Voor de groentjes onder ons: zo maak je stekjes van je planten
Een huis vol groen is niet alleen goed voor de wereld, ook je interieur knapt er van op. En als je je plantjes zelf stekt, kan je flink wat euro's besparen om weer nieuwe soorten te kopen. Te veel planten heb je namelijk nooit.
Scheutstekken
Weet je niks, noppes, nada van planten en vergeet je meestal om ze überhaupt water te geven? Dan klinkt de term scheutstekken wellicht wat ingewikkeld. Maar dat is het gelukkig niet. Bij scheutstekken kweek je nieuwe plantjes door een stengeltop in de grond te steken. Je neemt een stengel waar nog geen bloemknop aan zit en knipt deze af tot er ongeveer vijftien centimeter over blijft. Haal de onderste blaadjes van de stengel af, steek de stengel in stekpoeder en zet ‘m stevig in een potje met stekgrond. Beetje water erbij en voilà, de eerste stappen van een nieuw leven zijn gezet.
Lees ook: Deze tien planten maken je slaapkamer een stuk frisser en jou ook
Afleggen
Alsof scheutstekken nog niet makkelijk genoeg is, kan je je plantjes nóg simpeler stekken door ze af te leggen. Bij afleggen buig je een stengel naar de grond, waarbij het uiteinde weer omhoog moet wijzen. Dan krijg je een soort U-vorm. Het onderste deel van deze U stop je onder de grond en druk je stevig aan met aarde. Zo zit het stekje nog vast aan de moederplant, maar heb je wel een nieuw plantje gekweekt.
Planten delen
Een andere manier om je plantjes te vermeerderen, is door ze te delen. Dit klinkt als een of andere spirituele quote voor op een tegeltje, maar het is echt een manier om stekjes te kweken. Door de kluit van de plant in stukjes te delen en deze opnieuw te planten, krijg je daar meerdere plantjes voor terug. Handig om te doen wanneer je plantjes al zo’n twee à drie jaar op dezelfde plek staan en niet meer zo hard groeien en bloeien als in het begin. En de perfecte timing? Half maart tot eind april is wanneer de plant begint uit te lopen. Easy peasy, toch? Laat die groene vingers maar wapperen.