Ikke, ikke, ikke door social media: ik post, dus ik besta
Nu in &C: We showen iedereen die het (niet) wil weten aan de lopende band hoe superbijzonder en anders we zijn. Alleen omdat we zó graag ergens bij willen horen. Om die reden heeft journalist Kim Hopmans (38) een haat-liefdeverhouding met social media.
Tijden veranderen, dat is zeker. Als tiener bracht ik (en mede-ouwe-lellen van middelbare leeftijd) dagenlang ‘stoeprandend’ door op straat. Later ging ik met frisse tegenzin op dansles, puur om met vrienden en vriendinnen te kunnen chillen (toen nog: hangen). De huidige generatie Z, of ‘igenners’, geboren tussen 1995 en 2012, heeft dat probleem niet. Hun sociale leven speelt zich thuis af, naast pa en moe in de woonkamer, op hun telefoon. Waaraan ze gemiddeld zo’n tweeënhalf uur per dag vastgezogen zitten. Dat zorgt ervoor dat jongeren elkaar minder vaak fysiek opzoeken – uit onderzoek blijkt dat de helft van de jongeren eenzame gevoelens heeft. Tegelijkertijd zijn ze niet meer gewend om alleen te zijn, juist vanwege die voortdurende bereikbaarheid.
Lees ook: Geraldine & Kaj over Instagram: 'Bij 30.000 likes is de foto geslaagd'
Volgens cultuurfilosoof en seksuoloog Erik van Beek versterken social media de ik-cultuur zeker. De communicatie is nou eenmaal anders dan een-op-een bellen en mailen. ‘Je zet iets in je etalage als het jou uitkomt en iemand reageert erop als het hém uitkomt. Direct contact is er niet. Je gaat er maar gewoon van uit dat de ander het ziet. En in tegenstelling tot in een echt gesprek hoef je niet te dealen met de wensen en eisen van anderen. Lekker makkelijk.’
Onlangs sprak ik een vriend die zich ‘verplicht’ voelde het overlijden van zijn vader te delen op social media, zodat iedereen wist waarom hij niet reageerde en waarom hij niet op dat ene festival zou zijn. Hij werd overspoeld met warme woorden. Daar was het hem om te doen, schoot door mijn hoofd. Die aandacht. Hij ontkende, en al was het wel zo: hij fleurde er van op, dus wie ben ik om daarover kritisch te zijn? Het intrigeert me wel: ik vind het irritant en bewonderenswaardig tegelijk hoe mensen schaamteloos de spotlights op zichzelf durven richten. Zo is het natuurlijk fantastisch dat mensen vrijwilligerswerk doen, maar soms lijkt het minstens zo belangrijk dat iedereen dat ook weet. Waarschijnlijk is niemand hier volkomen ‘zuiver’ in.
Lees ook: Kim: 'Reizen is een wedstrijd geworden die we allemaal willen winnen'
Als ik hier niets over post, zal niemand het ooit weten, denk ik zelf ook weleens. Meestal gevolgd door: jammer dan. Maar zeker niet altijd. Dan post ik iets, met lood in mijn schoenen, ben ik even opgelucht – ik besta nog, mensen, vink! – maar voel ik me daarna al snel een beetje... viezig. Zoals ik me ook voel als ik met karren vol plastic meuk en een flamingo-slakom uit de Action struikel, of een Mcdonald’s-menu naar binnen heb gekopt. Adrenaline, euforie en dan: hè gadver, moest dat nou? Het zal er wel bij horen. Volgens Van Beek zoeken we allemaal naar bevestiging van derden. ‘Kijk eens hoe goed ik bezig ben? Door je individu te etaleren, maak je jezelf afhankelijk van anderen. Weer die paradox.’ Zoals de vriendin die met veel bombarie stopte met social media: tabee Facebook, screw you Insta! Zij had het licht gezien, ze ging het leven léven. Wij, digitale lemmingen waren nog niet zover. Wauw, zo inspirerend, ze werd online bejubeld, de aandacht tierde welig. Na drie weken offline was ze terug.
Nieuwsgierig geworden naar het hele verhaal? Lees het in de nieuwste editie van &C met het thema 'Ikke, ikke, ikke', die nu in de winkel ligt. Of lees het hier via Blendle.