Sprakeloos? Dit kun je zeggen tegen iemand die rouwt
Wanneer iemand in je omgeving te maken krijgt met het verlies van een dierbare, wil je er natuurlijk zo goed mogelijk voor diegene zijn. Maar troost is moeilijk in woorden te vatten. Dat weet Babet te Winkel, oprichter van Verlieskunst en schrijver van het Rouwwoordenboek, ook. Dit is wat je volgens haar het best kan zeggen en doen.
Hoe kan je mensen in rouw het gevoel geven dat ze gehoord en gezien worden?
'Veel mensen zeggen tegen iemand die rouwt: 'Je kan me altijd bellen, hè?' Dat wordt gezegd met een goede intentie, maar daarmee laat je wel alles liggen bij degene die rouwt. En die heeft al zoveel aan het hoofd. Stel daarom eens iets concreets voor waar iemand ja of nee op kan antwoorden: 'Kan ik boodschappen meebrengen?' of 'Vind je het fijn als ik je uitnodig als ik dit weekend naar de film ga?''
Lees ook: Weg met het ongemak: een pleidooi om gewoon te huilen als je moet
En wat kun je beter niet zeggen tegen iemand in rouw?
'Het gaat niet altijd om wat je zegt, maar vooral om de intentie. Ik wil mensen absoluut niet huiverig maken om vragen te stellen of dingen te zeggen. Ik zou wel altijd oppassen met adviezen: die kunnen heel verkeerd overkomen. Ook dan check ik bij mensen: 'Ik heb een advies voor je, wil je dat horen?' Grote kans dat ze op dat moment nee zeggen, omdat ze gewoon veel verdriet hebben.'
En wat als je de persoon die rouwt niet zo goed kent?
'Dan zou ik een brede vraag stellen, bijvoorbeeld 'Hoe is het met je?' Diegene kan dan zelf bepalen wat-ie met jou wil delen. Het moment waarop je zoiets vraagt, is ook belangrijk. Is de eerste werkdag van je collega nadat een naaste is overleden, het juiste moment voor een diepe, persoonlijke vraag? Check dat ook gewoon: 'Is dit het goede moment om te vragen hoe het met je gaat? Of wil je het er nu liever niet over hebben?' Als je iemand wat beter kent, zou ik de vragen wat kleiner maken: 'Eet je nog een beetje?', 'Lukt het met slapen?'
Lees ook: Chantal Janzen: 'Dankjewel dat ik je mocht leren kennen, lieve Kiki'
Je hebt jouw visie losgelaten op de liefdestaaltheorie en daar je eigen verliestaal van gemaakt. Wat houdt dat in?
'Binnen de liefde zijn er vijf talen: positieve woorden, quality time, fysiek contact, cadeaus en dienstbaarheid. Een voorbeeld: je vader komt langs om klusjes in jouw huis te doen. Hij vervangt een lamp, repareert de wc: zijn manier om liefde te uiten is niet door dat direct te zeggen, maar door dienstbaarheid. Met rouw is dit eigenlijk hetzelfde: wat verstaat iemand onder steun? Ik denk dat daar grofweg zes antwoorden op zijn: aanwezigheid, zorgen, iets ondernemen, iets doen met het verlies, lichamelijke aanraking en praten over verlies.
Toen mijn eigen moeder overleed, was ik het praten vrij snel zat, terwijl ik normaal heel talig ben. Mijn verliestaal is dus niet met woorden. Ik vond het daarentegen wel heel fijn om te wandelen: quality time en fysiek contact hielpen bij mij. Het is belangrijk om er dus niet altijd vanuit te gaan dat iemand altijd maar zin heeft om te praten over verdriet. Soms werkt een van de andere verliestalen beter voor diegene. Ook daar kom je alleen maar achter door daar met diegene over te spreken.'