Dorien is biseksueel: 'Nee, het is geen fase'
Het is vandaag Bi Visibility Day. Naar schatting vallen twee miljoen mensen in Nederland op meer dan één gender, maar veel van hen noemen zich niet bi. Dat moet veranderen. Kreeg Dorien van Linge (26) een euro voor elk vooroordeel dat ze te horen kreeg over haar biseksualiteit, dan was ze nu miljonair. Een die op mannen én vrouwen valt. Ze schreef erover voor &C.
'Ik herinner het me nog van mijn pubertijd. Kerstdiner met de familie, de beleefdheden zijn uitgewisseld, de onderwerpen werk en studie uitgespeeld. En dan, je hebt net een hap gortdroge kalkoen weggespoeld met een slok lauwe cava, vraagt je oom: 'Goh, heb jij eigenlijk al een vriend?' Oké, wellicht was het bij jou geen kerstdiner, maar een werkborrel waarop die ene saaie collega een 'leuke' vraag probeerde te stellen. Of misschien was je aan het shoppen met een vriendin terwijl ze het vroeg, achteloos, tussen het kijken naar spijkerbroeken door. Mijn punt is: ben je een vrouw? Zijn er momenten in je leven geweest dat je geen relatie had? Heb je op beide vragen 'ja' geantwoord? Dan heb je, tenzij het vanuit je cultuur ongebruikelijk is om te daten, vast regelmatig de vraag gekregen of je 'al een vriend' hebt.
Lees ook: Cin: 'Heterovrouwen vragen vaak hoe seks met een vrouw voelt'
Van Shakespeares Romeo en Julia tot Disneys Belle en het Beest, van Ron en Hermelien uit Harry Potter tot Rose en Jack uit Titanic. Van jongs af aan wordt het – al dan niet onbewust – door onze strot geduwd: een romantische relatie is heteroseksueel en monogaam. We leren te verlangen naar zo'n relatie door de songteksten uit popmuziek, tv-programma's, films, boeken, door wat er tegen ons wordt gezegd in de kleuterklas. Door dit heteroseksuele ideaal gaan veel mensen ervan uit dat iemand hetero is. In sommige gevallen is dat prima, een groot deel van de bevolking is inderdaad heteroseksueel. Maar voor veel niet-hetero's is het helemaal niet fijn. Voor mij is het niet fijn. Want ik leer zo dat mijn gevoelens niet normaal zijn, of nog erger, niet gewenst.
Net als Freddie en Frida
Ik heb momenteel een relatie met een man, maar ik ben niet hetero. Ik ben ook niet lesbisch. Ik ben niet in de war. Ik ben, zoals zo veel mensen, biseksueel. Want wat hebben Queen-zanger Freddie Mercury, model Cara Delevingne, kunstenaar Frida Kahlo, alleskunner Janelle Monáe en activist en schrijver Alice Walker met elkaar gemeen? Juist ja, ze vallen op zowel mannen als vrouwen. Toch worden ze vaak in het hokje homo of hetero gestopt. Misschien komt dat omdat mensen minder bekend zijn met biseksualiteit: biseksuelen komen veel minder vaak uit voor hun seksuele voorkeur dan homoseksuele mensen. Maar drie procent van de Nederlandse homomannen zit nog volledig in de kast, terwijl dat bij biseksuele mannen vijftig procent is. Dat betekent dus dat de helft van de bi-mannen tegen anderen doet alsof ze op vrouwen of mannen vallen, terwijl ze eigenlijk op allebei vallen. Bij biseksuele vrouwen is dat gelukkig maar veertien procent (al is dat nog steeds te veel).
Lees ook: Doeke: 'Mensen begrijpen biseksualiteit nog niet'
Als biseksueel wordt je seksualiteit vaak niet serieus genomen. Biseksuele mannen worden geregeld gezien als 'eigenlijk homo'. Alsof je, als je ook op mannen valt, gelijk niet meer voldoet aan het stereotype macho-alfaman en daardoor meteen tot kamp gay wordt gerekend. Biseksuele vrouwen bestempelen we daarentegen vaak als 'eigenlijk hetero', alsof het een fase is. Dat klopt soms: ook heterovrouwen tongen weleens met elkaar. Jonge vrouwen kunnen met elkaar zoenen of bewonderenswaardig over elkaars lichaam praten zonder 'gay' genoemd te worden, wat bij veel mannen niet het geval is. Voor vrouwen is er meer ruimte om te experimenteren. Dat is fijn, maar het heeft ook een keerzijde: vrouwenliefde wordt vaak niet serieus genomen. De gedachte dat je zowel mannen als vrouwen leuk kunt vinden, is blijkbaar lastig. Ik hou van wijn en van bier. Maar al zit ik in een speciaalbiercafé, mijn liefde voor een lekker glas witte wijn wordt er niet minder op. Oké, metaforen zijn niet mijn sterkste punt – ik denk niet dat mensen graag met drankjes vergeleken worden – maar ik wil hiermee zeggen dat het ene het andere niet hoeft uit te sluiten.
