Waarom de één wel en de ander niet tegen kietelen kan
Het lijkt eenzelfde soort fenomeen te zijn als wel of niet van koriander houden: kietelen. Want waar de één als een worm met identiteitsproblemen over de grond kronkelt, kan de ander prima tegen kietelen. Hoe kan dit? We hebben het antwoord op deze prangende levensvraag.
Drie oorzaken
Personen die niet tegen kietelen kunnen, zien een persoon die hun besluit te kietelen als een regelrechte vijand. En dat is hartstikke terecht. Achter de verklaring van het ‘waarom en hoe’ zit wel een lesje wetenschap verscholen. Want kietelen gaat hand in hand met ons brein en neurologische elementen. Je kunt bijvoorbeeld jezelf niet kietelen omdat je brein weet waar het gevoel vandaan komt, en wanneer dit gevoel eraan komt. Als het aan neurowetenschapper Robert Provine (auteur van Curious Behavior: Yawning, Laughing, Hiccupping, Beyond and Laughter: A Scientific Investigation) ligt zijn we in de basis allemaal gevoelig voor kietelen. Maar waarom kunnen we er zo slecht tegen? Hieronder drie mogelijke oorzaken voor jouw kietelgevoeligheid.
Lees ook:
Sterke reflexen
Sommige wetenschappers beweren dat we een kietelreflex hebben om ons te beschermen. Dat betekent dat mensen met een sterk reflex ook sneller reageren op kietelen. Andere wetenschappers suggereren dat het alles te maken heeft met de ‘sociale oorsprong’. Gekieteld worden is een teken van affectie - daarom lachen we als we gekieteld worden (terwijl we van binnen boos zijn op de kietelaar). Het heeft een neurologisch verband tussen jou (bv. de kietelaar) en de andere persoon (die gekieteld wordt).
Humor
Wetenschappers linken kietelen ook wel aan humor, omdat we immers lachen als we gekieteld worden. Fysiek worden we aangeraakt, en verbaal ook, omdat we aansteken met het lachen. Mensen die gevoelig zijn voor kietelen bleken volgens de wetenschappers ook gevoeliger te zijn voor bepaalde humor. Waardoor ze sterker reageren op het kietelen.
Gevoeligheid en ons brein
De neurowetenschapper denkt echter dat wel of niet tegen kietelen kunnen, alles te maken heeft met hoe ons brein bepaalde sociale informatie verwerkt en opslaat. Dit heeft invloed op of we gevoelig zijn voor kietelen - of dat het ons compleet koud laat. Robert suggereert dat de verschillen tussen mensen die wel of niet tegen kietelen kunnen hem vooral zit in onze gevoeligheid en hoe we deze informatie verwerken in onze hersenen. Kortom, een eenduidig antwoord is er helaas nog niet. Maar wellicht vis je hier je persoonlijke verklaring uit.