Monic Hendrickx: 'Brabanders vonden mij gek met m'n Surinaamse accent'
Nu in &C: actrice Monic Hendrickx speelt in Penoza een drugsbaas die over lijken gaat. In werkelijkheid is ze een zacht ei met van nature geen lef. Van wie ze dat heeft, wil Chantal weten.
Ons thema deze maand is 'Ik lijk steeds meer op jou', over familie en op je ouders lijken. Hadden jouw ouders verwacht dat je actrice zou worden?
'Nee, en ik ook niet. Ik vond acteren zo'n ver-van-mijn-bedshow. Ik wilde vroeger onderwatercameraman worden, want ik was dol op natuurdocumentaires. Ik was wel altijd van het imiteren, als kind al. Dan ging ik met mijn moeder naar de voetbal wedstrijd van mijn broertje kijken en raakte mijn moeder met iemand aan de praat in het dialect. Thuis deed ik dat dan woord voor woord na.'
Maar op het moment zelf zo stil als een muis zijn zeker. Precies mijn zoon. Laatst zaten we samen in de taxi met een taxichauffeur, zo'n ras-Amsterdammer. James houdt dan zijn lippen stijf op elkaar, maar even later hoor ik hem thuis tegen Marco navertellen in Platamsterdams: dus ik hep een maagverkleining gehad.
'Hahaha. Dat is toch heerlijk, zulke ontmoetingen.'
Lees ook: Exclusief: Chantal poseert met ouders in het nieuwe nummer van &C
Jij hebt dus in Deurne gewoond, dat wist ik niet. Je praat helemaal niet Brabants.
'Niet meer, maar vroeger wel, hoor. Ik heb van m'n derde tot zevende in Paramaribo gewoond. En toen praatte ik ook helemaal so. Ik heb nog een cassettebandje dat ik naar mijn oma stuurde: 'Oma, oma, oma, kook wat soep. Lekker eten, lekker kostje.''
Hahaha.
'Ja, ik praatte echt een beetje so. Maar nu is het natuurlijk not done om dat accent na te doen.'
Behalve als je er zelf gewoond hebt. Waarom gingen jullie daarnaartoe?
'Mijn vader kon daar werken als wiskundeleraar, en dat leek mijn ouders wel een leuk avontuur: met drie kleine kinderen naar de tropen. Haha.'
Respect. Hebben jullie het leuk gehad?
'Héél erg leuk. Suriname is voor mij echt een heimweeplek. Ik had destijds Hindoestaanse vriendinnetjes, zwarte vriendjes, daar was ik verder helemaal niet mee bezig. Toen ik op mijn 27ste terugging, kende ik de koloniale geschiedenis en toen voelde ik me ineens heel wit en rijk en anders. Terwijl, toen ik op mijn zevende terugverhuisde naar Deurne, was ik híér anders. Die Brabanders vonden mij maar raar, met mijn Surinaamse accent.'
Lees ook: Eindelijk een nieuwe trailer: alles wat we weten over de Penoza-film
Da's keiraar.
'Haha. Ik neem accenten heel snel over, dus ook Brabants. Ik wilde er graag bijhoren. Mijn moeder mocht van mij en mijn zus bijvoorbeeld niet zeggen dat we al zwemdiploma's hadden – in Suriname leerden we heel vroeg zwemmen – want dan waren we wéér anders.'
Zit dat Brabantse nog in jou?
'Ja, zeker. Mijn moeder komt uit Gemert, 'Gimmert'. Ik heb een heel grote Brabantse familie. Echt zo'n bourgondische gezellige familie, waarin op z'n tijd goed gedronken wordt. Elk jaar gaan we met zeventig man naar een vakantiepark in Kijkduin, altijd een feest. Al heeft die Brabantse gezelligheid ook een keerzijde, hoor. Er is veel sociale controle onderling: 'Hedde dè geheurd?' Dat.'
Haha. Dè was ok apart, hè?
'Ja, altijd dat 'apart', haha!'
Wat mis je het meest aan Suriname?
'Nou, het was vooral de tijd dat mijn vader nog niet ziek was. Hij was daar helemaal op zijn plek. Hij vond het fantastisch om het binnenland in te trekken, om over de Surinamerivier te varen. Hij was daar ontzettend relaxed, kon uren in de hangmat liggen. Die Surinaamse mentaliteit – als het vandaag niet komt, dan komt het morgen wel, of niet – beviel hem goed.'
Wanneer werd hij ziek?
'Eén jaar nadat we terug waren in Nederland, toen ik acht was. Hij is in totaal vijf jaar ziek geweest. In het begin merkten wij daar niet zo veel van. Hij werd geopereerd en toen dachten ze een tijdlang dat de kanker weg was, maar dat bleek achteraf niet zo te zijn.'
Hebben jullie bewust afscheid van hem genomen?
'We hadden niet letterlijk afscheidsgesprekken, maar op een gegeven moment voelden we wel aan: dit gaat aflopen. Hij ging met mijn broertje praten over de fouten die hij zelf vroeger gemaakt had: dat hij met een niet-schoongemaakt geweer op appèl kwam en dan een dag in de cel moest zitten. 'Als je iets doet, moet je het ook dóén,' zei hij tegen mijn broertje. Een jongetje van tien, hè.'
Hoe Monic omging met het verlies van haar vader en over de band met haar Penoza-familie lees je in de rest van het interview in het nieuwe nummer van &C, dat nu in de winkel ligt. Of lees het hier op Blendle. Wil je geen &C meer missen en profiteren van leuke extra’s? Word dan abonnee.