Sean-Claude: 'Het gaat niemand aan wat ik in m’n broek heb'
Het is Pride Amsterdam, en dat is véél meer dan een afsluitende botenparade. De gehele LGBTQI+ staat in de spotlight, voor meer zichtbaarheid en representatie. Wij praten vandaag met Sean-Claude.
Nog steeds is Pride, vijftig jaar na de Stonewall-rellen, ook in Nederland nodig en belangrijk. Want er vallen heel veel mensen onder de regenboog, en nog steeds is het niet vanzelfsprekend dat zij gewoon kunnen zijn wie ze zijn.
Wij vragen deze week elke dag iemand naar de tien - soms erg ongepaste - vragen die zoal gesteld worden. En naar de antwoorden die ze daarop geven. Vandaag: Sean-Claude.
Bio
Naam: Sean-Claude (33)
Pronouns: hij/he
Beroep: trans activist
Woonplaats: Amsterdam
Hokje: ‘Queer.’
Coming-out: ‘Ik had wel een coming-out en denk dat dit ook wel belangrijk is. Door mijn coming-out heb ik mezelf ook echt gevonden. Ik ging naar een bijeenkomst in Jamaica voor LGBTQ+, waar iemand uit de kast kwam als trans. Dat was voor mij heel interessant, ik voelde namelijk direct herkenning. Ik ben toen opgestaan en heb mezelf kenbaar gemaakt als Sean-Claude. Het voelde als een last van mijn schouders, waardoor ik wist dat het klopte. Men probeerde mij er nog van te overtuigen dat ik ook gewoon een masculiene vrouw kon zijn. Maar ik ben gewoon echt geen vrouw. Ik wist bijvoorbeeld ook altijd al dat mijn borsten er echt af moesten.’
Welke (ongepaste) vragen krijg jij zoal te horen, en hoe beantwoord je die?
1. ‘Wat heb je in je broek?’
‘Hoe ik deze vraag beantwoord hangt altijd af van wie de vraag stelt en met welke intentie. Maar eerste instantie spiegel ik de vraag, om mensen het ongemak te laten voelen. Ook vraag ik waarom mensen het willen weten. Het is trouwens een vraag die ik ook binnen de community krijg. Want op straat zien mensen mij eerder als bedreiging omdat ik een zwarte man ben. Ze zien niet dat ik een transman ben en zullen dat dan dus echt niet vragen.’
2. ‘Wanneer wist je dat je trans was?’
‘Ik vind dat een onprettige vraag. Ik heb daar ook geen eenduidig antwoord op dus beantwoord ’m dan ook liever niet als mensen het vragen.’
3. ‘Wat was vroeger je naam?’
‘Ik zeg dan dat ik Sean-Claude heet. Dat is mijn naam en meer dan dat hoef je niet te weten.’
Lees ook: Cin: 'Heterovrouwen vragen vaak hoe seks met een vrouw voelt'
4. ‘Hoe zag je eruit?’
‘Dit is een beetje in het verlengde van de vorige vraag. Waarom vraag je dit?’
5. ‘Is het oké om te vragen welke pronouns je wilt hebben?’
‘Soms twijfelen mensen of ze dit mogen vragen, omdat ze denken dat ik dan gekwetst zou zijn. Integendeel, ik vind dit een heel fijne vraag. Het laat namelijk zien dat je om iemands gevoel geeft.’
6. ‘Heb je operaties gehad?’
‘Aan de bovenkant kan je dat bij mij zien. Mijn borst is namelijk plat. Maar wat ik wel en niet in mijn broek heb laten doen gaat niemand wat aan.’
7. ‘Waar val je zelf op?’
‘Toen ik uit de kast kwam als queer bij iemand uit de community begreep degene niet dat een transman met een man zou willen zijn. Waarschijnlijk is het omdat mensen erg in het binaire en heteronormatieve systeem vastzitten. Genitaliën worden verward met gender. Ik ben een transman en ja ik val op mannen!’
Lees ook: Amber is aseksueel: 'Sommige mensen denken dat ik smetvrees heb'
8. ‘Waarom zou je in transitie gaan als je toch op mannen valt?’
‘Het feit dat ik in transitie ben gegaan heeft natuurlijk helemaal niks te maken met op wie ik val. Ik ben in transitie gegaan omdat ik geen vrouw ben. En op wie ik val, staat daar verder los van.’
9. ‘Wat vindt je familie ervan?’
‘Deze vraag krijg ik erg vaak. Degene die dit vraagt, vindt dus blijkbaar dat ik niet aan de norm voldoe, en daarom zou je dit dus mogen vragen. Maar je vraagt niet aan iemand die hetero is wat diens ouders ervan vinden. Ik geef het antwoord op deze vraag dus liever niet. Ik wil mij op mijn gemak voelen bij iemand om dit soort persoonlijke dingen te delen.’
10. ‘Hoe was het voor je om je niet prettig in je lichaam te voelen?’
'Dit vind ik wel een prettige vraag om te beantwoorden. Het is namelijk ook echt een goede vraag. Als mensen dit vragen probeer ik ze dus iets te leren over genderdysforie. Zo heet dat namelijk. Om uit te leggen hoe dat voor mij was, vraag ik mensen of er iets aan hun lichaam of uiterlijk is wat ze echt niet fijn vinden. Vervolgens probeer ik op die manier uit te leggen dat dat bij mij betrekking had op mijn gender. Door een voorbeeld van iemand, probeer ik behapbaar uit te leggen hoe dat dan voor mij was.’