The world according to Caro: de oude vrouw en de zee
Throwback thursday! Caroline van Mourik schreef als &C talent een jaar lang columns voor &C magazine onder de titel The world according to Caro. We selecteerden haar mooiste columns. Deze week haar bijdrage uit het julinummer van 2017.
Soms ben ik bang dat ik dingen mis doordat ik niet in de stad woon. De stad kan je zo doen geloven dat je dáár moet zijn. Vrienden daar vragen vaak of ik bij hen in de buurt kom wonen. Op elke hoek van de straat gebeurt iets. Misschien moet ik toch verhuizen, want op elke hoek van mijn dorp gebeurt niets. En toch vind ik dat net zo fijn als dat ik het soms vervloek. Ik hou van stilte en overzicht. Vroeger kon ik vanuit mijn slaapkamer de duinen zien. De zomervakanties van mijn jeugd vierden we daar, ook al was het maar twaalf kilometer fietsen vanaf onze achtertuin. Ik ga er nog vaak even naartoe. Ik hoef bij mijn huidige voordeur de polderlandweggetjes maar te volgen en dan ben ik op het strand. Zoals nu.
Lees meer: Cesar: 'Dit is de reden waarom we de snackbar moeten redden'
‘Is het eb of vloed?’ Ze knijpt met haar ogen richting zee.
Het leven heeft een web van lijnen en ribbeltjes op haar gezicht getekend.
‘Het is vloed, mevrouw,’ zeg ik.
‘O, dan kan ik niet het strand op met dit ding.’
Haar gekreukelde handen steunen op haar rollator.
‘Ik kan met die wieltjes alleen op het harde zand, anders wordt het me te zwaar.’
Ze schuift naast me op het bankje aan de boulevard. Haar zucht waait weg met de zeebries.
‘Ik ga hier wel even zitten kijken,’ zegt ze. ‘Ook fijn.’
Ze rommelt wat in haar tas.
‘Wil je?’
Ik pak een dropje van haar uitgestoken hand.
‘Ik ben altijd bang dat dit de laatste keer is dat ik hier ben. Ik woon in Purmerend dus het strand ligt niet om de hoek.’
‘Wat vindt u het fijnste hier, mevrouw?’
‘Dat zand tussen je tenen, hè? En het liefst even met blote voeten in het water. Ik was als meisje een echte waterrat.’
Ze vertelt over haar zomers op het strand. ‘Naar zee gaan was een uitje. Dat waren de mooiste dagen.’
Een zeemeeuw zweeft met wijde vleugels even stil boven ons hoofd.
‘Kom,’ zeg ik.
Verbaasd kijkt ze me aan.
‘Als dit de laatste keer gaat zijn dan kunnen we maar beter zo dicht mogelijk bij zee proberen te komen, toch?’
Een glimlach ontvouwt zich. Ze steekt haar arm door de mijne. Voetje voor voetje gaan we samen de lange strandtrap af.
Ik loop snel terug naar boven om haar rollator te halen. Door het rulle zachtzand trek ik het ding naar de vloedlijn. We hebben geluk. Er is nog net een strook waar het zand hard genoeg is om op te lopen.
‘Het is nu toch al mal. Zal ik het gewoon doen?’
Lees meer: Hanneke: 'De dochter heeft de hele keuken leeggehaald. Nou en?'
We schoppen haar sandalen en mijn slippers aan de kant, en lopen samen vijf stappen het water in.
Arm in arm staan we tot onze enkels in de branding. De lage golven klotsen zacht de opgerolde pijpen van haar pantalon donkerder. Een zeemeeuw krijst hard boven ons hoofd.
‘Ik wil hier niet meer weg,’ lacht ze.
‘Ik ook niet, mevrouw. Ik ook niet.’