Want eerlijk, de afgelopen tien jaar waren het voornamelijk (ex-)vriendjes - en vriendinnen van wie je de naam niet eens meer weet - met wie jij je zuurverdiende vakantiecenten over de balk (of bar) smeet en je vakantiedagen doorbracht. Niks mis mee, maar jij wordt ouder en - no shit, Sherlock - je ouders blijven ook niet forever young. En met die gedachte in je achterhoofd is het helemaal geen gek idee om nog één keer met het complete gezin op vakantie te gaan. Gewoon, omdat het kán en omdat je de uitdrukking ‘making memories’ nu om te kotsen vindt, maar later zult koesteren.   

Lees ook: Negen reizen voor negen levensfasen

Of je nu een week gaat vertoeven in een luxe villa op Ibiza, de wandelschoenen aantrekt in de Oostenrijkse Alpen of - net als vroeger - een midweek spendeert in Ouddorp, er zijn een paar dingen die je moet weten voor je met een koffer vol goede moed naar je bestemming vertrekt. Ik blijf er namelijk bij dat een familievakantie te gek is, maar er zijn een aantal dingen die je moet weten.

1. Payback time
Vroeger maakte jij uit wat er op de planning stond, nu is het tijd om de rollen om te draaien. Die jeepsafari met een lading Nederlandse huishoudbeurstoeristen stond misschien niet op je bucketlist, maar dat stond het jaarlijkse bezoek aan Ponypark Slagharen ook niet bij je ouders. Dus werk mee, wees enthousiast en sta vooral niet te veel stil bij waar je zelf zin in hebt. Tenzij je ouders ook heel blij worden van horizontaal cocktails drinken met je favoriete Spotifyplaylist op de achtergrond, dan moet je vooral lekker dat gaan doen.  

2. Er is niks veranderd. Helemaal. Niks.
Je woont al een tijd niet meer bij je ouders, maar je weet nog precies waar de ruzies en irritaties vroeger over gingen. Inmiddels zijn jullie het bekvechten over nietszeggende issues wel verleerd. Althans: dat denk je. In werkelijkheid lijkt het alsof de tijd heeft stilgestaan. Je ouders discussiëren nog steeds tijdens het eten over wie de vaatwasser gaat inruimen en reken maar dat je op dag twee al struikelt over de gore sokken en dito kledingstukken van je broer. Sommige dingen veranderen nu eenmaal nooit. Ga ook vooral geen moeite doen om dit wel te veranderen, het verleden bewijst dat dat verspilde tijd is.  

3. Je ouders zijn ouder geworden
En met ouder bedoelen we: langzamer van begrip, slomer en sneller moe. Al op het treinstation merk je dat het gebruiken van een OV-chipkaart nogal wat voeten in de aarde heeft. En daar begint het feest pas. Eenmaal op de luchthaven blijkt dat de automatische incheckbalie net zo onbegrijpelijk is voor zestigplussers als een Zweedse kruiswoordpuzzel in de categorie vijf sterren voor jou. Op reis gaan met je ouders vergt een hoop geduld en af en toe tot tien tellen. Maar vergeet niet dat het je moeder was, die vroeger voor het hele gezin de koffers inpakte en je vader met een papieren routekaart de weg naar de camping in Zuid-Frankrijk wees. Ze zijn niet achterlijk, ze worden gewoon een jaartje ouder.  

4. Plan wat momenten voor jezelf in
Is je irritatiegrens bereikt? Maak een wandeling, ga alvast boodschappen doen of koel af met een koud biertje bij de bar van het resort. Dat heeft een mens nodig. Beter even een uurtje schitteren in afwezigheid, dan een scène schoppen op een boulevard mét publiek. Als iedereen het naar zijn zin heeft, is de vakantie immers al geslaagd.   

5. Vergeet niet met volle bak te genieten
Want uiteindelijk zijn je familieleden toch je favoriete mensen op de wereld. Gewoon, omdat je vader al zijn hele leven dezelfde grappen vertelt, je moeder altijd weer de stewardess op de kast jaagt en je zusje precies weet wanneer ze jou even de ruimte moet geven. Gewoon omdat het een voorrecht is dat jullie nog met elkaar op vakantie kúnnen gaan en jullie gezin gewoon jullie gezin is. Die onvermijdelijke irritaties moet je maar even voor lief nemen, want dat is niks vergeleken met de liefde die je ervoor terug krijgt.