Tindertrauma #5: Kotsen en french kissing
Een Tinder-match die in het echt vier koppen kleiner blijkt, of eentje die de volgende dag een tikkie stuurt voor de rekening. Daten anno 2021 lijkt wel Russische roulette: vol goede moed blijven gokken tot je eindelijk die knal te pakken hebt. Gelukkig zorgen rampervaringen wél voor goede verhalen. Deze week: Charlie en het teleurstellende tupperwarebakje.
Charlie (27): 'Via Happn had ik een heel leuke jongen ontmoet. We hadden precies dezelfde humor en chatten aan één stuk door. Al snel spraken we af om bij mij thuis een hapje te gaan eten. Op zíjn initiatief, want Lars appte namelijk, en dit is belangrijk zodat jullie niet zien dat ik gek ben, het volgende: 'Wil je morgen een hapje eten samen? Ik heb nog zelfgemaakte pompoensoep!' En of ik dat wilde, samen een kommetje pompoensoep eten bij mij thuis. Ik had zin om hem te ontmoeten en vond het super handig, een jongen die weet hoe hij moet koken én attent genoeg is om zelf eten mee te nemen. Een keepertje, dacht ik.
Lees ook: Tindertrauma #4: Barts Tarzan-obsessie en een befbeurt
Die avond zat ik een beetje zenuwachtig te wachten tot Lars er was. En op het eten, want ik had vet veel honger. De bel ging. Voor mij stond een knappe, lange jongen met een plastic tasje in zijn handen. Ik liet hem binnen en griste nog nog net niet de tas met pompoensoep uit zijn handen. Het viel even stil toen-ie een klein, blauw tupperwarebakje op mijn aanrecht zette. 'Dat is niet alles, toch?', vroeg ik met een ongemakkelijke lach op m'n gezicht. In dat ienieminibakje zat namelijk een klein laagje soep nét genoeg voor één persoon. Hij antwoordde doodleuk van wel en vroeg verbaasd of ik zelf niks in huis had gehaald. Huh. Welke memo heb ik hier gemist? Ik keek 'm vol onbegrip en enigszins chagrijnig aan. Ik besloot om met een borrelende buik snel naar de supermarkt te gaan en wat hapjes voor ons béíden te halen. Goed begin van de date dus. Not.
Na drie happen pompoensoep, wat broodjes en andere tapas, besloten we de stad in te gaan. Het werd al snel gezellig en we klikten inderdaad goed, dus die onhandige pompoen-gate was hem snel vergeven. We eindigden in een knus cafeetje waar we aan de biertjes gingen. Maar na twee à drie bier werd ik opeens dizzy. We zaten aan de bar, dus ik had geen rug- of armleuning om tegenaan te hangen. Terwijl ik een beetje heen en weer zat te zweven, vroeg Lars of 't wel goed ging. Ik probeerde me op zijn ogen te focussen, maar zag drie neuzen en vijf oren. 'Volgens mij moet ik kotsen,' zei ik. Snel rende ik naar de wc. Of ik nu vergiftigd was door zijn restje pompoensoep of gewoon te weinig had gegeten weet ik niet, maar het was in elk geval goed mis. Ik was op een eerste date en hing nu kotsend boven de plee.
Toen ik terugliep naar de bar, vroeg Lars gelijk of ik oké was. Nee, ik ben niet oké. Ik ben net weggerend op een eerste date om te gaan kotsen. Ik zei dat ik me doodschaamde, waarop hij antwoordde: 'Geeft toch niet, kan gebeuren.' Oké wow, volgens mij heb ik toch een keeper aan de haak geslagen. We vervolgden de date alsof er niks was gebeurd en hadden 't nog heel gezellig samen. En ja, ik heb zelfs nóg een biertje achterover gegooid. Die hield ik wel binnen, gelukkig.
Lees ook: Tindertrauma #3: Een dikke villa en veel naakt
Aan het einde van de avond stonden we nog even bij zijn fiets te kletsen. Ik had na mijn kotssessie natuurlijk allang dag gezegd tegen een potje french kissing, maar toch leek hij dik met mij te flirten. Hij zal toch niet... Hij pakte me bij mijn middel vast, trok me naar zich toe en leunde naar voren. 'Ho wacht even, ik heb net gekotst, hè?', zei ik verbaasd. Maar blijkbaar was hij te dronken om daar op af te knappen. Hij pakte me op m'n mond en ging er helemaal voor. Dat vond ik erg leuk aan hem.
De volgende dag kwam de shock, want Lars appte dat hij het een gezellige avond vond, maar dat hij het hierbij wilde laten. En dat ik zijn tupperwarebakje mocht houden. Of het mijn chagrijnige reactie op zijn pompoensoep was, of mijn amateurskills met betrekking tot het binnenhouden van alcohol: ik zal het nooit weten.'