Deel 2: De hardloper
Al drie weken op rij komt ze hem bijna dagelijks tegen tijdens het hardlopen. Elke keer weer kruisen hun blikken elkaar indringend wanneer ze elkaar - al zwoegend en zwetend - passeren. Wie is deze mysterieuze hardloper?
Ik ben me meer dan bewust van mijn rood aangelopen hoofd, de zweetvlekken op mijn T-shirt en mijn verbaasde blik. Van dichtbij is hij heel anders dan al die keren dat ik hem van veraf aan zag komen en hij mij voorbij sprintte. Hij voelt als een oude bekende, die ik helemaal niet ken.
Lees ook: De hardloper
‘Hee,’ zeg ik tenslotte, terwijl ik met beide handen het water van mijn gezicht veeg. ‘Je hebt het warm hè?’ vraagt hij. Ik lach en knik ja. Dan doet hij een stap naar voren, houdt zijn hoofd bij de fontein en laat water over zijn gezicht en nek stromen. Ik blijf naast hem staan en staar naar het tafereel dat zich voor mij afspeelt. Nu hij zo voorovergebogen staat, zie ik hoe zijn beenspieren aanspannen, tot aan zijn billen. Zijn rug is rond, in zijn T-shirt zitten grote natte vlekken.
Als hij omhoog komt en zijn gezicht afveegt met de onderkant van zijn T-shirt, vraagt hij: ‘Even afkoelen?’ Ik kijk hem vragend aan. Voordat er weer een ongemakkelijke stilte valt, zegt hij: ‘Een ijsje, daar verderop?’ Weer lach ik naar hem. Gek genoeg voelt dit schattige voorstel als een charmant idee. Ik kijk op mijn telefoon en knik instemmend.
Een volgend moment lopen we naast elkaar het park weer in, alsof we elkaar al een tijdlang kennen. Ik merk dat ook hij zich gedraagt alsof ik een oude bekende ben, hij vertelt makkelijk en als hij lacht zie ik kuiltjes in zijn wangen. Hij vertelt over zijn trainingsschema, en dat hij mee wil doen aan de eerstvolgende marathon. Dat we elkaar al wekenlang passeren bespreken we niet. Bij een klein ijskraampje aan het einde van het park kiezen we allebei een raketje. Langs een smal paadje, via een heuveltje, leidt hij me naar een bankje aan een meertje, waar ik tijdens al mijn hardloopuurtjes nooit kom. Alleen de vogeltjes fluiten, het water ligt er stil en vredig bij. We likken aan onze ijsjes, soms valt er een stilte, maar ongemakkelijk voelt het geen moment.
Inmiddels staat de zon hoog aan de hemel, de ijsjes zijn op. We lopen langs het meertje. Ik ben voor het gemak vergeten dat ik eigenlijk terug zou moeten naar mijn computer. Ik voel hoe de spanning zich opbouwt, tijdens de gesprekken kijk ik naar zijn lichaam. Nog altijd is hij niet mijn type. In de kroeg zou ik nooit op hem afstappen, maar zijn durf én zijn benen maken indruk op me. We lopen bij een klein strandje aan het meer, de wandelaars en hondenbezitters zijn ver achter ons. En dan, zonder er heel lang over na te denken, sta ik stil en trek mijn schoenen uit. Op mijn blote voeten loop ik het water in. Achter me hoor ik hem lachen. Over mijn schouder zie ik hoe ook hij zijn schoenen uittrekt.
Dan loopt hij achter me aan, het water in. Al snel sta ik tot mijn bovenbenen in het water. Ik voel hoe de rand van mijn broekje nat wordt. Dan, als in een automatisme, trekt hij zijn T-shirt over zijn hoofd, loopt twee stappen terug in de richting van het strandje en gooit hem op het zand. Dan stapt hij uit zijn broekje. In zijn boxer loopt hij terug het water in. Ik lach en zie nu ook hoe mooi zijn bovenlichaam is. Tanig, maar gespierd en gebruind door de zon. Dan neemt hij een duik en verdwijnt voor enkele seconden onder water. Als hij bovenkomt, zucht hij diep en roept dat het heerlijk is.
Enkele seconden later duik ik ook het water in, in mijn slipje en sport-bh. We zwemmen een eindje op en als onze voeten de bodem bijna niet meer kunnen raken, drijven we steeds dichter naar elkaar toe. Dan, zoals ik al urenlang hoopte, houdt hij zijn gezicht dicht bij het mijne. Ik kus zijn lippen en voel de ontlading van de spanning. Zie je wel, denk ik, terwijl we steeds heftiger zoenen. Ik heb het al die weken goed gezien.
Ik sla mijn armen om zijn nek en mijn benen om zijn middel. Hij houdt zijn handen onder mijn billen en draagt me in het water, terwijl hij zachtjes rijende bewegingen tegen mij aan maakt. We lijken te zijn vergeten dat het meer een openbare plek is, maar al zou hier een menigte van de avondvierdaagse langskomen, het deert me niet. Ik houd me vast aan de man die ik in stilte al wekenlang in mijn vizier had. Die ik al weken liefhad, zonder me te realiseren dat dit echt zo was.
Wordt vervolgd..
Meer sexy verhalen lees je hier.