Nielson over rouwen: 'Ik kan uit het niets boos en baldadig worden'
In &C's novembernummer 'Rouw op je dak' vertelt Niels Littooij, aka Nielson, over de woede die hij voelde na het plotseling overlijden van zijn neef Nathan. Na een periode van diepe rouw durft hij weer voorzichtig vooruit te kijken. Hoe hem dat afgaat, wil Chantal weten.
Hoe heb je Nathans begrafenis beleefd?
'Ik weet nog dat er op de locatie een bordje stond: afscheid Nathan die kant op. Dat staat op mijn netvlies gegrift. Toen was ik klaar voor de dag.'
Lees ook: Nu in &C: Chantal en Nielson doorbreken het taboe rondom rouw
Hebben ze je gevraagd om te zingen?
'Nee, daar was ik ook niet toe in staat geweest. Iedereen pakt zo z'n rol. Ik was veel in Zevenaar bij zijn familie, dat was mijn ding. Dat plaatste mijn verdriet ook in perspectief. Toen ik daar de dag na zijn overlijden kwam, zat zijn zus – een supersterke volwassen vrouw – als een klein meisje in de hoek van de bank met een knuffel uit haar kindertijd. Toen dacht ik wel: zij hebben mij nodig.'
Daar zou hij jou ook dankbaar voor zijn. Zijn er nog dingen die je tegen hem had willen zeggen?
'Op de dag dat we hoorden dat hij leukemie had, zijn we met alle neven in de auto gesprongen naar Arnhem, waar hij in het ziekenhuis lag. Achteraf was dat ons afscheid, ook al wisten we dat toen niet. Maar we hebben wel alles tegen elkaar gezegd. We kwamen allemaal jankend en vol ongeloof binnen: dit meen je toch niet, dat jij dit moet gaan doen? Maar als iemand van ons het aankon, dan was hij het. Hij was zo hard en zo sterk. Na tien minuten maakte Nathan de eerste grap. En toen was de groepsdynamiek meteen weer als vanouds.'
Toen dacht je nog: je gaat het redden.
'Het voelt gewoon niet klaar. Elk leuk ding dat ik nu beleef, was zoveel leuker geweest met hem erbij. Dat is bitter.'
Wat vind je de moeilijkste momenten?
'Ik slaap nog steeds niet goed. Ik ga laat naar bed, om twee of drie uur 's nachts. Hanna (zijn vrouw, red.) gaat meestal eerder, en in die paar uur dat ik alleen ben, word ik vaak weer overvallen door het gemis. Niet altijd meer, maar het is wel het eerste wat naar boven komt. Ik heb wel het vertrouwen dat het minder wordt. Al weet ik niet of ik dat per se wil.'
Een journalist omschrijft het mooi in een ander verhaal deze maand: het verdriet wordt niet minder groot, maar naarmate de tijd verstrijkt, neemt het minder plaats in. Voelt dat voor jou ook zo?
'Ja, ik voel wel dat dit nu aan het gebeuren is. Je blijft wel terugvallen houden. Mensen praten over rouwfases, maar dat klopt in mijn beleving niet. Het is geen rechte lijn, het gaat heen en weer. Ik merk dat veel mensen dat niet snappen. Toen ik na een maand weer eens lachte, dachten mensen: het is weer goed. Alsof ik weer de oude was. Nee, dat word ik nooit meer. Daar kon ik in het begin echt kwaad over worden. Nu denk ik eerder: good for you dat je zo kunt denken.'
Dat is ook goed. Anders word je bitter.
'Dat heb ik wel gevoeld, ja. Als ik hierin blijf hangen, is het einde zoek. Dan word ik een verschrikkelijk negatief persoon bij wie niemand in de buurt wil zijn.'
Kon je goed met Hanna praten? Was je überhaupt aanspreekbaar?
'Heel vaak niet. Ik denk dat het gunstig was dat wij elkaar lang kennen. Ze heeft mij compleet laten gaan. Ik ben nachtenlang weggeweest. Dan wist ze niet eens waar ik was. Nu denk ik echt: what the fuck, dude. Maar zij stelde geen enkele vraag. Zij was er meer voor mij dan ik voor haar.'
Wat ging je dan doen 's nachts?
'Eropuit. Lopen. Stenen gooien.'
Lees ook: James Worthy: 'Ik heb gisteravond met de urn van mijn vader gedanst'
Letterlijk?
'Ja joh. Verkeersborden in elkaar trappen. Ik heb in die eerste weken 's nachts wel drie Nijmeegse Vierdaagses gelopen. Dan kom je in de binnenstad natuurlijk allerlei randfiguren tegen, en ik dacht echt: kom maar op. Normaal ga ik conflicten tijdens het uitgaan altijd uit de weg, maar nu hoopte ik gewoon dat iemand me zou uitlokken. Ik maak je kapot, dacht ik. Ik voel de agressie weer nu ik erover praat. Dat gevoel is echt freaky.'
Dan beter verkeersborden in elkaar trappen.
'Anders vreet die boosheid je op. Het is ook nog niet weg, dat is iets waar ik nog mee moet dealen. Ik kan uit het niets boos en baldadig worden. Ik had er vroeger ook al last van, dus het zit wel in me.'
Moet je niet gaan boksen?
'Dat doe ik al. Ik zou ook weer mijn coach kunnen opzoeken, maar ik merk dat ik het ontwijk. Ik wil er eigenlijk al zijn.'
Dat herken ik. Ik praat tijdens heftige periodes met een psycholoog, maar daar kan ik best tegenop zien. Als je er geweest bent is het zo fijn, maar van tevoren denk ik vaak: buuuh, ik bel af. Aan wie of wat heb jij het meest gehad?
'Mijn neven. Omdat ik wist dat zij exact hetzelfde voelden als ik. Met hen lukte het ook om weer te lachen. Bij andere mensen kon ik nog niet meedoen. We hadden het vaak niet eens meer over Nathan, hij was er gewoon.'
Het volledige interview en de fotoshoot met Nielson check je in de novembereditie van &C Magazine 'Rouw op je dak', die nu in de winkels ligt. Of bestel 'm via &C Webshop.