1. De plek van je router
We snappen dat je je router het liefst ver weg stopt, op een plek waar niemand hem ziet. Op de grond bijvoorbeeld Maar dat zou nou zomaar weleens de reden kunnen zijn dat je wifi te wensen over laat. De grond is namelijk juist de plek waar je je router absoluut niet neer wil zetten. Veel routers zenden het wifisignaal namelijk naar beneden, en als-ie op de grond staat wordt de verbinding zo du geblokkeerd. De beste plek: ophangen aan de muur of op een tafeltje of kruk.

2. Verstop 'm niet
Ook een favoriete plek van menig routereigenaar: de meterkast. Die is misschien wel nog onhandiger dan de grond, want je router zit zo namelijk verstopt achter een kast- en gangdeur. Allemaal kleine blokkades voor het signaal. Hoe stom het ook is, de beste plek voor je router is in het midden van je woonkamer. We snappen het: dat wil je liever niet. De meeste routers zijn namelijk niet bepaald mooi ontworpen. Dus zorg er op z'n minst voor dat-ie dan wel in een kast in je woonkamer staat als je hem zo graag wil verstoppen. Misschien moet je dan een langere kabel gebruiken, maar dan werkt je wifi tenminste wel normaal.

Lees ook: Dit moet je doen als je telefoon nat geworden is

3. Andere elektrische apparaten
Staat je router tussen allerlei andere elektrische apparaten, dan is de kans groot dat die het signaal verzwakken. Kies daarom het liefst voor een plek met zo min mogelijk andere apparaten in de buurt. Die skip die hoek waar je alle elektrische meuk gedumpt het, en verspreid de apparatuur over verschillende plekken in je huis. Nee, dat is niet echt design. Maar het is wel beter.

4. Verander het wifikanaal
Vaak kun je jouw wifisignaal verbeteren door een ander kanaal te gebruiken. Want, wisten we nog niet: er zijn dertien verschillende kanalen. Veel draadloze routers staan standaard ingesteld op kanaal zes. Probeer dit te vermijden, de kans is namelijk groot dat de rest van de straat dit kanaal ook gebruikt. En je snapt: zoveel routers op hetzelfde kanaal is vragen om problemen. Je kanaal aanpassen doe je door naar de online serveromgeving van je modem te gaan. Het adres staat vaak vermeld op een sticker op het modem. Ook op de website van je provider kun je het één en ander vinden. Daarna moet je inloggen om de instellingen van het modem aan te passen. Eenmaal ingelogd, kun je het kanaal veranderen. Geen idee welk kanaal je moet kiezen? De app Network Multimeter (voor iOS en Android) kan je daar een handje bij helpen. In de instellingen kun je trouwens ook checken op welke 'banden' je wifi werkt. Is dat 2.4 GHz of 5 GHz? 2.4 GHz zorgt voor een groter bereik, maar 5 GHz zorgt ervoor dat je wifi sneller is. Soms helpt het om dit aan te passen. Zeker als al je buren 2.4 GHz gebruiken. Toch zit er wel een nadeel aan 5 GHz: niet alle elektrische apparaten kunnen hier namelijk verbinding mee maken. Daar moet je dus even op letten.

Stem op ons: &C is met Chantal in Behandeling genomineerd voor een Online Televizier-Ster

5. Black spot
Soms heb je dikke vette pech en is er gewoon een plek in huis waar je geen wifi hebt. (En laat dat nou toevallig net altijd je bed zijn.) The black spot noemen we hem, en daar kun je eigenlijk vrij weinig aan doen, behalve er niet meer gaan zitten. Met de app Network Multimeter die we net ook al noemden, kun je checken of je ergens een black spot hebt. Ook handig als je na corona ergens in een café wil werken: dan weet je waar je moet gaan zitten voor goede wifi.

6. Wifiversterkers
Last but not least kun je ook een wifiversterker gebruiken. Er zijn genoeg varianten, goedkoop of duur. Je hebt dan overal in huis wifi. Een klein nadeel is dat je internet wel een stuk trager wordt. Perfect voor Facebook en Instagram, maar een filmpje in HD kijken, daar heeft je internet dan weer wat meer moeite mee. Wifiversterkers kun je natuurlijk ook alleen gebruiken op de momenten dat je het nodig hebt, als je bijvoorbeeld ligt te bakken in je tuin of wijn drinkt op het balkon. Trek je de stekker er daarna weer uit, en dan is je wifi gewoon weer lekker snel.