Vera was kneiterdepressief: 'Ik werd beter, én fan van antidepressiva'
Nu in &C: Vera van Zelm was ooit kneiterdepressief. Dankzij antidepressiva kwam ze erbovenop. Daarom: haar pleidooi voor pillen.
Ik bevind mij in de wachtruimte van de crisisdienst. Ik zit er niet als toeschouwer, maar als patiënt. In het gesprek met de dienstdoende psychiater krijg ik mijn diagnose: kneiterdepressief (ik weet niet meer zeker of ik die kneiter er nou bij verzin of niet). Een enorme opluchting, omdat ik nu weet dat er een behandeling mogelijk is tegen deze gekte. Die zal gaan bestaan uit therapie en medicijnen.
Lees ook: Frederike lijdt aan depressies: 'Rij mij maar aan, dacht ik elke dag'
Indianenverhalen
Zo begon ik met slikken. Dit voelde niet als een keuze. Het voelde als nodig en onontkoombaar. En ik had geluk, ik werd beter. Én fan van antidepressiva. Niet iedereen is fan. Er bestaan namelijk nogal wat indianenverhalen. Dat ze te vaak en te snel worden voorgeschreven. Dat je de weg helemaal kwijtraakt. Dat het happy pills zijn. Dat je er nooit meer vanaf komt. Dat je het eigenlijk zonder zou moeten kunnen. Het feit dat dit verhaal in het ‘help jezelf’-nummer staat, betekent ook dat antidepressiva eerder gezien worden als hulpmiddel dan als medicijn.
Gewoon even op vakantie
Een voorwaarde om iets een medicijn te kunnen noemen, is natuurlijk dat er sprake moet zijn van een ziekte die je probeert te genezen. En dat is volgens mij precies het probleem. Veel mensen zien depressie niet als ziekte. ‘Ik vind jou helemaal geen depressief type,’ heb ik bijvoorbeeld vaker te horen gekregen. Ah. Dat zou hetzelfde zijn als ik tegen iemand met een stoma zeg: ‘Ik vind jou helemaal niet het type voor een stoma?!’ Of: ‘Hee Sandra,’ – ik weet niet wie Sandra is, maar het klonk wel passend: ‘Ik vind jou wel een type voor een hartaandoening. Heb je die toevallig? Nee? Oh. Vind ik je wel echt een type voor.’ Andersom zeggen we ook niet: ‘Nou ja, Peter, heb je een blindedarmontsteking? Joh, ga gewoon even lekker op vakantie, dan kom je als herboren terug.’ Iets wat depressieven wel vaak te horen krijgen.
Cookiedough-ijs helpt niet
Ik beschouw depressie wel als ziekte. Even voor de duidelijkheid: ik bedoel hier de stemmingsstoornis. En niet de term die een bepaald type mens graag gebruikt: ‘Ja hoor, ik was afgelopen zaterdag echt even heel erg depressief! Maar thank god had ik cookiedough-ijs in huis.’ Ik bedoel dus de versie waar je heel veel ijs tegenaan kunt gooien, maar dat dat geen enkele zin heeft. De variant waarin alles wegvalt. Proeven, eten, slapen, denken.
Lees het hele verhaal in de nieuwe editie van &C ‘Het grote help jezelf nummer’ (november 2018) dat nu in de winkels ligt.