Rob meet zichzelf 400 keer per dag : 'Als ik opsta test ik mijn urine'
Nu in &C lees je vijf verhalen over vijf mensen die elke dag met maar één ding bezig zijn: zichzelf. Allemaal doen ze dat op een andere manier, de een met botox, de ander voor de wetenschap. Deze week het verhaal van Rob, hij doet elke dag vierhonderd metingen aan zijn lijf.
Rob (31) test zijn bloed, urine, hersenen en ligt wekelijks onder de MRI-scanner. Waarom? Omdat zijn hobby een beetje uit de hand is gelopen: 'Het meten is bij mij simpel begonnen. Ik wilde mijn ouders uitleggen wat mijn werk als data-analist inhoudt en droeg daarom een maand lang een Fitbit, een armband die je hartslag meet. Zo kon ik testen welk effect de muziek die ik draai op mijn hartslag heeft. Ik vond dat zo interessant dat ik extra apparaten heb gekocht en steeds meer ging meten. Deels voor mezelf: ik werk als onderzoeker voor het Radboudumc en ben benieuwd wat ik over mijn lichaam en geest kan leren door alles bij te houden. Ik werkte ook samen met andere wetenschappers van bijvoorbeeld het Donders Institute in Nijmegen, dat hersenonderzoek doet.
Lees ook: Mishel (22) schuwt botox niet: 'Ik liet meteen alles in één keer doen'
Als ik opsta, vul ik onmiddellijk lijsten in met veertig tot zeventig vragen over hoe ik me voel. Dat herhaal ik vier of vijf keer per dag. Ik ga op de weegschaal staan en doe mijn gadgets om, zoals mijn Fitbit en omgevingstemperatuur-sensor. Dan doe ik een urinetest, ik meet mijn lichaamstemperatuur, mijn bloeddruk, mijn reactiesnelheid en hoeveel zuurstof er in mijn bloed zit. ’s Nachts draag ik een EEG-sensor om mijn slaap tot in detail te bestuderen. Eén keer in de week slaap ik met meer ingewikkelde apparatuur en moet ik mijn hele haar, hoofd en nek onder de elektronen plakken. De volgende ochtend krijg ik meteen een MRI-scan, die mijn hersenactiviteit exact meet. Elke week neem ik een poepmonster om te zien hoeveel bacteriën er in mijn darmen zitten, en welke invloed mijn eetgedrag en stressniveau hebben. Ga ik naar de kapper, dan knip ik eerst een stukje haar af vanaf de huid, omdat je stresshormonen het beste via je haar kunt meten. Verder zijn er nog een hoop dingen die ik gedurende de dag bijhou: mijn toetsaanslagen op de computer, hoe vaak ik mijn mobiel gebruik, hoeveel ik fiets, hoeveel groente, fruit en chocola ik eet.
Lees ook: Bodybuildster Ruth zit nooit stil: 'Op vakantie train ik gewoon door'
Ik doe dit nu twee jaar, het is een uit de hand gelopen hobby. Ik zie het niet als een vorm van OCD, een dwangstoornis, omdat ik met die metingen serieus iets probeer te bereiken, al heeft het wel bepaalde obsessieve kenmerken. Als ik dronken thuiskom van het stappen, zit ik om vijf uur 's ochtends nog mijn metingen te doen. Als ik bij mijn vriendin slaap, heb ik een rugzak mee waar precies drie tupperwaredozen in passen met de belangrijkste apparatuur, en dan heb ik nog net plek voor een extra onderbroek en een schoon T-shirt. Vlieg ik met alleen handbagage, dan neem ik een doosje mee en stop ik wat spullen in mijn zakken. Mijn vriendin vindt het interessant wat ik doe, maar ik snap ook dat zij het leuker vindt om in het weekend meteen met mij te ontbijten. Ik moet altijd eerst al die metingen doen. Ze is blij dat ik er eind dit jaar mee stop. Ziektes heb ik bij mezelf nog niet opgespoord, maar ik ben pas net begonnen met het analyseren van de data. Ik deel mijn bevindingen op mijn YouTube-kanaal The Quantified Scientist. Waar ik vooral achter wil komen, is wat mij stress, geluk en productiviteit geeft. Uiteindelijk hoop ik mijn slaap te verbeteren, mijn stress te verminderen en mijn productiviteit en geluk te vergroten.'
Nieuwsgierig geworden naar de andere verhalen? Je leest alle interviews in de nieuwste editie van &C of hier op Blendle.