George Baker: 'Na Una Paloma Blanca ging het helemaal loos'
Nu in &C's rubriek Ouwe dibbes vertelt Hans Bouwens aka George Baker over die paar keer dat hij dacht dat het gedaan was, maar nee hoor: hij schnabbelt zich nog altijd de tandjes. En dat vindt hij zalig. Una Paloma Blanca, handen in de lucht en gaan.
Hans: 'Voor alle piemeltjes die niet wisten wat ze wilden, was er het lager voortgezet onderwijs. Ik wist het wél, alleen was er geen geld voor een muziekopleiding. In plaats daarvan stond ik thuis voor de spiegel met mijn buurvrouw d’r oude gitaar Elvis te imiteren. Ik kende maar drie akkoorden, maar voor rock-'n-roll was dat genoeg, de muziek zat in me. Tot ik op slag verliefd werd op een prachtige gitaar bij de plaatselijke muziekboer. 250 gulden – ik had geen rooie cent. De eigenaar, zelf muzikant, werd een sleutelpersoon in mijn leven: hij gaf me de gitaar als ik maandelijks maar vijf gulden afloste. Ik was dertien toen ik van school ging om in elke fabriek in de Zaanstreek te werken. Ondertussen deed ik mee aan talentenjachten, waar mijn droom keer op keer de grond in werd geboord. Het deed me niks: bekijken jullie het maar, ik ben gewoon goed, klaar. Als je zelf al niet gelooft dat je de beste bent... Ik was een doorzetter. En dus solliciteerde ik op mijn negentiende bij een soulband. Inmiddels getrouwd en vader. Niet bepaald de ideale uitgangspositie om een muziekcarrière van de grond te krijgen, maar ja. De auditie was vlak voor mijn nachtdienst in de limonadefabriek begon. Ik ging erheen, als vetkuif in een vieze overall, tussen die studentikoze types. Dat was een complete cultuurshock, voor iedereen. Maar ik was binnen.'
Lees ook: Catherine Keyl: 'Collega's keken mij met de nek aan'
Arm als een mier
'Tijdens een improvisatiesessie met de bassist ontstond Little Green Bag. Mijn eerste, zelfgeschreven lied. Van de een op de andere dag was ik een popster. Al had ik dat amper door: hoewel het nummer al in de Amerikaanse top 10 stond, werkte ik nog altijd in de limonadefabriek. We hadden geen idee van de wereldwijde impact. Wel besefte ik dat dit mijn kans was om te ontsnappen uit de fabriek, ik was arm als een mier, het was nu of nooit. Het werd nu. Die eerste gouden plaat herinner ik me als de dag van gister, potverdomme, ik had iets bereikt. Eindelijk iets tastbaars, geen diploma’s, wel een plaat. Verder was van een sterrenbestaan nog geen sprake, we bouwden en sjouwden alles zelf, en traden elke avond op voor zeshonderd gulden – delen met zes man. Keihard beuken, de bierpomp als onze grootste concurrent. Het was het allemaal waard: de armoe dreef mij voort. Ik wilde niet meer terug naar de fabriek, dus het alternatief was bankrover worden, of zeeman.'
Lees ook: Ursul de Geer: 'Met 't Is hier fantasties groef ik mijn eigen graf'
Haren kammen, Hans!
'Na Una Paloma Blanca ging het helemaal loos. We traden over de hele wereld op. Langzaam werden de verwachtingen van de platenmaatschappij steeds onrealistischer, ze voerden de druk op. Ik ging stoïcijns door met liedjes schrijven, maar voelde me leeglopen. Op een van de grootste podia in Duitsland voelde ik me volkomen verloren toen ik me realiseerde: het belangrijkste wat ik moet doen, is mijn haar kammen, want verder is het playback. Wat doe ik hier eigenlijk? Het randgebeuren werd groter dan de muziek. Ook de rest van de band was er klaar mee. En zo stopte de George Baker Selection.'
In 1992 leek het gedaan toen Hans het podium niet meer op wilde, last had van chronische bloedarmoede en geen tweehonderd meter meer kon lopen zonder te hijgen. Maar er kwam een mazzeltje op zijn pad waarmee zijn carrière naar eigen zeggen twintig jaar werd verlengd. Benieuwd waardoor het leven van Hans toen weer van een leien dakje ging? Je leest het in de nieuwste &C of hier op Blendle.