Youp van 't Hek: 'Eerst wilde ik per se priester worden'
Nu in &C: Wat Youp van 't Hek vooral níét doet, is zich iets aantrekken van wat een ander vindt. Gelukkig maar.
‘‘Ga maar, Youp,’ zei meneer Bakker nog voordat de les begon, ‘ik wil vandaag serieuze dingen behandelen, en daar kan ik jou echt niet bij gebruiken.’ Zo’n jongetje was ik. Daarvoor was ik al van twee middelbare scholen getrapt. Toch was ik niet echt vervelend, ik vond mezelf vooral grappig. Ik ben nou eenmaal de grootste puber van het land, nog steeds.
Lees ook: Jandino legt uit: 'Eigenlijk is een striptease een kale lapdance'
Eerst wilde ik per se priester worden. Om mensen wat mee te geven in het leven – niet om misdienaartjes te misbruiken. Helaas hield ik het op het seminarie maar een halfjaar vol, ik had te veel heimwee. Wel schreef ik daar mijn eerste toneelstukken, het was dus niet voor niets. Als twaalfjarige keek ik graag naar Toon Hermans en merkte ik dat ik ‘zoiets’ wilde. Zéker na die ene avond van het schoolcabaret. In een geinig cabaretje pakte ik het gemuts op school aan en beledigde ik wat leraren. De directie keurde het af. Braaf schreef en repeteerde ik een vervangend stuk, om vervolgens op de grote avond... tóch het oorspronkelijke nummer op te voeren. De hele zaal lag krom. ‘Wat ben je toch een lul!’ lachten leraren. Mensen vermaken, de boel loswoelen en iedereen die zich belangrijk voelt, even onderuithalen: dit wilde ik.’
Vaste clan
‘Na het succesje op school wist ik: als ik onafhankelijk cabaretier wil worden, moet ik niet met mensen in zee gaan. Ik heb mijn eigen imperium opgebouwd. Ik zit al driehonderdtwintig jaar bij dezelfde platenmaatschappij en uitgever, werk al dertig jaar met dezelfde geluidsman en begon in 1994 met mijn kantoor Hekwerk. Mijn vader zei altijd: ‘Jij bent goed in grappen maken, concentreer je daarop en besteed al het andere uit aan goede mensen.’ Met die vaste clan werk, praat en lach ik, onwaarschijnlijk hard. We zijn close, niet klef. Alles wat Hans, mijn manager, me onder m’n neus schuift, teken ik – blind.
Je wilt niet weten wat voor types er op feestjes ineens tegen je aan schurken zodra je succes krijgt, té geestig! Ik heb gigantische reclameaanbiedingen gehad, maar wist: dan ben ik uitgespeeld, dan is alles wat ik in het theater roep, totaal ongeloofwaardig. En ik wil er juist met mijn mitrailleur doorheen kunnen maaien. Mensen zouden toch gierend van het lachen achter me aan hollen als blijkt dat ik een heimelijke postbus op Aruba heb? Ik ben geen dominee, maar er zijn grenzen: de lantaarnpalen moeten branden, kinderen moeten naar school, de sportvelden gekrijt, dus je betaalt gewoon belasting. En wie een beetje meer heeft, betaalt een beetje meer. Klaar.’
Lees het hele interview in het nieuwe nummer van &C ‘Kom eens uit je hokje’, dat nu in de winkels ligt.