Dat is mijn zus niet
Als vrouwen daten, wordt vaak gedacht dat het vriendinnen of zussen zijn. Een romantisch onderonsje kan het niet zijn. Zo had ik een keer een date met een Italiaanse vrouw. Met haar volle lippen, lange bruine haar en grote bruine ogen deed ze me denken aan Natalie Portman. Ik droeg een lichtroze latexrok en een netpanty, en in combinatie met mijn gebleekte haren en zwarte eyeliner hoopte ik eruit te zien als een edgy Barbie. We dronken witte wijn en luisterden naar live-jazzmuziek. Het was een date die voldeed aan alle clichés – behalve dat we twee vrouwen waren. Toen een man in de bar ons probeerde te versieren en mijn afspraakje zei: 'Excuse me, we're kind of on a date right now,' kon ik de schrik van die arme mans gezicht aflezen. Hij herpakte zichzelf door te zeggen: 'I support that.' Weliswaar lief, maar ook een beetje vreemd – alsof onze seksualiteit afhankelijk is van de steun van anderen.
Ook wordt biseksualiteit bij vrouwen vaak geseksualiseerd. Toen ik een tijdje datete met een vrouw – ze had lang zwart krullend haar, we zagen er allebei vrouwelijk uit – gebeurde dit geregeld. Liepen we hand in hand over straat, dan werd er altijd naar ons gejoeld. Als je (les)bi bent, kun je ervan uitgaan dat heteromannen een reactie geven en het de moeite waard vinden die met je te delen. Ze zeggen: 'Wow, je ziet er helemaal niet uit als een lesbo.' (Het is 2020: niet alle lesbo's hebben kort haar en een tuinbroek aan. En dan nóg.) Of vragen: 'Mis je geen piemel?' (Als dat het geval was, waarom zaten we hier dan?) Of: 'Hoe hebben jullie dan seks?' (Gaat je niks aan.) Een andere veelvoorkomende reactie van heteromannen: 'Bi? Geil! Mag ik meedoen?' Of: 'Dan wil je vast wel een trio.' Dat is natuurlijk een vreemde aanname. Dat we niet op één gender vallen, betekent niet dat we naar bed gaan met alles wat los en vast zit.' Het kan natuurlijk dat je biseksueel bent en tegelijkertijd polyamoreus (en dus een liefdesrelatie wilt met meerdere mensen tegelijk). Ik merk dat ik een vrouw mis als ik met een man ben, terwijl anderen dat helemaal niet hebben en zich concentreren op één persoon. Bovendien: hetero’s en homo’s kunnen net zo goed poly zijn.
Lees ook: Doeke: 'Mensen begrijpen biseksualiteit nog niet'
Wat tot slot vaak gevraagd wordt aan biseksuelen: heb je het weleens gedaan met iemand van hetzelfde geslacht? Of: zou je ook echt verliefd kunnen worden op iemand met hetzelfde gender? Deze vragen zijn vast goedbedoelde nieuwsgierigheid. Toch zijn ze best intiem, waardoor je als biseksueel persoon het gevoel kunt krijgen dat je je eigen seksualiteit moet verdedigen of bewijzen. Alsof je seksualiteit niet van jou is, maar van iedereen die er iets op aan te merken heeft.
Het is geen fase
Toen ik me realiseerde dat ik gevoelens had voor vrouwen, betrapte ik mezelf op mijn eigen vooroordelen. Ik had een relatie met een man, dus dan was ik toch hetero? Was het niet gewoon een fase? Hoe kon ik deel uitmaken van de biseksuele gemeenschap als mijn vriend en ik knuffelend over straat kunnen lopen zonder last te hebben van de starende blikken, scheldpartijen of het geweld die mijn homoseksuele vrienden ervaren? Soms voelt dat als verraad. Ik ken de gemakken van het hebben van een heteroseksuele relatie. Ik weet hoe anders het is om je met een man door een publieke ruimte te bewegen. Zonder moeite kun je trouwen, adopteren, een huis kopen of kinderen krijgen. Tegelijkertijd vind ik het soms moeilijk dat mensen mij labelen als ‘hetero’ simpelweg omdat er een man in mijn leven is, alsof een deel van mijn identiteit ontkend wordt. Het vervelende is dat biseksualiteit vaak ook niet serieus wordt genomen door homoseksuele mensen. Mijn vriendin Chantal is weleens afgewezen door een vrouw, omdat ze ervan uitging dat ze toch wel zou eindigen met een man. Dat ik nu een relatie heb met een man, wil niet zeggen dat ik niet verliefd ben geweest op vrouwen. Ik val op de energie die iemand uitstraalt, de grappen die iemand maakt en hoe lief iemand is. Dat kunnen mannen zijn, vrouwen, non-binaire of transgender mensen – en ik hoef niet te kiezen.
Ik wil niet getolereerd worden. Tolerantie impliceert een machtsverhouding. Alsof iemand zegt: ik, als hetero, sta jou toe. Ik wil geaccepteerd worden als gelijke, als volwaardig lid van de maatschappij, ook al voldoe ik niet aan het monogame heteroseksuele ideaal.
Om met een positieve noot te eindigen: elk jaar groeit de homoacceptatie in Nederland. Waar twaalf jaar geleden ongeveer de helft van de mensen (53 procent) positief dacht over homo- en biseksualiteit, is dat tegenwoordig bijna driekwart (74 procent). De houding is in alle bevolkingsgroepen positiever, dus ook onder ouderen, religieuzen en scholieren. In vergelijking met andere Europese landen doen we het heel goed, we staan op de tweede plaats, na IJsland. Hopelijk zet deze trend door en vinden we mensen van hetzelfde gender die zoenen eindelijk niet meer goor. En vraagt je oom/collega/vriendin in de toekomst gewoon: ‘Zeg, ben je eigenlijk weleens verliefd?’