Aanzeiken en opstarten
Malou schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Ik zit in de trein op weg naar mijn werk. Het gebeurt niet vaak dat we elkaar live kunnen zien in de ochtend. Normaal gesproken zeiken we de dag aan via WhatsApp. Vandaag kan het in real life, naast elkaar in de sprinter naar Hilversum Media Park. Ik reis vanaf Amsterdam Centraal, zij springt er zo in bij Amsterdam Muiderpoort.
Het is druk in de trein en ik heb me in een vierzitje geperst. Naast me zit een man in pak. Tegenover ons een meisje dat haar make-up opdoet. Haar tas met uitgestalde beautycase staat naast haar en neemt het laatste plekje in beslag. Er moeten mensen staan maar niemand vraagt haar plaats te maken.
Ik slaak een sadistisch lachje wanneer ze haar mascaraborstel per ongeluk in haar oog steekt bij een flauwe spoorwissel wanneer we Amsterdam Centraal uitrijden. Omdat ik mijn muziek aan heb, heb ik niet meteen door dat ik hier geluid bij maak. Dat duurt niet lang. Het meisje kijkt geïrriteerd mijn kant op. Zij weet nog niet dat ze haar beautycase straks binnen vijf seconden moet inpakken, omdat die anders verdwijnt onder de fijne bilpartij van mijn zo dadelijk instappende vriendin.
Wanneer we aankomen op Muiderpoort loopt alles volgens plan. Het meisje, inmiddels net klaar met het opmaken van één kant van haar gezicht, wordt medium-vriendelijk verzocht haar boeltje in te pakken en op te schuiven. Ze doet er precies een seconde te lang over. Er verdwijnt een wenkbrauwpotloodje onder het been van mijn reismaatje.
De dag aanzeiken kent een paar regels. De belangrijkste regel is dat je overdrijft. Vervelende dingen bestaan niet. Iets is dramatisch of je laat het achterwege. Gelukkig is mijn aanzeikpartner boos. Los van het regulier boos zijn op de wereld omdat het maandagmorgen is, is ze specifiek boos op een man.
‘Tijd om ons mannencollectief verzwaard over een brug te gooien.’ Ze grist het potloodje onder haar been vandaag en geeft het aan het make-upmeisje. ‘Eens,’ knik ik, waarna we proosten met onze kartonnen koffiebekers.
De man in pak grijnst. Hij heeft ons, ondanks zijn oortjes en muziek, toch gehoord. Dat is ook niet moeilijk want mijn vriendin heeft een luide stem. Ik zie dat hij het volume op zijn telefoon toch nog iets lager zet. ‘Jij zoekt nog een leuk verhaal voor bij de koffiemachine zo?’ vraag ik, waarop hij nog breder grijnst. Stiekem ben ik van hem onder de indruk. Ik deed overduidelijk mijn best hem te voorzien van een grote dosis ongemak maar die nam hij niet aan.
Ik wend me weer tot mijn vriendin. De man in kwestie, waar de maandagochtendwoede op gericht is, heeft haar niet teruggebeld. De lul. Wij concluderen dat de enige geoorloofde reden voor dit wangedrag zou kunnen zijn dat hij bij een bedrijfsongeval tien vingers heeft gebroken en zijn telefoon niet meer kan bedienen. ‘Maar ja, wat zijn de kansen?’ vervolg ik.
De man in pak lacht nu hardop, maar maakt direct excuses wanneer we hem met opgetrokken wenkbrauwen aankijken. ‘Ik ben blij dat er nog iemand op me reageert,’ zeikt mijn vriendin er nog even overheen, waarna we alle drie moeten lachen. Het make-upmeisje is klaar met de andere kant van haar gezicht. Zij heeft tijdens deze treinreis nul keer gelachen.
Wanneer we opstaan wenst de man in pak ons een fijne dag in ons miserabele leven. We bedanken hem en wensen hem veel plezier bij de koffiemachine.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.