De Tandarts
Malou schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Mijn moeder is als de dood voor de tandarts. Ondanks dat ze dit vroeger voor mij probeerde te verbloemen, door met haar klamme hand de mijne stevig vast te pakken en in de wachtkamer vijf keer per minuut ‘het komt helemaal goed, dit is zó voorbij’ te fluisteren, heb ik deze angst ontmaskerd én gekopieerd.
Als twee bibberende chihuahua’s zitten wij, nadat we met een gloeiende pook de praktijk in zijn geduwd, naast elkaar in de wachtkamer. Op advies van mijn vader hebben we een paar jaar geleden besloten het sterrenteam op te doeken en ieder onze eigen lijdensweg te gaan. Dit omdat we elkaar schijnen te versterkten in het elkaar aanpraten van doemscenario’s en kunstgebitten.
Op advies van de tandarts, wiens neus bloedde nadat ik hem in blinde paniek een dreun had gegeven, ben ik op zoek gegaan naar een gespecialiseerde angsttandarts. ‘Een Bangtarts?’ had ik in een poging tot het inluiden van de herstelfase gegrapt, maar dat vond de beste man allesbehalve een leuke opmerking. Achteraf begrijp ik, dat patiënten ontvangen met een tampon in je neus omdat een hysterisch meisje schrok van het geluid van de spuugstofzuiger, écht heel kut is.
De eerste keer bij de Bangtarts was slechts een kennismaking. Met mijn hakken in het zand, kilo’s lood in mijn schoenen en liters angstzweet in mijn kleding werd ik door mijn toenmalige liefde, die dacht dat het wel mee zou vallen en het wel grappig vond, naar binnen begeleid.
Het gesprek was vrij eenzijdig omdat ik vanaf het moment dat ik de kamer binnenstapte moest huilen als een kleuter wiens kitten zojuist is aangereden. Dát scenario klonk mij overigens als muziek in de oren in vergelijking met de situatie waarin ik me bevond. Dat ik mijn waardigheid in de wilgen kon hangen, werd bevestigd door de liefde, die me aankeek alsof ik de kitten eigenhandig voor de neus van de kleuter aan het villen was. Beseffen dat iemand zich voor je schaamt is misschien wel het pijnlijkste gevoel dat er bestaat, al zal de tandarts met de tampon in zijn neus daar anders over denken.
Het heeft drie ‘oefenafspraken’ gekost voordat ik op controle durfde te komen bij de Bangtarts. Omdat hij vrij gehecht is aan zijn neus, kreeg ik vooraf een pilletje dat de scherpe randjes van mijn hysterie moest halen. Ik zag de wereld aan voor een doedelzak en heb de Bangtarts na afloop geknuffeld en om ‘meer drugs’ gevraagd.
Binnenkort moeten mijn verstandskiezen getrokken worden. De Bangtarts vertelde dat, als hij ze er heel uit krijgt, ik er misschien eentje mee naar huis mag nemen. Thuis werd dat idee iets minder goed ontvangen. ‘Jij neemt helemaal niets mee dat ze uit je lijf halen en wat je niet gaat opvoeden!’ – was de reactie.
Ik zit eraan te denken om hem cadeau te doen aan de tandarts die ik ooit een bloedneus sloeg. Als bedankje dat hij me toentertijd naar de Bangtarts heeft gestuurd, mij niet heeft teruggeslagen en voor mijn neus een tampon in zijn neus stopte.
Held.