Nienke (deel 6): Loslaten
In het blad kun je elke maand de Flying Secrets van Robin lezen. Haar collega’s Gaia en Nienke delen hun vlieggeheimen online. Vandaag: Nienke (24) die de man van haar leven heeft ontmoet tijdens haar eerste crewborrel. Een man die getrouwd is en kinderen heeft, precies waar de katholieke ouders van Nienke bang voor waren.
Ik heb geen idee waar ik ben. In het pikkedonker grabbel ik naar een nachtkastje. Of een lamp. Of whatever, als er maar een lichtknopje op zit. Er klinkt een geluid, er valt iets op de grond. Ik hoop dat dat nu net niet de lamp is die ik zoek. Met mijn vingertoppen betast ik de muur. Daar zit inderdaad een knopje. Ik druk erop en aan de zijkant van het bed springt een leeslampje aan. Ik zie dat ik de hoteltelefoon op de grond heb gegooid. Nu weet ik zeker dat ik ergens in Europa ben. Maar waar?
Lees ook: Nienke (deel 5): Time-out
Ik herinner me weinig van gisteravond. Al in de crewbus ben ik diep in slaap gevallen, zó moe was ik van het vliegschema. Ik ga op de bedrand zitten. Ik ben hier eerder geweest. Het lijkt een Scandinavisch hotel, herkenbaar aan de sobere, maar efficiënte inrichting. Ik kraak mijn hersenen. Gisteren sliep ik in Boekarest, eergisteren in Glasgow. Welke bestemmingen heb ik nog meer gehad? Ik open de gordijnen. Hoge herenhuizen in de ochtendschemer, en een gracht. Lijkt toch verdomd veel op Amsterdam.
Op het bureau vind ik mijn iPad. Ik open de laatste vlucht. CPH. Kopenhagen dus. Natuurlijk. Opgelucht stap ik terug in bed om nog even te tukken, we hebben tenslotte vanmiddag pas calling. Ik draai me op mijn linkerzij. En op mijn rechter. Maar slapen lukt niet meer. Ik mis Stan. Mijn leven is gewoon een stuk saaier zonder hem. En ongezellig, zonder zijn appjes en onze telefoongesprekken.
Ik trek een grote zak chocolade-eitjes uit mijn boordtas, die naast het bed staat. Gekregen van mam, een overblijvertje van Pasen. Liggend stop ik er eentje in mijn mond. Ik weet het, het is half zes in de ochtend. Best raar om nu al chocolade te eten. Maar als het ergens ongezellig is, moet je je eigen feestje maken. Desnoods met chocolade. Dat vindt mam tenminste.
Ik open Stans laatste appje. ‘Het gaat goedkomen. Love u,’ staat er, en een kus-emoji. Ik lees het bericht, en nog eens, woord voor woord. Alsof er een verborgen betekenis in zit. Misschien is dat ook zo, maar ik kan hem niet vinden. Om de eenzaamheid te verdrijven neem ik nog maar een chocolade-eitje. En nog één, om het af te leren. Dan wordt er heel zachtjes op de deur geklopt. Voor mijn deur staat Anne-Mar, de co-pilote. Ze ziet er fit uit en zit strak in de make-up.
‘Ik hoorde dat je wakker was,’ zegt ze. ‘Ga je mee ontbijten?’ Het eitje kleeft aan de binnenkant van mijn wang. Ik hoop dat Anne-Mar het niet ziet.
‘Ja,’ zeg ik, enthousiast.
Alles is gezelliger dan in mijn eentje op mijn kamer te blijven. Het is ook veiliger, chocolade-technisch gezien. Snel douche ik. Even later lopen we een rustige ontbijtzaal binnen. Ik kijk hoe Anne-Mar haar bord vollaadt met smörrebröd en zalm. Zelf pak ik alleen een croissant.
‘Heb je geen trek? Jij hebt toch ook niet meer gegeten gisteren?’
‘Ik zit in een dip,’ zeg ik. Ik zwijg natuurlijk over de halve zak eitjes die ik al achter de kiezen heb.
‘Hoezo?’ vraagt Anne-Mar. ‘De laatste keer dat ik je zag was je harstikke verliefd. Toch?’
Ik neem een klein hapje van mijn croissant. Mijn buik voelt opgezet. Sinds de time-out ben ik wat aangekomen.
‘Je hoeft het niet te vertellen hoor,’ zegt Anne-Mar.
‘Weet ik,’ zeg ik. Ik ken haar helemaal niet goed, we hebben een aantal keer samen gevlogen. Maar toch voelt ze heel vertrouwd. Ze kan goed luisteren en ze weet veel over mannen.
Dan ga ik toch praten. Ik vertel alles. Geen detail blijft onbesproken. Van de crewborrel in Buenos Aires, tot de onzekere periode waarin ik nu zit. Anne-Mar onderbreekt me niet.
‘Jee,’ zegt ze uiteindelijk. ‘Wat een verhaal. Maar dat huwelijk kan natuurlijk nooit lang meer duren.’
‘Denk je?’ vraag ik gretig.
‘Natuurlijk. Ze hebben de kinderen als bindmiddel, maar verder zit die relatie helemaal fout. Dat is duidelijk.’ Ze kijkt me begrijpend aan.
‘Hoe heet hij eigenlijk? Die vlieger van jou?’
‘Dat ga ik natuurlijk niet zeggen!’ lach ik. Anne-Mar lacht ook.
Ineens voel ik me stukken beter. Gaia en Robin hebben alleen maar oordelen over Stan. Heel vervelend en onterecht. Maar Anne-Mar is onpartijdig. Ze heeft vast gelijk. Ik sta op en loop naar het buffet, voor een lekker smörrebrödje.
Ondanks dat ik wat ben aangekomen, voel ik me kilo’s lichter. *