De sportschool
Naast me staat een jong meisje. Haar haren perfect in een staart, haar make-up perfect op haar ogen, haar blusher perfect op haar wangen.
Het is 7.15 uur en ik sta in de kleedkamer van de sportschool.
Op mijn linkerwang en voorhoofd staan de strepen van het reliëf van mijn nieuwe kussensloop. Mijn gezicht doet me denken aan een uitgevouwen origami-kraanvogel, die je glad probeert te strijken omdat je een vouwfoutje hebt gemaakt.
Ooit had mijn huid slechts tien minuten nodig om weer haar normale vorm aan te nemen, maar vandaag ziet mijn wang er al anderhalf uur uit als een wanstaltig gevouwen kraanvogel met vogelpest.
Mijn haar heeft zich in mijn slaap in dreadlocks getransformeerd, die ik zorgvuldig probeer te verbergen in de knot op mijn kop. Het overgebleven haar, dat er vandaag voor heeft gekozen naar de zijkanten op te krullen, past hier helaas niet in.
Het meisje kijkt me aan in de spiegel en lacht vriendelijk.
‘Ja, lach maar,’ hoor ik mezelf denken. ‘Jij staat zeker zó naast je bed, tuttebel!’
Ik realiseer me dat zij in principe niets met mijn persoonlijke kleedkamervernedering te maken heeft. Zij heeft gisteren gewoon niet gezopen, is op tijd naar bed gegaan en stond gewoon een half uurtje eerder op om zich naar de sportschool te begeven in een gedaante waarbij je niet direct de neiging hebt om 112 te bellen.
Ik heb afgesproken met mijn personal trainer Ray. Hij heeft er altijd zin in en we hebben een ritueel.
‘Yes! Goeiemorgen Lou! Een nieuwe week! Zin om te knallen?’
‘Nee.’
'Heb je dit weekend een beetje op je eten gelet? Ben je op tijd gaan slapen?’
‘Nee.’
‘O, o, o. Nou, goed dat je er toch bent! Yes! Heb je vooraf vragen?’
‘Ray, als jij hier naast me staat, wie bewaakt dan de hel op dit moment?’
‘Okay! Yes! Begin maar even met tien minuten stevig doortrappen op de hometrainer!’
Ik vraag me af waarom ze een hometrainer in een sportschool een hometrainer noemen en geen gymtrainer. Ik bespaar Ray deze vraag, in de hoop dat hij mij straks spaart in de hoeveelheid gewichten die ik vanuit een hurkende positie omhoog moet gaan tillen.
Helaas is Ray vandaag niet van plan mij te sparen. Sterker nog, na drie kwartier satanische oefeningen heeft hij een ‘verrassing’ voor me. We lopen naar het midden van de zaal waar alle hardcore-beesten trainen. Mannen en vrouwen trekken zich op aan apparatuur alsof het ze geen enkele moeite kost. Ray noemt deze plek de speelplaats. Ik noem het de martelkamer.
‘Deze sexy baby is nieuw in de club!’ zegt Ray. Hij wijst naar een apparaat. ‘Vanaf nu krijg je iedere maand een bodyscan. Deze baby meet ALLES!’ Hij aait over het apparaat alsof het een huisdier is.
‘Ray, waarom staat deze kutverrassing MIDDEN in de zaal?’ Ik hoor de frustratie in mijn stem en hoop dat Ray er iets mee doet. Het blijft stil.
‘Het gaat hier toch om de buitenkant Ray? Kom, laten we nog wat zware dingen de lucht in hijsen, ik heb hier echt geen zin in.’
Genadeloos logt Ray in op het apparaat en voor ik het weet sta ik met twee pinnen in mijn hand en een klem op mijn buik mijn lengte, gewicht, spiermassa, BMI en vetpercentage aan Ray voor te lezen, die op zijn beurt alles nog een keer (luidruchtig) herhaalt en opschrijft. Ray zegt dat hij trots op me is en ik bedank hem met de woorden ‘altijd al willen weten hoe dat voelde, zo’n schandpaal anno 2017.’
In mijn ooghoek zie ik het perfecte meisje. Als zij op deze martelbank gaat staan, komen er waarschijnlijk perfecte cijfers uit. Ik heb zin om haar te voorzien van een sarcastische analyse maar besef me dat daarmee mijn cijfertjes niet veranderen. Afgunst is een volstrekt nutteloze emotie.
Zeker in de sportschool.