Zing voor mij
Malou schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
‘Lou, ik ga stoppen met roken.’ Mijn broertje Toos neemt een hijs van zijn sigaret. ‘Ja, ik ook,’ lach ik en neem een trekje van de mijne. ‘Nee, echt, ik ben er klaar mee. Kijk ons nou staan in de kou? Is toch sneu?’
Ik rookte al een tijd niet meer en toen opeens weer een beetje. Voornamelijk sigaretten van anderen. Eerst trekjes, later hele peuken. Tot ik zo nu en dan weer een eigen pakje kocht. Zodat ik de echte diehard rokers met rust kon laten. Diehard rokers zijn namelijk écht verslaafd en niet gediend van share-smoking. Dan hebben ze minder sigaretten voor zichzelf en dat is een probleem als échte roker.
Niet voor mij, want ik rook niet. Althans, niet voor vast. Oké, wel vast op gelegenheden, maar ik ben geen verstokte huis-tuin-en-keukenroker. Al rook ik wel thuis, en in de tuin, en in de keuken bij het open raam maar, zoals ik al zei, alleen bij gelegenheden. Een gelegenheid kun je in veel categorieën onderbrengen. Zo heb je natuurlijk feesten en partijen, crematies en begrafenissen.
Nu sta ik met mijn broertje op het balkon een peuk te roken. Omdat thuiskomen en je bord leegeten tegenwoordig ook een gelegenheid is geworden. Toos kijkt me aan en lacht. ‘Voor iemand die niet rookt stoom je lekker door zus!’
Ik haat het wanneer mijn jongere broertje zich als de verstandigste van ons twee opstelt. ‘Ik denk dat het me nauwelijks moeite kost om te stoppen met roken. Ik doe wel met je mee.’ Hij kijkt me aan met opgetrokken wenkbrauw en steekt zijn hand uit. Ik pak ‘m vast. ‘Deal zuster,’ lacht hij en steekt er nog één op.
Wanneer ik Daan, mijn beste vriend, vertel over mijn definitieve stop-plan krijg ik een motiverende ‘mooi, je bent zo lelijk als je rookt’-speech voor mijn kiezen. Wat vroeger een chique gewoonte was is heden een ordinaire handeling voor onzekere persoonlijkheden, aldus mijn beste vriend.
Hij attendeert me er op dat zanger Nilson ook stopt met roken en het lijkt hem dan ook een goed idee dat hij het nummer ‘Ik voel me sexy als ik dans’ opnieuw uitbrengt, maar dan met de tekst: ‘Je bent zo lelijk als je rookt.’ Ik lach en vind het eerlijk gezegd niet eens zo’n slecht idee. ‘En dat nummer dan in iedere openbare rookruimte afspelen?’ vul ik aan. ‘Op Amsterdam Centraal doen ze dat met Eftelingmuziek tegen de hangjongeren! Schijnt te werken!’
‘Als jij het moeilijk krijgt zal ik voor je zingen, Nel,’ lacht hij. Zachtjes zingt hij ‘je bent zo lelijk als je rookt’ in mijn oor.
‘Nel?’ vraag ik.
‘Veerkamp,’ antwoordt hij.
Daan, mijn best vriend, is een echte vriend.
Mijn broertje Toos en ik zijn inmiddels twee weken gestopt met roken, en Daan, mijn beste vriend, is schor van het zingen.
‘Je bent zo lelijk als je rookt.’
Waarvan ik dacht geen last te gaan hebben, achtervolgt me vanaf de eerste minuut dat ik ermee stopte. Ik droom over feestjes met glaasjes sigaretten op tafel, een persconferentie van minister Edith Schippers van Volksgezondheid die vertelt dat roken vanaf heden de gezondheid bevordert en ik wil het gras uit de grond trekken om aan te steken en te inhaleren.
‘Je bent zo lelijk als je rookt.’
Gelukkig was ik niet écht verslaafd.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.