Suzanne
Nederland is volop in beweging. Van hot naar her, van supermarkt naar sportschool. We struinen wat af. Marjolein zoekt ze, vindt ze, ondervraagt ze en zet ze op de gevoelige plaat.
Er loopt een eilandje van rust in de krioelende drukte van de stad. Met een koptelefoon over haar lange rode haren en een sigaret in haar hand, lijkt ze in haar eigen wereld, Suzanne. Mogen we even storen?
Waar ga je naartoe? ‘Ik ben onderweg naar de filmacademie. Daar studeer ik sinds vorig jaar sounddesign, omdat ik van jongs af aan altijd al met geluid bezig ben geweest. Vanaf mijn vijfde speel ik viool, ik ben altijd meer auditief dan visueel ingesteld geweest. De keuze voor sounddesign was daarom behoorlijk makkelijk. Bovendien houd ik heel erg van films en wil ik mooie verhalen vertellen, geluid is daar een belangrijk onderdeel van.’
Kun je een voorbeeld geven van een film waarin geluid een belangrijke rol speelt? ‘Soy Cuba is een van de mooiste films qua audio design. Die film bekijk je vanuit het perspectief van de hoofdpersoon, waardoor je veel meer met geluid kan doen. Als kijker zit je in het hoofd van het personage, waardoor je qua audio geen rekening hoeft te houden met een bepaald realiteitsgehalte. Dat kan het heel spannend maken.’
Wat zijn je toekomstdromen? ‘Het liefst wil ik later mijn eigen films maken, als regisseur, maar met de kennis vanuit mijn vakgebied. Qua sounddesign wil ik heel graag foley leren: dat betekent dat je geluiden namaakt. Je kunt bijvoorbeeld het geluid van smeulende bacon in een pan gebruiken voor het nabootsen van regen. Dat vind ik een fantastisch idee, geluiden opnemen en die op een andere manier gebruiken. Je publiek een beetje bespelen met magie, wat overigens een groot onderdeel is van sounddesign. In films hoor je meestal geluiden die niet ter plekke zijn opgenomen, maar later zijn toegevoegd.’
Heb je nog een tip voor ons, qua geluid? ‘Ik ben erachter gekomen dat we in deze wereld altijd omringd zijn door geluid. Stilte bestaat niet in ons leven, want als er stilte is, hoor je altijd nog de koelkast brommen, een ventilator draaien of een vogel kraaien. Geluidsvervuiling heet dat, en dat wordt door de opkomst van de mechanische samenleving alleen maar erger. Met z’n allen zijn we gewend geraakt aan een bepaalde hoeveelheid geluid, waardoor we niet meer weten wat echte stilte is. Ik vind dat we ons daar meer bewust van moeten worden, want het kost namelijk best veel energie om de hele tijd geluid te filteren en zo te horen wat je wil horen.’