nog zoiets. Ik houd helemaal niet van Afrika. De hitte, de insecten. De malaria en andere enge ziekten. Waarom zou ik mijn rooster steeds afstemmen op de verblijfplaatsen van Gianluca? Ik wil wel weer eens lekker naar Aruba. Of Rio.
Gelukkig is de hotellobby afgesloten en waait er een lauw aircobriesje. Ik maak kennis met de nieuwe bemanning van de cockpit, die op de terugweg zal bestaan uit captain Piet en copiloot Jason, een Amerikaan. We bespreken de vluchtgegevens en langzaam druppelt de rest van de bemanning binnen. Ze zien er fris uit, maar ook bloedchagrijnig.
Ik deel een formulier uit met de werkmethodiek, maar niemand bedankt me. Van Omar, de tweebander met wie ik op de heenweg zo fijn heb samengewerkt, krijg ik zelfs een uitgesproken vuile blik. Er is iets aan de hand. Maar wat?
Tijdens de donkere rit naar het vliegveld praat niemand met me. Ze gaan allemaal achterin de crewbus zitten smoezen. Het werkt op mijn zenuwen. Blijkbaar weet iedereen iets wat ik niet weet. Alleen Piet en Jason doen normaal tegen me.
Eenmaal aan boord verzamelen alle cabineleden zich in de businessclass, om de vluchtvoorbereiding te doen. Ze geven antwoord op mijn vragen, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Tijdens de vlucht zie ik eindelijk kans om aan Omar te vragen wat er speelt.
‘Ben je niet iets vergeten?’ vraagt hij, op vijandige toon.
‘Dat is heel goed mogelijk,’ zeg ik. ‘Help me maar herinneren.’
Anke, de andere tweebander komt de galley binnen. Ze slaat haar armen over elkaar.
‘De hele cabine zat op dezelfde galerij,’ zegt ze.
‘En we hebben je allemaal gehoord,’ vult Omar aan. ‘Lekkere leidinggevende ben jij, zeg.’
Ik kijk van Omar naar Anke. Bedoelen ze dat…? Het viel toch wel mee? Waren we zó luidruchtig? We hebben een flesje wijn opengetrokken, in het begin. En daarna…We gingen wel een beetje los, ja. En later…O mijn God. Heb ik geschreeuwd? Nog voordat ik iets kan zeggen draaien ze zich om en staar ik naar twee ruggen.
Gelukkig word ik gebeld door de cockpit. Of ik even langs kan komen om de defecten in de cabine door te geven. Een beetje beschaamd loop ik de cockpit in. Wat zouden ze over me denken? Maar Jason en Piet zeggen niets. Op zakelijke toon lopen we de mankementen door.
‘Wat een drama toch,’ zegt Piet, als hij klaar is met het lijstje. ‘De cabine is erg van slag.’ Ik zet me schrap, maar dan merk ik dat hij het eerder tegen Jason heeft dan tegen mij.
‘Wat nu weer?’ vraagt Jason.
‘Een stelletje ging vreselijk tekeer. Ergens op de tweede verdieping.’
‘Echt joh’ zegt Jason. ‘Typisch cabine. Waarom zou je je druk maken om zoiets? Ze zijn hartstikke jaloers natuurlijk. Omdat ze zelf zero seksleven hebben.’
De mannen geven elkaar een high five en lachen.
‘Misschien was het wel iemand van ons,’ zeg ik met een klein stemmetje.
‘So what,’ zegt Jason. ‘Ik hoop dat ze ervan genoten hebben. Thuis hebben we daar een uitdrukking voor: “Poor is the man whose pleasures depend on the permission of another.” Voel je ‘m?’
Ik lach als een boer met kiespijn. Dat kan best zo zijn. Maar voor vrouwen ligt het blijkbaar toch iets ingewikkelder. Die krijgen vuile blikken. Voor straf. Toch recht ik mijn rug als ik even later de cabine weer in loop. Gênante situatie? Definitely. Ga ik me schamen? Definitely not. Er zijn ergere dingen die je kunnen overkomen. Zero seksleven bijvoorbeeld. Daar kan je namelijk heel chagrijnig van worden.
Lees hier meer verhalen van Gaia en Nienke.