Jamie: 'Mijn kinderen hebben al een televisie op hun kamer'
Jamie Li (34) is schrijver en vlogger. Verliet onlangs de stad voor een burgerlijk bestaan in Almere, met een man, twee zonen (7 en 5) en twee katten. Verdwaalt nog op een open parkeerterrein en vindt dat verse gemberthee goedkoper moet.
Het is ongetwijfeld de schuld van de eerste, tweede - wat is het - zeventiende golf alweer. En natuurlijk van al die hónderden lockdowns. Misschien ook wel een beetje die van Rutte en zijn Covid rescueteam. Mij treft hoe dan ook geen blaam.
Mijn kinderen hebben namelijk (al) een televisie op hun kamer.
Lees ook: Marloes: 'Schat, het is honderd procent zeker een jongen'
Ze zijn vijf en zeven, onze jongens. Zelfs als je hun leeftijden bij elkaar optelt kom je nog niet op de mijne toen ik een tv op de kamer mocht. Mijn ouders waren geen voorstander. Vermoedelijk dachten ze dat ik me stiekem zou verliezen in allerlei seksscènes op de buis. Op zich waren hun angsten niet misplaatst. Ik wilde heus een tikkeltje gluren hier en daar. Naar de ‘erotische films’ van RTL 5 bijvoorbeeld. Je zag toch niks. Als ik er nu aan terugdenk waren het eigenlijk romantische komedies met wat extra seks. Geen smerige orgies of iets in die trant. Maar ik snap ze heel goed. Liever niet stimuleren dat je dochter te vroeg gaat experimenteren met allerlei kerels uit de buurt, niet?
Achttien dus. Met mijn zuurverdiende centen stormde ik de MediaMarkt binnen. Het werd een zilveren joekel van Samsung. Joekel in de zin van: niet de diameter, maar vooral de achterkant. Flatscreens waren in die tijd slechts een conceptje. Zo trots als een pauw was ze. Ik vond het geweldig. Tijdens je huiswerk op de achtergrond een programmaatje aan. Een aflevering Sex and the City kijken voor het slapen gaan. Via live tv, hè? Sprake van Netflix of andere on demand taferelen was er niet. Je kon hoogstens naar de videotheek. Verder moest je gewoon wachten met je smoel. De zender bepaalt. Niet jij!
Tot voor kort woonden we in een appartement van een kleine zeventig vierkante meter. Twee volwassenen, twee kinderen en twee katten. Hutjemutje in coronatijden. Je moet je voorstellen: eentje zit in een call in de slaapkamer. De ander probeert een video te viewen aan de keukentafel. Eén kind zit op een spelcomputer en het andere speelt een spel via de televisie. Beiden met schietgeluiden, zonder koptelefoons. ‘Want anders kunnen we elkaar niet horen.’ Gamen ze niet, dan kijken ze wel naar de luidruchtigste kinderserie die Netflix in het assortiment heeft: De Wonderlijke Wereld van Gumball. Toegegeven, de serie is verdomd grappig, maar Gumball en zijn broertje schreeuwen te vaak. Maar vooral: te luid.
Lees ook: Marloes: 'Dit is het moment dat de kinderkapper het voor mij verziekt'
Je zou denken dat ouders de baas zijn over hun kroost. Lang geleden waren we dat ook en hadden we zeker gezag. Maar als je met zijn zessen in quarantaine zit, een jaar lang, deadlines hebt en tegelijkertijd semi een juf uithangt - dan vervagen grenzen. Dan ontstaan er na de thuisscholing grijze gebiedjes. Het doet toch iets met je, zo’n lockdown. Ervoor mocht er strikt enkel op donderdagen worden gegamed, sinds de lockdown mag in principe alles wel.
Dus ook die televisie op de kamer. Ik hoef die Fortnite herrie niet meer in mijn woonkamer. Ik wil mijn gehoor terug. Ik wil mijn schermtijd terug. Ik wil bingewatchen tot ik erbij neerval. Wil on demand knoppen drukken, gewoon overdag terwijl ze nog wakker zijn. Niet pas als ze slapen. Hallo, ik ben geen achttien meer.
Deze zomer herhalen we de leukste columns van onze columnisten. Zin in meer van Jamie Li? Al haar columns vind je hier.