The day after
Het gros van de mid-twintigers en daarboven kampt met dezelfde fantoompijn van onze ‘vroegere’ katers. We konden de volgende ochtend en dag de hele wereld aan wanneer we flink aan de fles hadden gelegen. Niets was onmogelijk the day after. Maar dat tij is inmiddels wel gekeerd. Een kater is een full body en mind take over, naarmate we ouder worden. De wetenschap legt uit hoe dit kan. Het is namelijk de schuld van:

Lees ook: Nog steeds last van je koningsdagkater? Zo dump je 'm

1. Je lever
Hoe ouder we worden, hoe minder goed onze lever gaat functioneren. Het aantal leverenzymen neemt met de jaren af. Dit betekent dat ons lichaam en onze lever er stukken langer over moet doen om alcohol (aka gif) uit ons lichaam te krijgen. Daardoor heb je er ook - heel logisch als je het zo leest - langer last van.

2. Je brein
Met de jaren gaan niet alleen onze spieren en botten moeilijker werken, maar ook onze hersenen gaan anders werken. In onze hersenen zullen minder endorfines (lees: gelukshormoon) en juist meer stresshormonen (bv. Cortisol) aanmaken wanneer we drinken. Dat betekent dat je het met minder positiviteit en geluk moet doen, plus meer stress en meer symptomen van een avondje lallen in de kroeg.  

3. Je bent het minder gewend
Toen je studeerde dronk je in ieder geval elke week één avond of nacht veel te veel drank. Het is bijna traditie. En zo voelde het destijds voor je lichaam ook. Nu je ouder wordt, minder feestjes en meer verantwoordelijkheidsgevoel hebt, kijk je ook minder vaak te diep in het glaasje. Kortom: je lichaam is het niet meer zo gewend als toen. Daardoor voel jij je niet alleen veel ellendiger dan vroeger met een kater, dat is ook écht zo.